Vogels gebruiken bek niet als kompas

12 april 2012 door Eos-redactie

Duiven zouden hun buitengewone navigatievermogen danken aan ijzerrijke zenuwcellen in hun bek. Klopt niet, blijkt uit een nieuwe Nature-studie.

Duiven zouden hun buitengewone navigatievermogen danken aan ijzerrijke zenuwcellen in hun bek. Klopt niet, blijkt uit een nieuwe Nature-studie.

De onderzoekers van de studie ontdekten dat de ijzerrijke cellen in feite gespecialiseerde witte bloedcellen zijn, zogenaamde macrofagen. Een vogelbek bevat duizenden van die cellen, stuk voor stuk gevuld met microscopisch kleine ijzerballetjes. De macrofagen ‘recycleren’ dat ijzer uit rode bloedcellen, en spelen ook een rol bij de bestrijding van infecties.

Het is volgens de Britse en Oostenrijkse onderzoekers onwaarschijnlijk dat de cellen betrokken zijn bij navigatie. Ze kunnen immers geen elektrische signalen produceren, die noodzakelijk zijn voor de communicatie met neuronen, en dus geen invloed kunnen hebben op het gedrag van een duif.

Dat de duiven de ijzerrijke cellen in hun bek in interactie met het magnetisch veld van de aarde gebruiken als kompas, klopt dus niet. Hoe duiven erin slagen om altijd hun weg naar huis terug te vinden, wordt na deze studie dus terug een pak mysterieuzer. (kv)