Natuurwetenschappen

De schoonheid van wetenschap

De visuele verbeelding in de wetenschap wordt steeds belangrijker, omdat nieuwe onderzoeksvelden steeds abstracter worden. Op de expo True Beauty in Stedelijk Museum Breda worden artistieke beelden vertoond van het onzichtbare.

Dit is een artikel van:
Eos Wetenschap

“Het wetenschappelijk beeld in de 21e eeuw is digitaal geworden. Wetenschappers gebruiken tegenwoordig vaak dezelfde tools en software als filmmakers, game ontwerpers en fotografen. Daarom zijn die beelden zo fraai. Soms lijkt het wel of de artistieke drijfveer van de onderzoeker de boventoon voert. Die schoonheid wil ik laten zien”, zegt Dingeman Kuilman, curator van deze tentoonstelling over de grens tussen kunst en wetenschap. Te zien zijn foto’s, video’s, installaties en computeranimaties.

“De digitalisering heeft een explosie aan beelden op internet opgeleverd. Alle grote onderzoeksinstituten, van Pasteur en MIT tot NASA en CERN, produceren beelden van ongelofelijk hoge kwaliteit. Zij hebben professionele visualisatieteams in dienst, die dagelijks bezig zijn met het produceren en bewerken van beeldmateriaal. Zij verstaan de kunst om het onzichtbare zichtbaar te maken”.

Cladonia, elektronenmicroscopie, Oliver Meckes (DE)

Zo is er een visualisatie te zien van de kleinste tijdseenheid die ooit is waargenomen, namelijk het moment waarop een proton, een subatomair deeltje,  ontsnapt uit een atoomkern. Dat speelt zich af in een zeptoseconde en is op geen enkele manier zichtbaar te maken. Alleen met een artist impression, gemaakt door CERN.

Uit duizenden plaatjes op internet heeft Kuilman, die tevens directeur is van Stedelijk Museum Breda,  een afgewogen keuze gemaakt van vijftig werken. “Het blijft subjectief, maar ik heb geprobeerd alle onderzoeksvelden evenwichtig af te dekken. Dus niet alleen maar beelden uit de ruimte, de biologie of het deeltjesonderzoek.”

Beelden kunnen maken van het ongrijpbare zijn van groot belang in de wetenschap, meent Kuilman. Echte doorbraken in de wetenschap zijn alleen mogelijk als je over voorstellingsvermogen en verbeeldingskracht beschikt, zei Nobelprijswinnaar Jacobus Van t Hoff al bij zijn aanvaarding van zijn hoogleraarschap scheikunde in 1878 aan de Universiteit van Amsterdam. Kuilman: “Het is een typisch fenomeen dat het wetenschappelijk onderzoek zich vaak afspeelt in een zwart vacuüm. Dat geldt voor zowel kleine atomaire deeltjes als planeten in het universum”.

Bij de keuze van de beelden stond het kunstzinnige en de schoonheid voorop. Het zijn eerder veronderstelde beelden van onbekende kunstenaars dan illustraties van een wetenschappelijke ontwikkeling.

Passion Twist, digitaal bestand, Mynameishalo

Een van de favorieten van Kuilman is het werk van Mynameishalo. Hij of zij publiceert onder dit pseudoniem computerkunst op internet als open source, dus voor ieder toegankelijk. “Die kent de wereld van fractalen en wiskunde als geen ander en maakt op basis daarvan autonoom werk. Dat resultaat hoort niet bij de officiële kunst en niet bij de wetenschap. Dat tussengebied vind ik reuze interessant”.

Dat geldt ook voor de video van Jan-Maarten van Luursema, opgeleid als medisch illustrator en werkzaam aan de Radboud Universiteit. Zijn werk zweeft ergens tussen de officiële kunst en de wetenschap. Hij heeft een slijmzwam, Andi genaamd, op een bord met letters geplaatst. De eencellige groeit in een chaotisch netwerk en tikt de letters in willekeurige volgorde aan en vormt als het ware woordjes (zie video). “Het is een licht ironisch project dat wil aangeven dat communicatie met andere levensvormen niet mogelijk is. Datzelfde misverstand zie je ook bij Elon Musk die een Tesla de ruimte in schiet met allemaal tekstbordjes. Alsof er ergens een Marsmannetje is die dat gaat lezen. Andere levensvormen hebben volstrekt geen boodschap aan onze manier van communicatie”.

