Eos Blogs

Toekomstige droogtes: hebben we een glazen bol?

Hoe weten we wat voor extreme klimaatgebeurtenissen de toekomst zal brengen? De laatste jaren zijn veel belangrijke stappen gezet om klimaatverandering en klimaatextremen beter te begrijpen.

Hoe de gemiddelde temperatuur de komende decennia zal evolueren door klimaatverandering, weten we inmiddels vrij goed. Waar echter nog veel vragen over zijn, is wat er met de temperatuurs- en neerslagextremen zal gebeuren. Hoewel een te droge zomer 5 jaar geleden nog een verre toekomst leek, zijn we ondertussen vele ervaringen rijker. Het is zeker geen volledige toevalstreffer, en zo’n droge, of zelfs drogere, warmere en helaas dodelijkere zomers zullen op ons af blijven komen, net als andere vormen van klimaatextremen. Meer details zijn echter onzeker, al zijn er de laatste jaren vele stappen vooruitgezet. We begrijpen steeds beter wat er op ons af komt, zijn in staat om het beter te modelleren en kunnen daardoor steeds concretere uitspraken doen, die ons vertellen dat het einde van de eeuw zeker zal verschillen van wat we tot enkele jaren geleden gewend waren.

Extreme gebeurtenissen beter begrijpen

Een grote vooruitgang is de manier waarop we gevaren, risico’s en extremen zijn gaan definiëren. Voor lange tijd gingen we ervan uit dat als we naar de temperaturen van het verleden en van klimaatmodellen zouden kijken, we wel voldoende informatie hadden om uitspraken over de toekomst te doen. Zo’n 10 jaar geleden werd dat concept al bijgesteld door te zeggen dat we niet alleen rekening moeten houden met het weer en het klimaat (‘Weather and climate events’ op de figuur), maar eveneens met de blootstelling aan gevaar (‘Exposure’) en de kwetsbaarheid (‘vulnerability’) (IPCC, 2012). Om een voorbeeld te geven: in de regio’s in Vlaanderen met de meeste waterintensieve landbouw of industrie is de blootstelling aan droogte het grootst. Tegelijkertijd is in Vlaanderen is de kwetsbaarheid voor droogte, door onze grote mate aan waterafvoer, groter dan in buurlanden.

Definitie van klimaatrisico's, volgens het speciaal IPCC-rapport van 2012.

Dit concept begint echter alweer voorbijgestreefd te worden. Een nieuwe relevante vraag is hoe klimaatgebeurtenissen op elkaar inspelen. Dit is het principe van ‘samengestelde gebeurtenissen’ Zscheischler et al. (2018). Droogte is een probleem, maar wat als dit gepaard gaat met een hittegolf? En wat als deze droogte-hittegolfcombinatie in een bosbrandgevoelige regio is? En wat als de vele rook die hierbij ontstaat, voor longproblemen zorgt? Klinkt vergezocht? Deze problemen kwamen samen voor in de zomer van 2010 in Rusland, wat een belangrijke boost en aanleiding voor onderzoek zoals dit was. Hierbij moeten niet eens per se verschillende gebeurtenissen onderzocht worden die zich tegelijkertijd afspelen: ook weersomstandigheden die in tijd en ruimte gelinkt zijn, kunnen een grote rol spelen. Op deze manier creëren we een heel nieuw kader om toekomstige klimaatproblemen te bestuderen, wat nodig blijkt te zijn: sommige gebeurtenissen kunnen we zonder niet eenvoudig verklaren of begrijpen.

Extreme gebeurtenissen beter modelleren

Terwijl we steeds beter weten hoe we de toekomst moeten interpreteren, zijn onze klimaatmodellen steeds beter in staat om ze weer te geven. Dit is niet zo vanzelfsprekend als het lijkt. Klimaatmodellen verbeteren betekent dat we ze op een fijnere schaal willen weergeven: de hokjes waarin we de aarde opdelen om zo’n model te laten rekenen worden kleiner, en de tijd tussen twee momenten waarop we data van het model verkrijgen wordt kleiner. Dat betekent enerzijds dat we verschillende weersprocessen gedetailleerder kunnen weergeven, anderzijds dat we de werking van die processen goed moeten begrijpen en dat we er de computerruimte voor moeten hebben. Want vergis je niet: zo’n model werkt niet op 1-2-3.

Gelukkig is er goed nieuws: voor België kunnen we inmiddels al modellen laten lopen op een schaal van 2x2 km. Voor de hele eeuw vergt dat echter nog veel tijd, al zullen we de komende jaren steeds meer van deze resultaten te zien krijgen. Hopelijk zullen we er zelfs snel voor Europa en de wereld krijgen. Uit wat we al hebben, kunnen we desondanks al veel leren. Zo gedraagt extreme neerslag zich op zo’n fijne schaal anders dan op ruwere schalen, en kunnen we bijvoorbeeld ook meer rekening beginnen houden met microklimaat en type omgeving om de sterkte van toekomstige droogtes in te schatten.

Wat brengt de toekomst ons?

Het is helaas duidelijk: klimaatverandering is hier om te blijven. Zelfs als we nu meteen stoppen met broeikasgasuitstoot, zal de hoeveelheid CO2 die zich al in de atmosfeer bevindt nog lange tijd voor problemen zorgen. Dat betekent dat we op z’n minst rekening moeten houden met wat we de voorbije jaren meegemaakt hebben als we naar de toekomst kijken. Helaas is zelfs dat scenario te rooskleurig: zoals het er momenteel voor staat, halen we met moeite het Parijsakkoord.

We zullen dus rekening moeten houden met droogtes en hittegolven als nieuwe normaal, al zullen ze niet altijd even stevig zijn. We weten helaas wel dat de records zullen blijven sneuvelen zoals de voorbije jaren gedaan hebben, en dat de extremen zich hierbij zullen laten gelden. Dit zal in tegenstelling tot de gemiddelde temperatuur geen trage, graduele vooruitgang zijn. Integendeel, de meeste modellen wijzen erop dat de klimaatextremen in sprongen zullen gaan. Het is goed mogelijk dat de maximumtemperatuur een van de volgende zomers weer met een graad naar boven gaat. Kortom: de wereld zal tegen het einde van deze eeuw een heel andere plaats zijn.