Hoe duurzaam is de vis op ons bord?

We eten steeds meer verse vis. Ondanks een prijsstijging van 6 procent, kochten we in 2016 twee procent meer verse vis dan in het jaar daarvoor. Wat is de ecologische impact?

Kabeljauw

Kabeljauw is onze populairste vis, op de voet gevolgd door zalm. Samen zijn zalm en kabeljauw goed voor de helft van alle vers verkochte vis in België. De Atlantische kabeljauw in de Noordzee werd in de jaren 1980 sterk overbevist. Na een absoluut dieptepunt in 2006 zijn de bestanden zich stukje bij beetje aan het herstellen. In West-Schotland en de Ierse Zee zijn de kabeljauwstanden uitgeput en ook langs de kust van Groenland tot aan de Oostkust van de Verenigde Staten hebben populaties zich niet hersteld na een ineenstorting in de jaren 1990.

Als oplossing werd kabeljauw de afgelopen jaren op kleine schaal gekweekt in Noorwegen en IJsland. Inmiddels gaat het beter met de kabeljauw in de Barentszzee en zijn deze kweekplannen weer opgeborgen. Volgens de Viswijzer van het WWF wordt MSC-gecertificeerde kabeljauw uit de Noordoostelijke IJszee op duurzame wijze bevist. Er zijn aanwijzingen dat de groeiende kabeljauwstanden er het gevolg zijn van de opwarming van de aarde. Daardoor trekken populaties naar het noorden. Voorspellingen voor toekomstige kabeljauwstanden zijn lastig te maken.

Haring

Haring is tegenwoordig een duurzame keuze. Na kabeljauw en zalm is hij de meest gegeten vis in België. Haring zwemt in de noordelijke Atlantische Oceaan en is daar een van de meest voorkomende vissen. In de jaren 1970 stortten de haringbestanden door overbevissing in, maar strenge beheerplannen hebben de bestanden doen herstellen. Vrijwel alle maatjesharing op de Belgische, Nederlandse en Duitse markt is voorzien van het MSC-label.

Haring zwemt in grote scholen en daardoor kun je hem zonder veel kilometers op zee gemakkelijk in grote hoeveelheden vangen. Ook de bijvangst is minimaal. De haringvisserij maakt gebruik van netten die nauwelijks in contact komen met de bodem. Die blijft vrijwel onverstoord.

Garnaal

Ook de garnaal wordt in België gretig geconsumeerd. De grote scampi is officieel een andere soort, en een typisch restaurantproduct. De kleine roze en grijze garnaaltjes verorberen we graag thuis. De vangst van wilde garnalen is zonder meer destructief. De diertjes leven op de bodem van de zee en voor de vangst trekken de vissers veelal sleepnetten over de bodem. Het slepen van de netten vernietigt veel bodemleven en heeft daarmee impact op het hele mariene ecosysteem.

Bijvangst, ook van bedreigde soorten als rog en haai, is niet ongebruikelijk. Bovendien verbruikt de vangst veel brandstof. Uit een studie in Nature blijkt dat schepen relatief grote afstanden moeten afleggen voor kleine vangsten. Hoewel schaaldieren nog geen 6 procent uitmaken van de totale vangst, is de sector goed voor 20 procent van de totale uitstoot veroorzaakt door de visserij.

Het kweken van garnalen kan uitkomst bieden. In Azië gaat de garnalenkweek veelal gepaard met vervuiling en de kap van mangrovewouden. In Europa experimenteren we met zogenoemde systemen als ‘zero-invoer’ en ‘gesloten recirculatie’. Daarin voederen we de garnaal met visafval of zelfs volledig zonder externe input. Zulke garnalen kan je nog niet kopen in de winkel.

Je leest meer over duurzame voeding in de Eos Special over voeding. Te koop in de krantenwinkel en via Tijdschriftenwinkel.be