Te grote virussen ontdekt

18 juli 2013 door Eos-redactie

Twee pas ontdekte virussen zijn zo groot dat de grenzen van virussen in vraag worden gesteld.

Twee pas ontdekte virussen zijn zo groot dat de grenzen van virussen in vraag worden gesteld. De nieuwe Pandoravirussen vertonen geen overeenkomsten met andere soorten, stellen de onderzoekers in Science.

De twee ontdekte Pandorasoorten, salinus en dulcis, zijn de grootste virussen ooit gevonden. Ze zijn ongeveer een micrometer lang en overtroeven daarmee de parasitaire bacteriën. Bovendien zijn ze zichtbaar onder een gewone lichtmicroscoop. De virussen hebben ook dubbel zo veel basenparen (de verbindingen tussen de twee DNA-strengen) als Mimivirussen, tot voor kort de grootste in hun soort.

Omwille van hun omvang werden de Mimivirussen bij hun ontdekking, zo’n tien jaar geleden, even voor bacteriën aangezien. Dat er nu nog een maatje groter bestaat, stelt de wetenschappelijke bovenlimiet van virussen in vraag, zowel fysiek als qua genencomplexiteit. De oorsprong van de nieuwe Pandoravirussen is vooralsnog een mysterie. Onderzoekers kunnen ze niet meteen linken aan soortgenoten.

Het Pandoravirus salinus werd gevonden aan de monding van de Tunquen-rivier in Chili, terwijl dulcis op de bodem van een zoetwatervijver bij het Australische Melbourne werd aangetroffen. De wetenschappers zochten op die plaatsen bewust naar grote virussen, want ook de Mimivirussen zaten in sediment. Het onderzoek werd gevoerd onder leiding van Nadège Philippe van de Aix-Marseille-universiteit. (tn)