Racepaarden lopen sneller en sneller

24 juni 2015 door Eos-redactie

In de atletiek worden nog geregeld wereldrecords gebroken, en velen vragen zich af wanneer we uiteindelijk op de limieten botsen. Ook racepaarden blijken nog altijd sneller en sneller te lopen.

Op elk groot atletiektoernooi sneuvelen weer enkele wereldrecords. Ook de zogenoemde snelste man op aarde Usain Bolt, die ooit 100 meter liep, gelooft dat hij nog sneller kan? Wetenschappers breken er zich al langer dan vandaag het hoofd over waar de limieten liggen, en of die er überhaupt zijn.

Niet alleen wat betreft mensen, maar ook voor racepaarden leeft die kwestie. Wetenschappers van de University of Exeter (VK) voerden een datastudie uit en kwamen tot het besluit dat paarden almaar sneller gaan. De onderzoekers analyseerden daarvoor gegevens van de voorbije 150 jaar. In totaal ruim 600.000 wedstrijdtijden van meer dan 70.000 racepaarden - zowel van professionele ruiters als amateurs.

Daaruit blijkt dat de snelheid van de paarden gestaag is toegenomen, en dat die toename vandaag nog altijd aan de gang is. Vooral op korte afstanden is de vooruitgang opvallend. Op langere afstanden vlakt de toename af.

Dat is opvallend, want algemeen werd aangenomen dat racepaarden de laatste decennia hun limieten bereikt hadden. Maar deze onderzoeksresultaten spreken die consensus dus tegen. 'In 1850 liepen sprintpaarden iets minder dan 54 kilometer per uur', vertelt hoofdonderzoeker Patrick Sharman. 'Uit onze studie blijkt dat dat vandaag meer dan 60 is.' Een progressie van ongeveer 12 procent dus. Bij langeafstands racepaarden (boven twee kilometer) is het verschil iets minder: van 50,8 naar 55,7 kilometer per uur.

De historische progressie kwam in twee golven, zo vertellen de onderzoekers. De eerste vond plaats aan het begin van de 20ste eeuw, en kwam door een nieuwe zithouding van de jockeys: gehurkt, en met kortere stijgbeugels. In de jaren 1970 en ’80 vond er opnieuw een opvallende vooruitgang plaats, vermoedelijk doordat paardenraces plots erg populair waren en er vermoedelijk dus meer dan ooit specifiek gefokt werd.

Maar als de vooruitgang ook vandaag nog merkbaar is, waar liggen dan wel de limieten? Sharman: 'In theorie moet er een limiet zijn voor hoe snel racepaarden kunnen rennen. Op de sprintnummers is er de laatste vijftien jaar een voortdurende vooruitgang, maar op middellange en lange afstanden lijkt de vooruitgang af te vlakken. We willen nu onderzoek waaraan dat ligt. Zijn paarden van nature snellere sprinters? Of wordt er gewoon specifiek gefokt op sprintdieren?’ (adw)

De resultaten verschenen in het vakblad Biology Letters.