De droeve blik van de gorilla

Dieren zijn sterker en sneller dan wij. Toch is de mens alleenheerser over de wereld. Dat hebben we te danken aan twee eigenschappen van ons denkvermogen.

 

Gêne. Ik kan het gevoel niet van me afschudden als ik een bezoekje breng aan de dierentuin en langs de gorilla’s passeer. Hen in de ogen kijken durf ik niet. Ik vind ze te menselijk. Wat denken ze van mij? Die aangeklede aap die met haar kinderen dieren komt aangapen die in kooien zijn gestopt. En hoe zou ik me zelf voelen als de rangorde in de wereld anders was? Als niet zij, maar ik achter tralies zat? In mijn blootje, niks privacy, met die starende ogen van bezoekers de hele tijd op me gericht.

Wellicht voel ik te veel empathie voor deze verre verwanten. En denken zij compleet anders dan ik. Maar toch. Mensen zijn ook maar dieren. Waarom heeft onze soort de heerschappij over de wereld veroverd en niet de gorilla, die zo op ons lijkt? Of de leeuw, die zoveel sterker en sneller is?

Het doet de vraag rijzen wat ons onderscheidt van andere dieren. Onze intelligentie? Onze taal? Ons zelfbewustzijn? Onze cultuur? Wij delen 98 procent van ons genoom met chimpansees. Wetenschappelijk onderzoek suggereert dat chimpansees empathie voelen, altruïstisch gedrag vertonen en zelfbewustzijn ervaren. Dolfijnen ‘praten’ met elkaar en geven elkaar zelfs namen. Olifanten rouwen om de doden en vinden troost bij elkaar. Octopussen hebben net als wij een gegroefd brein, dat complexiteit doet vermoeden.

Intelligent zijn dieren dus zeker – of toch sommige soorten. Emoties voelen ze ook. Sommige hebben een vorm van cultuur: ze geven gewoontes door van ouder op kind. Ze communiceren met elkaar en hebben een vorm van zelfbewustzijn, want ze herkennen zichzelf in de spiegel.

Toch onderscheidt de mens zich, en wel met twee unieke vaardigheden, lees je in het nieuwste nummer van Eos Psyche&Brein. Wij kunnen ons eindeloos veel uiteenlopende situaties inbeelden die op verschillende manieren aflopen. Daardoor kunnen we vooruitlopen op de toekomst, plannen maken en back-up-opties voorzien voor als het anders uitdraait dan we wilden. Ten tweede wisselen we graag ideeën uit. Daardoor krijgen we dingen voor mekaar die anders nooit zouden lukken. Zaten mensen in de zoo, dan hadden we wellicht al lang een plan bekokstoofd voor een ingenieuze, gezamenlijke uitbraak.

Deze twee eigenschappen – scenario­denken en verbinding zoeken – versterken elkaar en zouden aan de basis liggen van wat ons mens maakt: taal, moreel besef, cultuur, abstract denken en je verplaatsen in een ander. 

Ook dansen blijkt trouwens iets typisch menselijks. Muziek en onze menselijkheid: het zijn twee thema’s die we graag dieper uitspitten in deze editie. Van menselijkheid gesproken. Dat woord duidt op zoveel meer dan louter wat ons mens maakt. Het gaat ook om anderen ‘humaan’ behandelen. Zullen we het niet louter bij andere mensen houden, maar ook aan die gorilla denken?