Kuilman is gefascineerd door het werk van de Oostenrijker Herbert Franke. Deze pionier van computerkunst, en bekend science fiction schrijver, was al in de jaren vijftig actief op dit gebied. “Wij tonen werk van hem uit de jaren zeventig om te laten zien hoe computerwerk uit die tijd zich verhoudt tot visualisaties van onze tijd”. En dat verschilt nogal.

De technologie verandert in rap tempo. Zo zijn er tegenwoordig 3D scanopnames.  Die leveren ruwe foto’s bestaande uit superzware bestanden. Die digitale beelden zijn na te bewerken door het licht te veranderen en diepte scherpte achteraf in te stellen naar eigen keuze. Het is fotoshoppen 2.0. Er is nog veel te manipuleren wanneer het beeld als een ruwe dataset wordt opgeslagen.

Een krater op Phobos, een van de twee manen van Mars. (NASA/Universiteit Arizona)

Anders dan bij een gangbare fotocamera die direct het beeld interpreteert en vastlegt. Van die bewerkte opnames zijn fraaie voorbeelden te zien, zoals een opname van een kankercel, die na een artistieke behandeling, een interpretatie van de onderzoeker, een schilderachtig  plaatje oplevert. Van de NASA is een bewerkte opname van een ruwe foto te zien van een krater op Phobos, een van de twee manen van Mars. Het resultaat lijkt op een gebutst koperachtig voorwerp. Bijzonder is ook een scan van een duivenkop waar het accent ligt op de bloedvaten en zenuwbanen.

Vogelkop met aderen , CT-scan, Scott Echols Avian Studios, Scarlet Imaging (VS)

Tijdens de rondgang valt de bezoeker van de ene verbazing in de andere. Zo is er een afbeelding van kleurrijke grot te zien, die eigenlijk een opname is van een bloedvat achter het oog. Iets wat lijkt op een onbekende planeet blijkt een haarzakje van een kat.

Een ogenschijnlijke onderwateropname van een trechtervormige plant is niets anders dan een elektronenmicroscopische foto van het minuscule bekermos van het geslacht Cladonia. De microscopische opname van de sporen van een varen lijkt wel een schilderij van Kandinsky waar de kleuren van afspatten.

Oogholte Peter Maloca, optische coherentie tomografie, Univ. van Basel (Zwitserland)
Sporen van een varen, confocale laserfluorescentie microscopie, Igor Siwanowicz.

Centraal in de expositie staat het werk van de Bredase kunstenaar Hubert Leyendeckers, inmiddels 82 jaar maar nog elke dag in zijn atelier. Zijn installaties en schilderijen zijn volgens de curator geïnspireerd door artistieke nieuwgierigheid naar dezelfde onderwerpen en fenomenen waar wetenschappers zich mee bezig houden.

Kuilman: “Wat we op deze tentoonstelling laten zien is de esthetiek van het wetenschappelijk onderzoek. Het is een pleidooi voor het belang van de verbeeldingskracht in de wetenschap. Het verband tussen beeldende kunst en wetenschap is voor een goed deel verloren gegaan, omdat de wetenschap zo methodisch is geworden en werkt volgens vaststaande protocollen. Daarmee is de verbeeldingskracht buiten spel gezet. Maar ik heb het idee dat in deze tijd die verbeelding noodgedwongen weer terug komt, waarbij het visuele domein de drijvende kracht is. Want je ziet dat nieuwe onderzoeksvelden steeds abstracter worden en het moelijker wordt je er iets bij voor te stellen. Er is een dwang ontstaan om beeld te publiceren, vooral om onderzoeksgelden binnen te halen en het publiek te laten zien waar je mee bezig bent. Dat beeld is echter niet meer uit de zichtbare werkelijkheid  te halen, maar alleen op te roepen vanuit een kunstzinnige fantasie. De moderne technologie maakt dat trucje mogelijk”.

De tentoonstelling True Beauty is te zien van 3 maart tot en met 19 augustus in Stedelijk Museum Breda.