Amerikaanse haas kan klimaatverandering niet bijbenen

17 april 2013 door Eos-redactie

De Amerikaanse haas krijgt een witte vacht in de winter, waardoor hij minder opvalt voor roofdieren. Maar klimaatverandering zet hem een hak, blijkt uit een Amerikaanse studie.

De Amerikaanse haas krijgt een witte vacht in de winter, waardoor hij minder opvalt voor roofdieren. Maar door kortere sneeuwseizoenen – het gevolg van klimaatverandering – valt hij steeds meer op, blijkt uit een studie.

Een konijn kan altijd in zijn hol duiken bij gevaar. Maar zijn nauwste verwant, de haas, moet proberen op te gaan in zijn omgeving om de aandacht van natuurlijke vijanden, zoals vossen, niet te trekken. De Amerikaanse haas, die onder meer in de Rocky Mountains leeft, verandert zijn vacht in de winter van aardebruin naar sneeuwwit, en omgekeerd in de lente. Die metamorfose redt in veel gevallen zijn hachje. Maar biologen van University of Montana merkten dat in een ontdooide, bruine omgeving nog altijd witte hazen rondliepen.

Ze beslisten radiozendertjes te bevestigen op een vijftigtal hazen, en volgden ze gedurende drie winters. Twee winters hadden het kortste en langste sneeuwseizoen sinds 1970: 2010 had slechts 160 dagen met sneeuwbedekking, 2011 telde er 190. Elke week gingen de onderzoekers bij zoveel mogelijk hazen na hoe sterk hun vacht overeenkwam met de omgeving.

Scott Mills en zijn collega’s concluderen dat de hazen zich niet genoeg kunnen aanpassen aan de klimaatverandering. Elk jaar begonnen ze op dezelfde momenten aan hun metamorfose (op 10 oktober en op 10 april), of er nu tonnen sneeuw viel of niet. ‘De hazen veranderden in de koudere jaren wel trager naar bruin, dus ze kunnen de kostuumwissel een klein beetje versnellen of vertragen’, zegt Mills. Maar dat zal volgens de onderzoekers niet volstaan. De klimaatmodellen voorspellen dat het sneeuwseizoen halfweg deze eeuw een maand korter zal zijn. Als de vervellingsdata min of meer vastliggen, zouden hazen in 2050 36 dagen lang ongecamoufleerd en dus kwetsbaar rondlopen, en dubbel zolang tegen het eind van de eeuw.

De onderzoekers willen nu uitvissen hoeveel vlugger een haas-met-verkeerde-kleur prooi wordt dan een exemplaar dat synchroon loopt met de omgeving. Maar die kwetsbaarheid zal wellicht positief uitdraaien op lange termijn: ‘De hazen zullen veel selectiedruk ondervinden om het tijdstip voor vachtverkleuring bij te stellen’, aldus Mills. (rvb)