Bakens op hoogspanningslijnen redden vogels

Elk jaar laten honderdduizenden vogels het leven door botsingen met hoogspanningslijnen. Bakens op de elektriciteitskabels doen het aantal slachtoffers gevoelig dalen, zo blijkt uit monitoringsproject dat Natuurpunt uitvoerde in opdracht van netbeheerder Elia.

België telt maar liefst 5614 kilometer aan hoogspanningslijnen, allemaal onder de verantwoordelijkheid van Elia. Dat netwerk maakt een enorm aantal slachtoffers onder vogels. 'Voor alle duidelijkheid, vogels laten het leven door botsingen met draden, niet door elektrocutie,' vertelt Dominique Verbelen, wetenschappelijk medewerker Vogels bij Natuurpunt. 'We schatten dat er jaarlijks op die manier tussen 150 000 en 500 000 vogels sneuvelen.'

Niet elke soort loopt evenveel gevaar, aldus Verbelen. 'We tellen vooral grote, minder wendbare vogels zoals bijvoorbeeld ooievaars en knobbelzwanen onder de slachtoffers van hoogspanningslijnen. Daarnaast zijn vogels die in groep vliegen zoals spreeuwen en meeuwen kwetsbaar, en soorten die 's nachts trekken.'

Bebakening – het aanbrengen van signalisatie op de kabels – biedt een oplossing. Natuurpunt voerde tellingen uit voor en na het aanbrengen van bakens op een hoogspanningslijn in Noordschote, gelegen in de IJzervallei. 'Voor de bebakening vonden we 131 dode vogels, erna slechts zeven. Bakens werken dus bijzonder goed.'

De keuze voor Noordschote was niet toevallig. Het gaat om een oude lijn in een gebied waar men al jaren aan een beter natuurbeheer werkt. Met resultaat, de regio trekt meer vogels aan, maar de lijn maakt dus ook meer slachtoffers. 'Niet elke hoogspanningslijn zorgt voor evenveel problemen. Daarom hebben we een kaart uitgewerkt en de meest dodelijke lijnen geïdentificeerd. Deze zogenoemde 'zwarte lijnen' maken slechts 5,8 procent van het netwerk uit, en geven aan waar bebakening het meest nodig is. Nuttig, want Elia heeft de ambitie om het elektriciteitsnetwerk veiliger te maken voor vogels.'