Congo bijna Hongaars?

23 februari 2012 door Eos-redactie

Tot 1908 was Congo min of meer het privébezit van koning Leopold II en zijn Hongaarse echtgenote Maria Hendrika.

Tot 1908 was Congo min of meer het privébezit van koning Leopold II en zijn Hongaarse echtgenote Maria Hendrika. De koningin stierf zes jaar voor de overdracht aan de Belgische staat. Haar Hongaarse verwanten stelden nog lang hoop op een Hongaars Congo, nog tot in de late jaren 1920. Dat blijkt uit een recent opgedoken document, dat in Eos Memo gepubliceerd is.

De Hongaarse adellijke dame Franciska Péterfy trok rond 1930 naar Berlijn, de stad waar in 1885 het Afrikaanse continent onder de koloniale mogendheden werd verdeeld. Haar doel: een deel van het fortuin – waaronder het voormalige privébezit Congo – van een van de rijkste mensen van zijn tijd, Leopold II, op te eisen. De familie Péterfy was daartoe gemachtigd door een officieel document, gehandtekend door een ‘koninklijk notaris’ uit Tapolca, een stadje aan het Balatonmeer. De Hongaren werden met een kluitje in het riet gestuurd en konden na de Tweede Wereldoorlog, waarin het land zich in het verliezende kamp bevond, hun eisen voorgoed opbergen.

Erfeniskwestie
Toen Leopold II in 1909 stierf, liet hij het grootste deel van zijn erfenis na aan zijn jonge minnares Blanche Delacroix. De overschotten gingen naar de Belgische Staat, die tijdens het leven van de koning via de Koninklijke Schenking al vele koninklijke bezittingen had ‘verworven’, zoals een aantal kastelen en de Japanse Toren. Voor zijn privékolonie in Afrika, Congo-Vrijstaat, werd een jaar voor zijn dood een aparte regeling uitgewerkt. Het werd na alle schandalen die de wereldpers haalden, een Belgische kolonie.

Maar hiermee was de kous niet af. De echtgenote van Leopold II, Maria Hendrika, stierf zes jaar voor de overdracht van Congo aan de Belgische staat. De drie dochters van Leopold en Maria Hendrika probeerden tevergeefs de helft van het fortuin van hun vader op te eisen. Daaronder ook (delen van) Congo, want volgens hun advocaten was het huwelijkscontract van Leopold en Maria Hendrika een internationaal verdrag, dat niet onder de Belgische wetten viel. Bijgevolg waren de echtgenoten getrouwd in gemeenschap van goederen, en konden de erfgenamen aanspraak maken op vastgestelde delen van het fortuin van de koning.

De dochters van Leopold vingen bot, maar de Hongaarse Congodroom bleef leven. Eos-medewerker en auteur van het boek ‘Afrika+Wiskunde’ Dirk Huylebrouck ontdekte tijdens een bezoek aan Hongarije het bewuste document uit 1929. Het verhaal staat Eos Memo nr. 2, de geschiedenisspecial van Eos.