Op zoek naar lekker gras

15 april 2014 door Eos-redactie

Omdat er door de klimaatsverandering wellicht frequenter droogtes zullen zijn, groeit de interesse voor een grassoort die goed tegen droogte en hitte kan.

Omdat er door de klimaatsverandering wellicht frequenter droogtes zullen zijn, groeit de interesse voor een grassoort die goed tegen droogte en hitte kan.

Engels raaigras is op dit ogenblik de meest gebruikte grassoort in West-Europa. Maar onder gunstige groeiomstandigheden brengt rietzwenkgras gemiddeld 20 procent meer op. Deze grote opbrengsten kunnen ook vele jaren aanhouden en in droge perioden kan het opbrengstverschil zelfs stijgen tot 60 procent.

Helaas zijn er ook belangrijke nadelen verbonden aan rietzwenkgras. De voedingswaarde is laag, en koeien en schapen die het gras voorgeschoteld krijgen, eten er weinig van omdat ze de soms erg ruwe bladeren niet lekker vinden. Het gevolg daarvan is dat het eten ervan resulteert in een lage melk- of vleesproductie.

Omdat het belang van rietzwenkgras in de Belgische landbouw op dit ogenblik klein is, onderzoekt de vakgroep Plantaardige productie van de Universiteit Gent het potentieel van rietzwenkgras onder West-Europese landbouwomstandigheden. Ze heeft daarvoor een veredelingsprogramma voor de grassoort opgestart dat aangepast is aan onze landbouwpraktijken.

De wetenschappers verzamelden zaden van honderden wilde rietzwenkgrasplanten in België en de buurlanden, en zaden van bestaande buitenlandse rassen uit genenbanken. Uit deze zaden werden duizenden planten opgekweekt waarvan de groeikracht en de gezondheid werd onderzocht. Er werd daarbij bijzondere aandacht besteed aan de zachtheid van de bladeren. Om die te evalueren, streelden de wetenschappers de planten en kenden ze er een zachtheidsscore aan toe.

Van al deze planten werden er vier geselecteerd die zowel een uitstekende groei, een hoge voedingswaarde als zachte bladeren hadden. Deze planten werden met elkaar gekruist en liggen aan de basis van een nieuwe zachtbladige en gezonde rietzwenkgraspopulatie. Het ras werd Femelle gedoopt, een samentrekking van Festuca - de wetenschappelijke naam van rietzwenkgras - en Melle, waar het onderzoek gebeurde. Indien het nieuwe ras slaagt voor alle officiële tests, kunnen de landbouwers het vanaf 2016 uitzaaien.

De wetenschappers benadrukken dat Femelle geen eindpunt is, maar een beginpunt voor de selectie van rassen die nog gezonder zijn en nog beter worden opgenomen door het vee. Bij de verdere veredeling worden naast de zachtheidwaarnemingen nu ook schapen ingezet die de onderzoekers de weg moeten wijzen naar de meest smakelijke rietzwenkgrasplanten. (ev)