185 Vlamingen speurden naar teken in hun tuin. In bijna de helft van die tuinen zaten teken. ‘Ze zitten vaak niet in het gras, maar vooral in verwilderde hoekjes met afgevallen bladeren.’
In 44 procent van de deelnemende tuinen is minstens één teek gevonden. Een op de vijf van de geteste teken was besmet met de Borrelia-bacterie die de ziekte van Lyme kan veroorzaken. ‘We vonden het meeste teken in landelijke tuinen’, zegt Käthe Robert (Universiteit Antwerpen), die het burgerwetenschapsproject leidde.
In bijna de helft van de tuinen zitten teken. Dat lijkt behoorlijk veel …
‘Dat klopt, maar het gaat hier om 44 procent van de onderzochte tuinen, en die zijn niet representatief voor dé tuinen in Vlaanderen. Twee van de drie deelnemende tuinen waren landelijke tuinen. Daarin zitten ook de meeste teken, zo blijkt. In tuinen in verkavelingen zaten er het minste. De stadstuinen zaten ertussenin. Ook zitten er in bossen nog steeds veel meer teken per vierkante meter dan in tuinen.’
Waar in de tuin is het risico op teken het grootste?
‘Er zaten het meeste teken in ‘wilde’ hoekjes, bijvoorbeeld met afgevallen bladeren en verwilderde planten.’
‘Er was ook een verband met dieren. Hoe meer verschillende soorten zoogdieren er in de tuin te zien waren – denk aan muizen, ratten, reeën, vossen – hoe meer teken er zaten. Dat lijkt logisch, want deze dieren worden, net als mensen, gebeten door teken en kunnen ze dus uit het bos naar de tuin brengen. In tuinen waar veel vogels kwamen, was de besmettingsgraad van de teken met de Lyme-bacterie hoger. En een hond in de tuin verminderde dan weer het aandeel besmette teken. Terwijl honden wel degelijk gastheer kunnen zijn. Misschien komt dat omdat honden vaak behandeld worden tegen teken. Tot slot kunnen ook vogels teken naar je tuin brengen.’

Bij een op de vijf teken werd de bacterie ontdekt die de ziekte van Lyme veroorzaakt. Wat kun je doen om teken in de tuin te vermijden?
‘Wij willen zeker niet oproepen om je tuin te verharden of alle biodiversiteit eruit te weren. We willen vooral dat mensen zich ervan bewust zijn dat er teken in hun tuin kunnen zitten. Als het gaat over tekenbeten en een besmetting met de ziekte, speelt er meer mee dan enkel de aanwezigheid van teken. Hoeveel teken zijn er? Dat is inderdaad de eerste vraag. En we weten nu dat er in tuinen minder zijn dan in het bos. Tweede vraag: hoeveel van die teken zijn ook effectief besmet met de Borrelia-bacterie? De besmettingsgraad is even hoog bij teken in de tuin dan bij teken in het bos. En tot slot: hoe is je blootstelling? Ga je bijvoorbeeld uit voorzorg met een lange broek en gesloten schoenen in het bos wandelen, maar lig je in bikini in de tuin? Wij hebben in 2020 een bevraging uitgevoerd, en daaruit bleek dat mensen zich minder beschermen in de tuin, en dat ze zichzelf wel vaak checken op teken als ze in het bos zijn geweest, maar niet als ze in de tuin hebben gewerkt.’
Moeten we dan ingepakt in de tuin zitten?
‘Nee, zeker niet. Al zou ik het wel aanraden als je in een verwilderd hoekje gaat werken. Het is vooral belangrijk om jezelf achteraf te controleren op teken.’
Hoe herken je een teek?
‘Een teek kent drie levensstadia. Als hij net uit het ei komt, gaat het om heel kleine larfjes met een lichte kleur en zes poten. Je kunt ze bijna niet zien met het bote oog. Maar ze zijn dan ook nog niet besmettelijk. Nadat ze bij een eerste gastheer bloed hebben gezogen, laten de larfjes los en worden ze nimfen. Enkele maanden later zullen de nymfen een nieuwe gastheer opzoeken. Omdat ze al een eerste keer bloed hebben gezogen, kunnen ze nu besmet geraakt zijn met de bacterie die lyme veroorzaakt. Nimfen zijn klein, beige-bruin van kleur en hebben acht poten. Als ze genoeg bloed hebben gezogen, laten ze opnieuw los en worden ze volwassen teken. Die volwassen teken zijn zwart of rood-bruin en hebben eveneens acht poten. De vrouwtjes zullen zich nog een laatste keer vasthechten aan een gastheer omdat ze bloed nodig hebben om eitjes te kunnen leggen. Een teek kan tot vier jaar leven, en kan drie verschillende gastheren hebben: vogels, zoogdieren en dus ook mensen. In ons onderzoek hebben we zowel larven, nimfen als volwassen teken gevonden in de tuinen, de overgrote meerderheid waren schapenteken. In één tuin vonden we 162 larven in een nest – de vrouwtjes leggen gemiddeld tweeduizend eitjes.’

Wat moet je doen als je een teek ontdekt?
‘Je kunt een tekentangetje, -koevoet of -kaart gebruiken, of een puntig pincet – geen plat want als je de teek platknijpt, duw je de bacterie in je lichaam. Je trekt hem recht omhoog bij het kopje. Je mag niet draaien als je hem verwijdert. Het wondje kun je daarna best ontsmetten. Als je de teek correct verwijdert binnen de twaalf uur, dan is de kans op besmetting verwaarloosbaar. De bacterie zit namelijk in het spijsverteringsstelsel van de teek en het duurt wel even voordat die overgedragen wordt. Zie je toch op die plek een rood bolletje met daarrond een rode cirkel die in de dagen nadien steeds groter wordt, dan ga je best naar de huisarts. Ook griepachtige symptomen en koorts in de maand na de tekenbeet kunnen erop wijzen dat je toch besmet bent geraakt.’
Hebben jullie naast de bacterie die lyme veroorzaakt, de gevonden teken ook gecheckt op het virus dat tekenencefalitis veroorzaakt?
‘Nee. Dat had ook weinig zin, omdat het virus bij ons nog niet veel voorkomt (het TBE-virus komt vooral voor in Oostenrijk, Zwitserland en Duitsland, maar is in de afgelopen jaren ook sporadisch opgemerkt in België en Nederland. Het kan leiden tot hersenvliesontsteking, red.). Je zou duizenden teken moeten hebben om een paar besmette dieren te vinden. Al wordt het ook hier wel opgevolgd, vooral via het aantal mensen of dieren die besmet raken.’
Zelf teken opsporen in je tuin? Gezondheidsinstituut Sciensano zet het onderzoek verder in heel België. Je kunt je aanmelden op de website om elke maand met een tekenvlag – een flanellen laken aan een stok – door je tuin te gaan. De teken die aan de vlag blijven hangen, stuur je op voor onderzoek.
Heb je een tekenbeet opgelopen? Ook dat kun je melden, zodat onderzoekers de verspreiding van teken en van de ziektes die ze veroorzaken, kunnen opvolgen.