Wetenschappers berekenen impact Fukushima

17 juli 2012 door Eos-redactie

De radioactiviteit die vrijkwam bij de kernramp in het Japanse Fukushima kan nog 15 tot 1100 sterfgevallen ten gevolge van kanker veroorzaken, met 130 als meest waarschijnlijke schatting.

De radioactiviteit die vrijkwam bij de kernramp in het Japanse Fukushima kan nog 15 tot 1100 sterfgevallen ten gevolge van kanker veroorzaken, met 130 als meest waarschijnlijke schatting. Dat berekenden wetenschappers van Stanford University.

De onderzoekers gebruikten atmosferische modellen om de verspreiding van radioactief materiaal te simuleren, in combinatie met modellen die op basis van blootstelling gezondheidseffecten voorspellen. Dat de onzekerheidsmarge zo groot is, heeft zowel te maken met onzekerheden over de precieze dosis waaraan mensen zijn blootgesteld, als met onzekerheden over de effecten van een bepaalde dosis.

'Algemeen weten we uiteraard dat radioactiviteit als belangrijkste gezondheidseffect kanker heeft,' verduidelijkt Karina De Beule van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC). 'Bij hoge dosissen is dat duidelijk, bij de effecten van lage doses - waar het FANC ook actief mee bezig is - groeien de inzichten maar is het nog steeds moeilijk om een eenduidig verband te leggen. Wij gaan ervan uit dat een blootstelling aan 1milliSievert het risico op kanker - dat voor een doorsnee Belg 30 procent bedraagt - met 0,01 procent verhoogt.'

Volgens de onderzoekers ontkrachten hun resultaten de bewering dat het ongeval in Fukushima geen ernstige gevolgen voor de gezondheid zal hebben, en temperen ze tegelijk de vrees voor een wereldwijde impact van de ramp - de meeste doden (94) worden immers in Japan zelf verwacht. In Europa verwachten de wetenschappers amper één (0,89) extra sterfgeval aan kanker.

Tegelijk merken ze op dat slechts 19 procent van het vrijgekomen radioactieve materiaal boven land neersloeg. 'De meeste radioactiviteit is in de Stille Oceaan terecht gekomen', zegt onderzoeker Mark Jacobson. Andere weersomstandigheden hadden veel maar schade kunnen aanrichten, vooral in Japan en Azië.'