Fotoreportage
Natuur & Milieu

Gletsjers beklimmen in Centraal-Azië (fotoreportage)

De meeste mensen beklimmen gletsjers ongetwijfeld voor de kick. Maar Chloë Paice beklimt ze om ze te bestuderen. Met prachtige foto's als resultaat!

Dit is een artikel van:
Wtnschp

Gletsjers. Uitgestrekte ijsmassa’s in de bergen. De meeste mensen beklimmen ze ongetwijfeld voor de kick, de fysieke uitdaging en het fantastische uitzicht. Enkele jaren geleden stond zo’n gletsjer-expeditie echter opgelijst tussen de onderwerpen voor een masterthesis. Naar Centraal-Azië dan nog wel. Voeg daaraan toe dat het onderzoek op die gletsjers gelinkt was aan de dagelijkse watervoorziening van miljoenen mensen en ik was helemaal verkocht.

Het belang van de gletsjers in Centraal-Azië

In het droge Centraal-Azië is het smeltwater van gletsjers zowat de enige bron van water. Vooral tijdens de droogste zomermaanden, wanneer er veel water nodig is voor de landbouw. Maar de klimaatopwarming doet deze ijsmassa’s steeds sneller slinken, waardoor er in de toekomst grote watertekorten dreigen voor de bevolking in deze regio.

Foto 1: Ook vandaag de dag nog, trekken vele families in Centraal-Azië ‘s zomers rond met hun vee en ronde yurts. Deze familie bijvoorbeeld laat hun schapen ’s zomers grazen vlakbij de Gregoriev gletsjer. Voor de veeteelt en landbouw, evenals voor het leven in de steden verderop, is het smeltwater van de omliggende gletsjers onontbeerlijk.

Het is moeilijk om te voorspellen hoe snel en hoeveel van het gletsjerijs zal smelten omdat we niet weten hoe dik de gletsjers in deze afgelegen bergketens zijn. Op satellietbeelden en luchtfoto’s kan je wel zien hoe groot een gletsjer is, maar niet hoe dik. Ons doel is dus om op het terrein te gaan meten hoe dik de gletsjers er nog zijn en aan welk tempo ze smelten. Zo kunnen we voorspellen vanaf wanneer en in welke mate er watertekorten zullen voorkomen, zodat de bevolking tijdig spaarbekkens of stuwmeren kan aanleggen op cruciale plaatsen.

Foto 2: In België vind je ook spaarbekkens of stuwmeren, zoals dit meer achter de Vesterstuwdam. (ostbeglien.eu – Dominik Ketz).

Een spaarbekken of stuwmeer is een kunstmatig aangelegd meer dat regen- of rivierwater opvangt, zodat het later tijdens droge periodes gebruikt kan worden. Het water kan zowel dienen als drinkwater en voor de landbouw, als voor het opwekken van elektriciteit. In sommige regio’s zijn ze van cruciaal belang om lange droge periodes door te komen.

Foto 3: Het steenpuin langs de zijwand van de vallei blijft achter, terwijl de Ashu-Tor gletsjer smelt en kleiner wordt. De puin-lijn langs de valleiwand toont dus tot waar de gletsjer zo’n honderd jaar geleden nog kwam.

Op expeditie naar "het Zwitserland van Azië"

We vertrokken vorige zomer ondertussen voor de derde keer richting Kyrgyzstan, het geografische midden van Azië, dat omwille van zijn vele gletsjers ook wel eens het “Zwitserland van Azië” wordt genoemd. Geen slechte vergelijking zo blijkt, want al tijdens de rit van de luchthaven naar het centrum van Bishkek zie je de bergtoppen en gletsjers in de verte lonken. Samen met enkele lokale onderzoekers kamperen we steeds zeven tot twaalf dagen aan de voet van deze afgelegen gletsjers.

Alleen al de tocht ernaartoe is steeds weer een uitdaging op zich. De gletsjers zijn enkel te voet bereikbaar, door ruw bergachtig terrein. Besparen op persoonlijke bagage is dus de boodschap. In het slechtste geval zijn we maar door één paard vergezeld, dat het voedsel en het broodnodige meetmateriaal kan dragen.

Foto 4: Gletsjers liggen steeds op grote hoogte in de bergen. Om ze te bewonderen of onderzoeken, is kamperen aan de voet van deze ijsmassa’s soms de enige optie.
Foto 5: Wanneer we niet per auto verder kunnen, verdelen we alle bagage onder onszelf en de beschikbare paarden.
Foto 6: Te voet en vergezeld van twee paarden leggen we de laatste 16 kilometer af door de Arabel Vallei. Aan de voet van de Ashu-Tor gletsjer zullen we ons kamp opslaan voor een week.
Foto 7: Op een van onze tochten blijkt een wankel brugje, over de rivier van smeltwater, de enige oversteekplaats tussen het einde van de autoweg en de Golubin gletsjer.

Hoe dik is het ijs en hoe snel smelt het?

Het meetmateriaal bestaat voornamelijk uit een bodemradar en een drone. Met de bodemradar kunnen we de ijsdikte rechtstreeks meten. Het toestel bestaat uit twee lange oprolbare antennes van zo’n 15 meter lang. De eerste antenne wordt bevestigd aan een zender, de tweede aan een ontvanger.

Foto 8: Te voet lopen we telkens op een rechte lijn over de gletsjer en leggen de antennes met de zender en ontvanger zo’n 30 meter uit elkaar.

