Eos Blogs

Virtuele sport zal gamers niet uit hun stoel krijgen

Kan een virtuele variant van padel of beachvolleybal jongeren aan het sporten krijgen? Vermoedelijk niet, meent sportinnovatie-onderzoekster Charlotte Van Tuyckom (Howest).

Jongeren aan het sporten krijgen en houden is niet gemakkelijk. Dé jongere bestaat immers niet. En net daarom heeft de sport- en beweegsector het zo moeilijk om deze doelgroep te bereiken. Hun communicatie richt zich doorgaans tot een veel te brede doelgroep. Niet alleen is er op vlak van sport en bewegen veel verschil tussen jongeren in motivatie, ervaren drempels en sociale invloed, ook hun leefwereld, interesses en digitale mediagebruik zijn heel divers.

Virtueel sporten

Binnen het Fitfluencers project onderzoek ik samen met Howest collega’s Lies Vanhaelemeesch en Caroline Baert marketing van sport voor jongeren. Een duik in de literatuur rond (niet-)sportende jongeren leert dat er een 7-tal types bestaan. Eén van die types zijn ‘de afkerige sporters’. Hier vallen de gamers onder.

Lars bijvoorbeeld is zo’n echte gamer. Sport staat helemaal niet bovenaan zijn prioriteitenlijstje. Meer nog, hij voelt zich oncomfortabel bij sporten, schaamt zich er zelfs voor. Als hij al sport, dan liefst in een gekende omgeving, met mensen van hetzelfde niveau die hij goed kent en vertrouwt. Lars ligt wakker van wat anderen over hem denken bij het sporten. Hij is snel geïntimideerd en voelt zich niet fit genoeg om te sporten.

Nu denken velen gamers zoals Lars uit hun stoel te krijgen met virtuele sporten. Dat zijn interactieve spelen in een virtuele omgeving. Denk aan Zwift, het softwareplatform waar fietsers en hardlopers in een virtuele wereld interactieve indoortrainingen kunnen doen. En waar is de tijd dat we op de Nintendo Switch met vrienden aan het bowlen of tennissen sloegen? Dat kan nu ook door een virtual reality (VR) bril op te zetten, en je woonkamer om te toveren tot een wintersportoord of boksring.

Zwift is een softwareplatform waar fietsers en hardlopers in een virtuele wereld indoortrainingen kunnen doen.

Op het Sportinnovatiecongres werd de allereerste virtual reality sport ontwikkeld in Vlaanderen aan het publiek voorgesteld: Ballistic.

Vlaams minister van Sport Ben Weyts had meteen grootse verwachtingen: “Gamen en sport zijn klassiek een beetje elkaars vijand, maar door de combinatie van de twee kan je een groep jongeren bereiken die je anders niet kunt bereiken”. Maar dat deze VR sport “water en vuur zal verenigen”, zoals Weyts verhoopt, is een illusie. Lars en zijn gamende vrienden zal je met deze nieuwe sport immers niet kunnen verleiden.

Voor afkerige sporters als Lars hebben sport, sportieve mensen en competitie een negatieve bijklank. Ballistic wordt voorgesteld als een kruising tussen padel en beachvolleybal met virtuele elementen erin verwerkt. Je speelt het met 2 tegen 2 op een veld de grootte van een squashkooi. Padel, beachvolleybal, squash…niet meteen de taal van Lars. Ook het beeld van minister Weyts die zich letterlijk in het zweet werkt, is niet meteen inspirerend voor een afkerige sporter.

Video onder. Ballistic is ontwikkeld door Triangle Factory en geniet de steun van Sportwerk Vlaanderen, The Park Entertainment (de VR-speelhallen van Telenet) en Sport Vlaanderen.

Ballistic klinkt ook niet meteen als een activiteit op beginnersniveau waar geen of weinig ervaring voor nodig is. Nochtans zijn afkerige sporters net met laagdrempelige activiteiten te verleiden. Zelfs Ben Weyts vond het nogal contra-intuïtief. En ook Arne Cosyns, die het spel mee ontwikkelde, geeft aan dat de combinatie van de handbewegingen vrij lastig is om aan te leren: “Je moet erop oefenen natuurlijk, maar wie regelmatig sport, is er snel mee weg”. Maar dat is het net, onze Lars is geen regelmatige sporter. Nooit geweest.

Afkerige sporters als Lars houden van heldere structuur en duidelijke instructies zodat ze weten wat van hen verwacht wordt. Iets wat in een VR-omgeving sowieso al moeilijker is. Lars wil wel beter worden, maar heeft hiervoor de nodige tijd en ruimte nodig. En ook al zullen gamers de combinatie van handbewegingen wellicht sneller onder de knie hebben, competitie bij het sporten is voor hen uit den boze. Bij jongeren als Lars moet de klemtoon liggen op focus en betrokkenheid. Niet op talent voor sport of het winnen van een wedstrijd. Wel op het ontwikkelen van specifieke vaardigheden over de tijd.

Het beeld van minister Weyts die zich in het zweet werkt, is niet meteen inspirerend voor een gamer die niet houdt van sporten

Supergoedkoop is het nieuwe spel ook niet. Via Sportwerk Vlaanderen kan je met teams van 8, verdeeld over 4 keer 2 teams drie uur spelen voor 300 euro. Maar gamende jongeren als Lars bereik je best in hun vertrouwde omgeving. Goed nieuws want ook thuis kan je het spelen. Minder goed nieuws is dat je naast de brillen en software ‘enkel’ nog een squashveld aan ruimte nodig hebt. En goeie wifi, want op het Sportinnovatiecongres bleek de verbinding niet optimaal waardoor de demonstratie meteen vertraging opliep. Maar die wifi is nu iets wat bij gamers wel in orde zal zijn.

Uiteraard is het ongelooflijk knap wat de makers van Ballistic ontwikkelden, en ik ben de eerste om innovatie in de sportsector aan te moedigen. Maar ik ben een fervente sporter. Meer nog, ik ben een beachvolleyballer en laat me ook graag verleiden voor een partijtje padel. Ik ben dus zowat de tegenpool van de ‘afkerige sporter’. En dat is het net. De huidige virtuele sporten scheppen hoge verwachtingen maar verleiden vooral mensen die al graag aan sport doen.

Water en vuur verzoenen minister Weyts? Dat is zo makkelijk niet. Dat is zoals die Japanse vrouw afgelopen zomer die nogal lullig de Olympische vlam probeerde te doven met een waterpistool.

Neen, om gamers aan het sporten te krijgen zal meer, en vooral ‘anders’ nodig zijn. Laat het woord ‘sport’ voor deze afkerige sporters alleszins al achterwege. Focus niet op talent voor sport of competitie maar stel afkerige sporters gerust dat ervaring niet vereist is om deel te nemen. Zorg voor een familiaire, gestructureerde en vertrouwde omgeving. Geef de afkerige sporter tijd en ruimte om beter te worden en zorg voor een zichtbaar ontwikkelingspad op korte termijn. Beklemtoon tot slot ook hoe sport andere competenties kan verbeteren. Ga met deze tips aan de slag, en je komt al een heel eind verder.