Kleverige gekkotenen komen en gaan

27 juni 2012 door Eos-redactie

Gekko's ontwikkelden tijdens hun evolutie 11 keer kleverige tenen, en verloren die eigenschap 9 keer.

Gekko's ontwikkelden tijdens hun evolutie 11 keer kleverige tenen, en verloren die eigenschap 9 keer.

Kleverige tenen zijn het handelsmerk van de gekko. Ze laten de dieren toe verticale wanden op te klimmen en zelfs op het plafond te lopen. Uit nieuw onderzoek blijkt dat die bijzondere eigenschap niet één of twee keer in de evolutie van de gekko is ontstaan - zoals werd aangenomen - maar maar liefst 11 keer.

Amerikaanse wetenschappers construeerden de meeste complete gekkostamboom ooit. Ze stelden vast dat de kleverige tenen in 11 groepen onafhankelijk van elkaar zijn ontstaan. In 9 groepen verdwenen ze ook.

Vandaag beschikt zo'n 60 procent van de ongeveer 1400 gekkosoorten over kleverige tenen. Daardoor kunnen ze op plaatsen komen die voor andere hagedissen moeilijker toegankelijk zijn. Het komen en gaan van de kleverige gekkotenen is volgens de onderzoekers een mooi staaltje natuurlijke selectie en ging vermoedelijk gepaard met veranderingen in de leefomgeving van de dieren, wanneer die bijvoorbeeld niet meer op rotsen of in bomen, maar op de grond gingen leven. In een zanderige omgeving zijn kleverige tenen veeleer een vloek dan een zegen.

De wetenschappers vergelijken de evolutie van de gekkotenen met de vleugels van vleermuizen, vogels en de pterosaurus: ook organismen die onafhankelijk van elkaar dezelfde oplossing voor eenzelfde probleem hebben gevonden. (ddc)