Gezondheid

Vragen bij studies van Leuvense stamcelonderzoekster Catherine Verfaillie

Nederlandse experte vindt onregelmatigheden in meerdere papers. ‘Dit vraagt om uitleg.’

De Leuvense stamcelexperte Catherine Verfaillie raakte bekend na de publicatie van een studie in het vakblad Nature in 2002. Haar onderzoeksgroep, toen nog aan de University of Minnesota, toonde daarin aan dat bepaalde types stamcellen uit beenmerg (van muizen) tot bijna alle weefseltypes kunnen uitgroeien, net zoals embryonale stamcellen dat kunnen.

Onder meer journalisten van het blad New Scientist wezen op onregelmatigheden in de illustraties bij het onderzoek. Het leidde tot de publicatie van een lijst correcties in 2007, maar de conclusies van het artikel bleven overeind. Een paper die het team in 2001 in het vakblad Blood had gepubliceerd, werd in 2009 wel teruggetrokken nadat dezelfde journalisten ook daarin fouten hadden aangetroffen. Foto’s bleken gedupliceerd, en dezelfde beelden werden gebruikt om resultaten van verschillende experimenten te illustreren. Een onderzoek door de universiteit wees niet Verfaillie zelf, maar haar medewerkster Morayma Reyes als verantwoordelijke voor de manipulatie aan, al had Verfaillie volgens het onderzoekspanel wel beter toezicht moeten houden.

De Nederlandse microbiologe Elisabeth Bik heeft nu nog meer onregelmatigheden in het onderzoek van Verfaillie gevonden. Dat meldt de Duitse wetenschapsblogger Leonid Schneider, die op zijn site For Better Science ijvert voor meer integriteit in wetenschappelijk onderzoek.

Bik vond in tien andere studies met Verfaillie als één van de auteurs volgens haar vreemde afbeeldingen. De oudste studie dateert uit 1997, de recentste uit 2014. Daarnaast vond ze niet eerder opgemerkte onregelmatigheden in twee studies waarbij eerder al correcties waren gepubliceerd. Het gaat voornamelijk om gedupliceerde beelden, al dan niet gespiegeld of met kleine wijzigingen. ‘Die duplicaties komen soms voor binnen hetzelfde beeld, bijvoorbeeld wanneer dezelfde cellen meermaals opduiken. Soms worden dezelfde beelden meermaals als illustratie voor verschillende experimenten gebruikt', verduidelijkt Bik aan de telefoon vanuit Californië.

Twijfels

Bik neemt het woord ‘manipulatie’ bewust niet in de mond. ‘Ik beschuldig niemand van wetenschappelijk wangedrag. Dit soort fouten kan soms ook door slordigheid zijn veroorzaakt. Maar dat het er zo veel zijn doet wel twijfels rijzen. Tel je alle reeds bekende en nieuwe onregelmatigheden op, dan kom ik aan 17 papers met minstens één vreemde afbeelding. Dit vraagt om uitleg.’

Bik benadrukt dat ze geen personen wil treffen, maar enkel problematische werkwijzen wil aankaarten. ‘Het is zonde als andere wetenschappers hun tijd verspillen door onderzoek te proberen repliceren dat niet goed is uitgevoerd.’ Bik is van plan de betrokken vakbladen te contacteren en postte haar bemerkingen al op het platform PubPeer, waar wetenschappers elkaars werk na publicatie nog aan peer-review onderwerpen.

Verfaillie zelf was niet bereikbaar voor commentaar. De KU Leuven werd al door Schneider op de hoogte gebracht. 'De commissie wetenschappelijke integriteit zal de komende dagen onderzoeken of de klachten gegrond of ongegrond zijn', zegt rector Luc Sels. 'Zijn ze gegrond, dan volgt verder onderzoek dat moet uitwijzen of het om slordigheid of bewuste manipulatie gaat, wie van de auteurs daarvoor verantwoordelijk is, en of dat een impact heeft op de conclusies.' Sels benadrukt tot nader order het vertrouwen in zijn onderzoekers te behouden en hoopt de zaak zo snel mogelijk uit te klaren. 'We moeten hiervoor terug naar de originele data kijken, en dat doe je niet op één dag.'