Nederlandse wildernis op het witte doek

02 september 2013 door ADW

Minihelikopters, fluisterboten, camerahutten: de makers van De Nieuwe Wildernis haalden alles uit de kast voor een documentaire over het wilde leven in de Flevolandse Oostvaardersplassen.

Minihelikopters, fluisterboten, camerahutten: de makers van De Nieuwe Wildernis haalden alles uit de kast voor een documentaire over het wilde leven in de Flevolandse Oostvaardersplassen. ‘We wilden onze hoofdpersonages in al hun facetten in beeld brengen’, zegt regisseur Ruben Smit.

‘Ik probeer nieuwe grenzen op te zoeken van de natuurfotografie’, liet natuurfotograaf Ruben Smit ooit optekenen. In De Nieuwe Wildernis probeert de Nederlander als veldregisseur annex cameraman de kloof te dichten tussen fictiefilm en documentaire. Vijftien jaar geleden al waren er plannen om het Flevolandse natuurgebied te verfilmen, maar toen zonder succes. In 2010 rakelde producent Ton Okkerse (EMS Films) het idee weer op. Samen met Smit trok hij naar Staatsbosbeheer, de overheidsdienst die het gebied in handen heeft. ‘We zeiden dat we het gebied gratis zouden promoten. In ruil daarvoor wilden we exclusieve toegang tot het volledige terrein’, vertelt Smit.

Het tienkoppige camerateam, onder leiding van Smit, wendde tijdens twee jaar filmen tal van moderne technieken aan. Zo maakte de cameraploeg grotendeels gebruik van Red One-videocamera’s, toestellen die een bijzonder filmische look creëren. Bekende Hollywoodproducties als The Hobbit en The Social Network werden met het toestel gedraaid. ‘Die filmische look is niet het enige voordeel’, zegt Smit. ‘We konden er de beelden ook in een zeer hoge resolutie monteren. 2K, en soms zelfs 4K (meer dan vierduizend horizontale pixels, red.). Dat is nog een paar honderd pixels meer dan de klassieke high definition.

Bovendien konden we tijdens de postproductie nog allerlei details aanpassen, zoals bepaalde kleuren bijschaven.’ Toch bleken de camera’s niet altijd de beste oplossing. Natuurfilms worden doorgaans in de buitenlucht opgenomen. Iets waar de Red One’s eigenlijk niet op voorzien zijn. ‘Zo stonden we ’s winters een keer te filmen bij temperaturen tot 25 graden onder nul. Pas achteraf kwam een technicus mij vertellen dat de camera eigenlijk maar min tien aankan. Gelukkig was de scène toen al ingeblikt’, lacht Smit.

‘Met drones konden we een kudde rennende paarden filmen’

Ook time-lapses, een veelgebruikte methode in natuurfilms, vergen een bovengemiddeld hoge beeldresolutie. In time-lapse-scènes wordt een natuurlijk proces dat heel lang duurt, versneld in beeld gebracht. Denk aan het openen van een bloem, overtrekkende wolken of dierlijke resten die geleidelijk verteren. In De Nieuwe Wildernis nam fotograaf Paul Klaver die scènes voor zijn rekening. Een gewone camera maakt 25 beelden per seconde. Maar voor time-lapse-scènes zijn er dat veel minder. Voor een overtrekkend wolkendek is één beeld per zes à acht seconden in de meeste gevallen genoeg. Een verpoppende vlinderlarve kan je dan weer mooi in beeld brengen met één beeld per halve minuut. Een time-lapse geeft een aparte dynamiek aan een film, maar de techniek is wel erg moeilijk en per definitie tijdrovend. Gemiddeld is maar één op de tien time-lapses succesvol.

Dronehelikopter

De omgekeerde techniek komt evengoed voor. Met hogesnelheidscamera’s, die tot 1.500 beelden per seconde schieten, kunnen vliegensvlugge processen in slow motion op film gezet worden. ‘Zo hebben we onder andere de vlucht van een vlinder en een duikende ijsvogel gedetailleerd in beeld kunnen brengen’, zegt Smit.

Waar mensen niet konden komen, deden drones het werk: camera’s gemonteerd op onbemande luchtvaartuigen. De filmcrew gebruikte zowel hexacopters – minihelikopters met zes wieken – als octacopters, met acht wieken. ‘Die toestellen hebben we speciaal laten maken voor intieme luchtopnames’, aldus Smit. ‘Geen panorama’s vanuit een vliegtuig, maar beelden van pakweg tien meter hoog. Ideaal om bijvoorbeeld een kudde rennende paarden te filmen. Al ging het soms wel eens mis. In een filmpje op de YouTube-pagina van De Nieuwe Wildernis is te zien hoe een van de hexacopters tijdens een vlucht over de besneeuwde bossen van de Oostvaardersplassen neerstort. ‘Regel één met miniheli’s: vlieg niet te dicht bij bomen’, zegt cameraman Michael Sanderson, die de drone bestuurde. ‘Maar deze is toch tegen een boom gevlogen. Ik was iets te ambitieus.’
 

Hutten in moerasland

Het centrale deel van de Oostvaardersplassen bestaat uit moerasland. Lastig voor filmmakers die hun spullen – en zichzelf – droog willen houden. ‘We gebruikten vooral waadpakken en kano’s’, vertelt Ruben Smit. ‘En omdat we de natuur zo weinig mogelijk wilden verstoren en dus erg stil moesten zijn, voeren we ook met fluisterbootjes. Die werken met een geruisloze elektrische motor. Af en toe installeerden we een polecam vooraan op het bootje. Dat is een camera die aan het uiteinde van een paal vastzit, om makkelijk verticaal en horizontaal te manoeuvreren. Die camera kon ook onder water filmen. Zo hoefden onze snorkelaars niet altijd het water in om de insecten en karpers vast te leggen.’

