Testen we onszelf uit de lockdown? Daarvoor moeten we eerst de testen testen

Tests die antistoffen tegen SARS-CoV-2 opsporen, kunnen aantonen wie de infectie al heeft doorgemaakt. Mag wie positief test straks weer zorgeloos deelnemen aan het sociale leven? Eerst moeten nog belangrijke vragen worden beantwoord.

Een ‘covid-pas’. Dat is volgens de voormalige Italiaanse premier Matteo Renzi de sleutel om de economie na de lockdown weer op gang te trekken. Wie over antistoffen tegen SARS-CoV-2 beschikt, en dus de infectie al heeft doorgemaakt, zou daarvan een bewijs krijgen en kan weer aan de slag. Ook viroloog Marc Van Ranst opperde die werkwijze al als een mogelijkheid, in eerste instantie voor kritische sectoren zoals banken en onderwijs. 

Hoe werken die tests precies, en wat kunnen ze momenteel wel en niet aantonen? Viroloog Kevin Ariën (Instituut voor Tropische Geneeskunde) legt het uit.

Hoe werken de verschillende testen?

‘Er worden momenteel verschillende types testen gebruikt’, zegt Ariën. ‘De moleculaire testen die nu worden voorbehouden voor zwaar zieke patiënten sporen het RNA van het virus op. Ze zijn heel gevoelig en specifiek en bepalen of het virus al dan niet aanwezig is. Antigeen testen sporen geen RNA, maar stukjes eiwit van het virus op. Ze geven snel – op ongeveer een kwartier - een resultaat, maar zijn minder gevoelig: ze vinden het virus slechts in 60 à 70 procent van de gevallen. Is de test positief, dan weet je dat je geïnfecteerd bent. Maar is de test negatief, dan is een bijkomende moleculaire test nodig.’

‘Dan zijn er de zogenoemde serologische testen, die niet naar het virus zelf zoeken, maar speuren naar anti-lichamen die ons immuunsysteem heeft geproduceerd als reactie op een infectie. Dat gebeurt door in het lab de viruseiwitten te produceren die die reactie uitlokken. Als er in een bloedstaal antilichamen zitten, zullen die binden op een testplaatje met die eiwitten.’

Hoe betrouwbaar is zo’n antistoffentest?

‘Eén probleem is de gebrekkige specificiteit van dit soort test’, zegt Ariën. ‘Ons lichaam bevat antilichamen tegen diverse virussen. Vaak ook tegen de vier coronavirussen die slechts milde verkoudheden veroorzaken. De kans dat je die in de loop van je leven al eens bent tegengekomen is groot. Doordat de tests er ook deze antilichamen zouden kunnen uitpikken, ben je niet zeker dat je anti-lichamen tegen Sars-Cov-2 hebt opgespoord. We weten dat dit ook een probleem is bij soortgelijke testen voor andere virussen.’

Wijst de aanwezigheid van antilichamen op immuniteit?

Stel dat je wel degelijk antilichamen tegen Sars-Cov-2 in het bloed hebt, betekent dat dan ook dat je immuun bent? ‘Dat is een tweede probleem’, aldus Ariën. ‘Ons lichaam maakt verschillende types antilichamen aan, maar slechts een fractie daarvan is in staat om het virus te neutraliseren. Niet alle antilichamen dragen bij tot immuniteit. De serologische tests die momenteel beschikbaar zijn, vertellen ons niets over het type antilichamen dat ze opsporen.’

‘Om zicht te krijgen op de kwaliteit van antilichamen is een ander type test nodig’, legt Ariën uit. ‘Je infecteert cellen in het lab, en kijkt in hoeverre de antilichamen uit een bloedstaal in staat zijn het virus te neutraliseren.’

Om beter zicht te krijgen op de mate waarin de huidige serologische tests antistoffen opsporen die effectief in staat zijn het virus te neutraliseren, start het ITG samen met Sciensano binnenkort met een studie onder ziekenhuispersoneel. ‘Bij 850 gezondheidswerkers uit 17 ziekenhuizen zullen we serologische tests combineren met een neutralisatietest. Ook in enkele referentiecentra voor coronavirussen van de WHO lopen die soort studies. De resultaten kunnen we in de loop van de komende weken verwachten.’

Wat kunnen tests die antistoffen opsporen voorlopig betekenen?

Momenteel lopen enkel grootschalige studies die onder meer worden uitgevoerd door het Rode Kruis en de Universiteit Antwerpen, waarbij naar antilichamen wordt gezocht in bloedstalen van respectievelijk bloeddonoren en patiënten die omwille van andere klachten bij de huisarts hun bloed lieten trekken. ‘Die studies geven wel een idee van hoeveel procent van de mensen de infectie al heeft doorgemaakt, maar zegt weinig over eventuele immuniteit’, zegt Ariën. ‘Die kennis is belangrijk om de waarschijnlijkheid op een tweede infectiepiek te kunnen inschatten. Die is veel groter als pakweg slechts tien procent van bevolking al met het virus in aanraking is geweest dan wanneer dat veertig procent is. Dat zal mee bepalen hoe strikt de maatregelen dan moeten zijn.’

Als je immuun bent, hoe lang duurt dat dan?

‘Dat is een belangrijke vraag waarop we het antwoord nog niet kennen’, zegt Ariën. ‘Van de andere coronavirussen is bekend dat immuniteit doorgaans niet heel lang aanhoudt. Evenmin is duidelijk of iemand die een hele milde vorm van de infectie doormaakt, nadien even goed beschermd is als iemand die zware symptomen heeft. Er worden momenteel een aantal prioritaire kwesties onderzocht. Hoe betrouwbaar zijn de huidige serologische tests? In hoeverre wijzen ze op immuniteit? En hoe lang duurt immuniteit? Het zijn vragen waar we in de komende maanden antwoorden op moeten vinden, om maximaal voorbereid te zijn op de mogelijke tweede golf.’