Pimpelmeesvrouwtje wil man met goed afweersysteem

20 maart 2012 door Eos-redactie

Het aantal genen dat een goed afweersysteem bepaalt, speelt een rol bij de partnerkeuze van mezen.

Het aantal genen dat een goed afweersysteem bepaalt, speelt een rol bij de partnerkeuze van mezen.

Genen die behoren tot het Major Histocompatibility Complex type 1 (MHC1) bepalen of het immuunsysteem van de pimpelmees specifieke ziekteverwekkers herkent, en of de mees wel of niet immuun is tegen bepaalde ziektes. Onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen stelden vast dat de MHC1-genen een rol spelen bij de partnerkeuze van de vogels.

Ze vonden een duidelijk verband tussen het aantal MHC1-genen van beide partners. Dieren met veel MHC1-genen hebben doorgaans een partner die er ook veel heeft, en omgekeerd vormen vogels met weinig afweersysteemgenen ook vaak een koppel. Alle mezen hebben een voorkeur voor een gezonde partner met veel MHC1-genen, stellen de wetenschappers, maar dieren met weinig MHC1-genen hebben pech, en moeten zich tevreden stellen met een partner die er ook weinig heeft.

Blijven paren
De wetenschappers ontdekten voorts dat pimpelmezen tijdens de broedperiode nog paren. Pimpelmezen leggen vrij veel eieren, gemiddeld elf maar soms tot zeventien. In tegenstelling tot wat werd gedacht, bleken alle eieren bevrucht te zijn. Dat betekent volgens de onderzoekers dat de mezen ook tijdens de broedperiode nog seks hebben, terwijl de meeste zangvogels na het begin van de leg veel minder of helemaal niet meer paren. (ddc)