Wetenschapsblog

Ziek worden na een vaccin: goed of slecht?

Vaccin … Wellicht één van de meest gebruikte zoektermen in het voorbije jaar. Maar hoe werken ze? Wat met die ‘nieuwe’ mRNA-technologie? En waar brengt het ons in de toekomst?

Sommige mensen voelen zich ellendig na een vaccinatie, anderen voelen niets. Hoe komt dat? Om die vraag te beantwoorden, nemen we je even mee achter de schermen van je eigen immuunsysteem. Je immuunsysteem bestaat vooral uit witte bloedcellen, en verdedigt je lichaam tegen ziekteverwekkers zoals virussen of bacteriën. Net daarom is het de ideale ‘partner in crime’ bij vaccinatie.

Het aangeboren immuunsysteem, onze eerstelijnsverdediging

Het aangeboren immuunsysteem vormt onze eerstelijnsverdediging. Dat systeem wordt ook weleens het niet-specifiek immuunsysteem genoemd omdat het alle indringers elimineert, ongeacht hun oorsprong.

De huid en slijmvliezen spelen hier een belangrijke rol. Ze vormen de fysieke grens tussen je lichaam en de buitenwereld. Zo zijn je neus, mond, keel en luchtwegen bekleed met slijm dat de indringers vangt en terug naar buiten duwt (denk maar aan een snotneus). Wanneer die fysieke barrière doorbroken wordt, door een wonde bijvoorbeeld, kan een ziekteverwekker in ons lichaam terechtkomen. Verschillende stoffen en cellen in het lichaam komen dan in actie en gaan de strijd aan met de ziekteverwekkers.

Eén van de eerste cellen die in actie schieten zijn de ‘speurders’ of fagocyten. Het woord fagocyt komt van het Griekse ‘phagein’ (eten) en ‘kytos’ (cel). Zij speuren ons lichaam af naar indringers en eten ze als het ware op.

Na het opnemen en vernietigen van indringers slaan de speurders alarm om de rest van het lichaam te waarschuwen om zich schrap te zetten. Dat doen ze door ‘alarmstoffen’ te produceren. Het zijn deze alarmstoffen die je helaas ook rillingen en hoofdpijn kunnen geven, of een koortsgevoel. Daarnaast vervult de eerstelijnsverdediging nog een belangrijke functie: sommige cellen nemen een ‘snapshot’ van de indringer en geven die informatie door aan het verworven immuunsysteem.

Het verworven immuunsysteem, de specialisten

De speurders zijn niet altijd efficiënt genoeg om in hun eentje een invasie van indringers de baas te kunnen (of ‘op te eten’). Maar daar heeft je lichaam een oplossing voor: het verworven immuunsysteem. Zodra het verworven immuunsysteem de informatie over de ziekteverwekker ontvangt, worden er speciale cellen geselecteerd. Gewapend met de ‘snapshots’ die zij van het aangeboren systeem kregen, gaan ze specifiek op zoek naar de indringer.

Nu het weet hoe de ziekteverwekker eruitziet, kan het verworven immuunsysteem bovendien een doelgericht wapen gaan produceren: antistoffen.  Je kan een antistof vergelijken met een sleutel die past in een welbepaald slot. Dat slot heet in dit geval een antigen en zit vast aan het oppervlak van de ziekteverwekker.

Wanneer de antistoffen zich binden aan de antigenen (of wanneer de sleutel dus in het slot zit), krijgt het hele immuunsysteem een boost. Zo krijgen o.a. de speurders van daarnet extra signalen om de ziekteverwekker op te eten. Zo zie je maar dat het aangeboren en verworven immuunsysteem continu in verbinding staan.

Daarnaast traint het verworven immuunsysteem bepaalde cellen in het memoriseren van ziekteverwekkers. Die geheugencellen onderhouden gezamenlijk een overzicht van alle indringers die ooit zijn aangetroffen in ons lichaam, en vormen samen een soort ‘immuungeheugen’. Zo zorgen ze ervoor dat we ook in de toekomst beter beschermd zijn tegen al die ziekteverwekkers. Sterker nog, ons verworven immuunsysteem gaat veel sterker reageren dan de eerste keer en spreekt alle delen van het immuunsysteem aan om nog sneller korte metten te maken met het virus of de bacterie.

Wat na vaccinatie?

Na de prik wordt het aangeboren immuunsysteem meteen geactiveerd. Dat kan gepaard gaan met zwelling en roodheid op de plaats van injectie. Nadien slaan de speurders in actie. Hoe hard deze cellen reageren is afhankelijk van persoon tot persoon. Hierdoor kan iedereen een combinatie krijgen van verschillende bijwerkingen zoals: koude rillingen, hoofdpijn, spierpijn en vermoeidheid.

Gelukkig is een vaccin maar een minieme hoeveelheid inactief virus. Daarom is er niet zo veel opruimwerk en gaan die ongemakkelijkheden snel over. Het verworven immuunsysteem daarentegen, draait dan op volle toeren.

Als je nadien echt besmet geraakt, zal je lichaam de indringer herkennen en meteen bijzonder efficiënt kunnen reageren. Om dat proces nog vlotter te laten verlopen, werken veel vaccins met een ‘booster’ of tweede spuitje. Net zoals herhaling van leerstof ervoor zorgt dat je het beter doet op een examen, kan je immuunsysteem ook zo’n boost gebruiken. Zo werkt het alleen maar efficiënter. Een beetje koorts is dan maar een kleine prijs om gezond te blijven, toch?

 

Cartoons artikelfoto en fagocytose: © Cell Cartoons.net
Illustratie antistof: © Scientist Cindy
Cartoon geheugencel: © The Partnership in Education