Olifanten verhuizen draagt niet bij aan behoud

10 december 2012 door Eos-redactie

Onder druk van lokale boeren, of voor hun eigen veiligheid, worden ‘probleemolifanten’ in Sri Lanka gevangen en naar een nationaal park gebracht. Maar die aanpak werkt averechts: de helft van de olifanten sterft binnen de acht maanden na de verhuizing.

Onder druk van lokale boeren, of voor hun eigen veiligheid, worden ‘probleemolifanten’ in Sri Lanka gevangen en naar een nationaal park gebracht. Maar die aanpak werkt averechts: de helft van de olifanten sterft binnen acht maanden na de verhuizing.

Er zijn zesduizend Aziatische olifanten in Sri Lanka. Elk jaar sterven zeventig mensen en tweehonderd olifanten bij confrontaties tussen beide. Boeren doden olifanten die hun oogst plunderen, olifanten nemen wraak door mensen te vertrappelen. Omdat de Aziatische olifant een bedreigde diersoort is, kiezen natuurbeschermers in Sri Lanka ervoor om probleemolifanten te vangen en naar een nationaal park te verhuizen. Maar wat daarna met die olifanten gebeurt, is niet goed geweten.

Daarom volgden wetenschappers twaalf olifantenstieren gedurende drie jaar na hun verhuizing naar een nationaal park. Vier olifanten bleven netjes in hun nieuwe thuis, de overige dieren sloegen vrijwel meteen op de vlucht. Vijf olifanten zwierven wanhopig rond en drie zochten gericht hun weg terug naar huis. Een aantal olifanten kreeg drie of zelfs vier keer een retourtje naar het park, maar daar blijven deden ze niet.

Het verhaal van Brigadier, één van de overgeplaatste olifanten, is sprekend voor het lot van de dieren. Het mannetje ging na aankomst in het park meteen honderd kilometer rennen tot aan de kust, dook het zeewater in en zwom vijf kilometer, waarna hij door de kustwacht werd gevangen en terug aan land gebracht. Daar vernielde de olifant een aantal akkers, viel in een put en stierf. Vijf van de twaalf verhuisde olifanten ondergingen een gelijkaardig lot. De dieren vertrappelden ook vijf mensen.