De zender stuurt via de antenne een elektromagnetische radiogolf uit, die door het ijs gaat, maar op de stenen ondergrond wordt weerkaatst. De ontvanger aan de andere antenne vangt dit weerkaatste signaal zo’n 30 meter verder op. Hoe dikker het ijs, hoe langer de radiogolf nodig heeft om de afstand door het ijs af te leggen. Het duurt minder dan een seconde, maar uit de tijd tussen het uitsturen en ontvangen van het signaal, kunnen we de ijsdikte dus afleiden.

Foto 9: Met de drone maken we ook luchtfoto’s van de hele gletsjer.

Zoals je strook per strook je gazon zou afrijden met de grasmaaier, zo maken we met de drone strook per strook luchtfoto’s over de hele gletsjer. We zorgen telkens dat deze foto’s gedeeltelijk overlappen en enkele herkenbare punten op deze foto’s, zoals grote stenen, meten we nauwkeurig op met een GPS. Met de overlappende foto’s en gemeten punten, kunnen we vervolgens de hoogte van elk punt op de gletsjer heel nauwkeurig bepalen.

Foto 10: Voor het geval er iets misgaat met de water- en weerbestendige computer, schrijven we alle metingen ook op in een papieren schriftje.

Wanneer we een jaar later terugkomen en de hoogte opnieuw bepalen, kunnen we de hoogtes tussen beide jaren vergelijken. Zo weten we exact hoeveel de gletsjer op een jaar tijd is gesmolten.

Foto 11: Wanneer veel van het gletsjerijs smelt, stroomt het in rivieren over het gletsjeroppervlak naar beneden. Op sommige plaatsen, zoals deze, verdwijnt het in grote smeltgaten naar de onderkant van de gletsjer.

Slecht weer of een vergeten kabeltje

Dag in dag uit leggen we tijdens deze expedities dus verschillende kilometers af over het ijs, tot we genoeg metingen hebben. Maar het weer zit niet altijd mee. Wanneer we op een ochtend tijdens onze expeditie drie jaar geleden, na een ijzig koude nacht willen opstaan en onze tentzeilen openen, blijken we volledig ingesneeuwd te zijn. Dit maakt het werk de daaropvolgende dagen extra vermoeiend omdat we bij elke stap tot aan onze knieën wegzakken in de sneeuw.

Foto 12: Omstreeks 6u ’s ochtends, terwijl ik nog nietsvermoedend lig te slapen, staan mijn collega’s op om de sneeuw van hun instortende tenten te vegen. Ze moeten even goed kijken, want op het eerste gezicht staat er precies een tent minder.
Foto 13: Ook in de namiddag worden we geregeld overvallen door een sneeuwbui. Snel terug naar het kamp en met de rug naar de wind wat eten vooraleer we dan maar terug in onze slaapzakken kruipen.

Tijdens de expeditie van vorige zomer daarentegen staan we niet in de sneeuw, maar in de modder te ploeteren. Smeltende sneeuw en enkele onweersbuien hebben ons kamp in een grote modderpoel veranderd.

Foto 14 & 15: Behalve voor het beklimmen van de gletsjer komen onze ijsbijlen ook van pas voor het graven van greppels rond de tent. Op de stenen die boven de modder uitsteken kunnen we met de gele generator nog net de batterijen opladen voor de volgende dag.

Toch loopt het ook bij goed weer niet altijd van een leien dakje. Wanneer we op een zonnige dag naar het bovenste gedeelte van de Golubin gletsjer trekken bijvoorbeeld, blijkt na een beklimming van drie uur dat we een van de kabeltjes van de radar in het kamp vergeten zijn.

Foto 16: Uiteindelijk slagen we erin, met veel geduld en wat improvisatie, om ter plekke een vervangend kabeltje te knutselen van twee reserve-kabeltjes.

Het resultaat mag er zijn

Ondanks alles, zijn de natte voeten en de beproevingen het meer dan waard. Tot nu toe hebben we de ijsdikte en de terugtrekking van vijf gletsjers in kaart gebracht. Daarmee kunnen we hun evolutie voorspellen onder de aanhoudende klimaatopwarming. Al ziet deze er niet zo rooskleurig uit voor de Centraal-Aziatische bevolking, toch is het een eerste stap op weg naar oplossingen voor hun watervoorziening in de toekomst. Daarom zijn we ook deze zomer alweer ter plaatse, om ons veldwerk in Kyrgyzstan verder te zetten.

Foto 17: Op een heldere avond kunnen we al eens toasten op het harde werk en de mooie bergtoppen die ons omringen.
AFBEELDINGEN ARTIKEL: CHLOË PAICE, LANDER VAN TRICHT EN BENJAMIN VANBIERVLIET;

Wil je op de hoogte blijven van het onderzoek van Chloë en haar collega’s? Je vindt hier de links naar hun website en Twitterpagina.


Gerelateerde artikels

Klimaatverandering is een feit! Evolutie schiet te hulp

Klimaatverandering is een feit! Evolutie schiet te hulp

De aanpassing van het leven op aarde aan veranderende omgevingen is mogelijk  door natuurlijke selectie op basis van individuele verschillen. Deze (genetische) diversiteit binnen soorten staat echter onder druk. Het blijkt dat we als mensen onze strategieën moeten aanpassen om deze verschillen te monitoren, en zo onze biologische hulpbronnen optimaal te beheren.  Als we willen blijven profiteren van de diensten van de natuur, kunnen we maar beter deze grondstoffen van natuurlijke evolutie in de gaten houden zodat soorten zich kunnen blijven aanpassen aan veranderingen in hun omgeving.