Daarnaast waren de fluisterbootjes ook ideaal om zwaar materiaal te transporteren. Verspreid over het gebied liet het filmteam immers een vijftal houten hutjes bouwen. ‘Het duurde makkelijk twee maanden voor zo’n hut klaar was. Ze moesten dan ook groot genoeg zijn om in te overnachten. Soms moest ik de klok rond filmen voor amper veertig seconden bruikbaar beeldmateriaal.’ Het verschil zit vaak in de details. Zo liet Smit de hutten uitrusten met spiegelglas. ‘Op die manier konden we van lens wisselen zonder dat de dieren ons opmerkten.’

Gelukkig moest het team niet altijd urenlang op dezelfde plaats blijven. Het maakte dankbaar gebruik van radiozenders met afstandsbediening, waarmee je de camera op een afstand aan en uit kan schakelen. Ook de camera’s met een externe accu bleken handige snufjes. Die konden op een plek naar keuze zelfstandig zo’n drieënhalf uur filmen – de gemiddelde levensduur van de batterij. Smit: ‘Op die manier wisten we een moeilijk bereikbare kolonie zilverreigers te filmen. Maar bij de vossen ging het wel eens mis.

Vossen zijn heel routineuze, maar schuwe dieren. We wisten perfect waar we ons materiaal moesten installeren. Maar af en toe ontdekten ze een van onze camera’s. Eentje ging aan de haal met het toestel, en zonder het te weten filmde het dier zichzelf tot twee keer toe. Dat leverde natuurlijk wel bijzondere beelden op. En een populair YouTube-filmpje.’

Dieren casten

Het is dus onmogelijk om alles op voorhand uit te tekenen. Toch kan een natuurfilm niet zonder grondige voorbereiding. ‘Je moet precies weten wat je wil en wat er in het script moet staan. Want met mooie beelden alleen kom je er niet’, klinkt het bij Smit. De Nieuwe Wildernis werd gemaakt met wat je bijna een uitgeschreven scenario kan noemen. Wat dat betreft leunt de film dichter aan bij een Hollywoodproductie dan bij een klassieke natuurdocumentaire. ‘

De meest tv-natuurdocu’s vertellen een aantal verhalen na elkaar. Maar het zijn geen doorlopende geschiedenissen. Wij hebben een soort casting gedaan met individuele dieren. We volgden één bepaalde vos, ijsvogelfamilie, zeearend … Aanvankelijk hebben we zo een tiental dieren geselecteerd, waarvan er vijf de film haalden. Dat zijn onze vijf ‘hoofdpersonages’. Die dieren probeerden we in al hun facetten in beeld te brengen. Zo zal je zien dat traditioneel menselijke emoties als liefde, verdriet, haat of macht in de film voorkomen.’
 

Vos steelt camera
De acteurs van De Nieuwe Wildernis zijn dieren, en die durven weleens eigenzinnig te zijn. Hier zie je hoe een nieuwsgierige vos aan de haal gaat met een camera. Niet ideaal voor de levensduur van de camera, maar gelukkig wel goed voor uniek beeldmateriaal.

 


Voor de muzikale begeleiding zorgde de Nederlandse componist Bob Zimmerman. Volgens Smit heeft Zimmerman elk personage in De Nieuwe Wildernis min of meer een eigen soundtrack gegeven. Een soort ‘Peter en de wolf’-thema.

Naast de film zal er ook een driedelige televisieserie van De Nieuwe Wildernis uitkomen. Die graaft iets dieper in het ecosysteem van de Oostvaardersplassen. Ook kwam een groot deel van de beelden die de 97 filmminuten net niet haalden, in de tv-serie terecht. ‘Inclusief slowmotion-opnames klokten we af op zo’n driehonderd uur beeldmateriaal. Een goeie twintig uur daarvan was echt bruikbaar. Het zou zonde zijn om daar zoveel van weg te gooien. Zeker als je weet dat we drie jaar aan het project gewerkt hebben, waarvan bijna twee jaar filmen in het natuurgebied.’ Dat het resultaat gezien mag worden, blijkt uit de verschillende teasers en trailers die her en der op internet te bekijken zijn. Die hoeven alvast niet onder te doen voor bekende BBC-producties. 

De Nieuwe Wildernis

De documentaire speelt zich af in de Oostvaardersplassen, een 6.000 hectare groot natuurgebied ter hoogte van Amsterdam dat met zijn riet, water, ruige grasvlaktes en wilde dieren uniek is voor heel Europa. De hoofdrolspelers zijn dieren zoals extraverte konikpaarden, oogverblindende ijsvogels en een jong vossengezin. Ze worden doorheen de seizoenen gevolgd op hun levenspad. Acteur Johan Heldenbergh sprak de Vlaamse versie van de film in. De winst van de film zal dienen voor de ontwikkeling van het Grote Netewoud, een verzameling van natuurgebieden in het hart van de Kempen met uitgestrekte graslanden, heide en ondoordringbare bossen.

De Nieuwe Wildernis loopt vanaf 25 september in Kinepolis. Eos geeft 25 duotickets weg. Het enige wat u moet doen, is deze vraag (link) correct beantwoorden.