Zuidpool smelt sneller weg dan ooit

16 april 2013 door Eos-redactie

Het zomerijs smolt de afgelopen duizend jaar nog nooit zo snel als nu.

Het zomerijs smolt de afgelopen duizend jaar nog nooit zo snel als nu.

Australische en Britse wetenschappers boorden 364 meter diep op James Ross Island, in het noorden van Antarctica. Aan de hand daarvan konden ze ‘teruggaan in de tijd’: ze maten de dikte van ijslagen die gesmolten waren en opnieuw bevroren en gingen de hoeveelheid deuterium – waterstof met een extra neutron in de kern – na. De ijslagen geven een idee van het zomerse smeltijs, het deuterium maakt een schatting van de gemiddelde jaartemperatuur mogelijk.
 

Conclusie: het zomerijs smelt de afgelopen jaren weg met een recordtempo. De onderzoekers gingen duizend jaar terug. Zowat zeshonderd jaar geleden bleek de temperatuur het laagste: zowat 1,6 graden Celsius onder die van de late 20ste eeuw. Amper 0,5% van de sneeuw die er jaarlijks bijkwam, smolt weg (en bevroor opnieuw). Vandaag smelt tien keer zoveel (5%) van de ‘nieuwe’ sneeuw. Het snelle smeltproces, de terugtrekking van gletsjers en het afbreken van ijsschotsen is vooral een evolutie van de afgelopen zestig jaar.

Als je kijkt naar de temperatuur, krijg je een ander verhaal. Die blijkt in het noorden van Antarctica wel heel geleidelijk gestegen. Vermoedelijk is er rond 1950 een kantelpunt bereikt, waarbij zelfs een kleine verhoging van de gemiddelde temperatuur leidt tot enorm ijsverlies.
 

De wetenschappers van de Australian National University en de British Antarctic Survey publiceerden hun onderzoek in het vakblad Nature Geoscience. (lg)