‘Weet je wel dat de universiteit voor mijn tijd 250 euro per uur rekent?'

Neen, daar had ik niet aan gedacht toen ik een toxicoloog voor een interview contacteerde. Of het niet de belastingbetaler is die de 250 euro ophoest, wierp ik voor de sport nog op.

Met de communicatiedienst van de universiteit in kopie, zo kinderachtig zijn we dan wel. En of je expertise delen in de media geen prima manier is om iets voor die belastingbetaler terug te doen, een onderdeel van het takenpakket van elke academicus bovendien? Het mocht niet baten.

Gelukkig kom je ze zelden tegen, a­cademici die hun neus ophalen voor vragen van een journalist. De meeste experts doen hun uiterste best om een gaatje te vinden in hun bomvolle agenda. Mails worden beantwoord in alle vroegte, ’s avonds laat of in het weekend. Veel wetenschappers staan te popelen om over hun onderzoek te communiceren.

En maar goed ook. Om te snappen waarom, hoef je maar een paar afleveringen van het Eén-programma Van Gils en gasten uit te zitten. Al raad ik dat ten zeerste af. Homeopaten die het nut van vaccins in twijfel trekken, arbeidspsychologen die met het door de wetenschap verworpen ‘enneagram’ je persoonlijkheid in kaart brengen en osteopaten die de voordelen van migraine bezingen: het vaatje kwakzalvers en pseudowetenschappers waaruit de redactie tapt, raakt niet leeg.

De stem van wetenschappers is broodnodig. Want voor elke expert zonder tijd staat een legertje charlatans klaar. Zonder betrouwbare kennis van zaken, en met tijd in overvloed.