Hoe staat het met pesten op Vlaamse lagere scholen? Resultaten uit de Teachers4Victims studie

Om inzicht te krijgen in pestprocessen op school en na te gaan hoe leerkrachten pesten op school kunnen helpen voorkomen en verminderen, voerde ons onderzoeksteam tijdens het schooljaar 2018-2019 de Teachers4Victims studie uit. In deze blog stellen we graag enkele beschrijvende bevindingen uit onze studie aan u voor. 

Maak kennis met Lotte, een 10-jarig meisje. Toen zij in het 5e leerjaar op een nieuwe school kwam, waren haar nieuwe klasgenoten vriendelijk en ze wilden haar helpen om de school en de klas te leren kennen. Maar na een aantal weken hoorde ze groepjes kinderen uit haar klas over haar rossige haar praten en zag ze hen onopvallend naar haar wijzen. Niet veel later liet één van de leerlingen haar “per ongeluk” struikelen, waardoor ze viel en haar nieuwe broek scheurde. Met het idee dat een ongeluk kan gebeuren, liet Lotte het voorval voorbij gaan. Toen ze de week erna tijdens de turnles als allerlaatste werd gekozen in één van de teams, begon er een vervelend gevoel op te borrelen. Lotte voelde zich geen onderdeel van de klas en had het idee dat haar klasgenoten haar niet leuk vonden. Tijdens de speeltijd zonderde ze zich steeds vaker af, om geen contact met haar klasgenoten te hoeven hebben, maar toch kwam er geregeld één van hen vervelende opmerkingen tegen haar maken (‘Hé rooie, je lijkt wel een vuurtoren.’). Lotte voelde zich steeds slechter en kon niet goed slapen. Ze moest constant aan de vervelende opmerkingen denken en dat raakte haar enorm. Daarom vertelde ze over de vervelende gebeurtenissen aan haar meester en toen …

Helaas komt het nog altijd voor dat leerlingen op school worden gepest. Uit onderzoek blijkt dat leerkrachten een belangrijke rol kunnen spelen in het aanpakken van pestincidenten onder leerlingen.

Om inzicht te krijgen in pestprocessen op school en na te gaan hoe leerkrachten pesten op school kunnen helpen voorkomen en verminderen, voerde ons onderzoeksteam tijdens het schooljaar 2018-2019 de Teachers4Victims studie uit (zie ook de blog uit 2019: https://opgroeienblog.wordpress.com/2019/02/27/elke-pestsituatie-is-er-een-te-veel/).

Wij gingen doorheen het schooljaar drie keer langs op de deelnemende scholen: in november (Tijdstip 1; T1), februari (T2) en april (T3). Op deze manier konden wij veranderingen doorheen het schooljaar onderzoeken. Tijdens onze bezoeken namen we vragenlijsten af bij leerlingen, leerkrachten en ouders.

In deze blog stellen we graag enkele beschrijvende bevindingen uit onze studie aan u voor. Aan de studie hebben 13 Vlaamse lagere scholen deelgenomen met een totaal van 1051 deelnemende leerlingen en 61 leerkrachten uit het vierde tot zesde leerjaar.

Bij het uitvoeren van onderzoek naar pesten is het belangrijk dat alle deelnemers de vragen beantwoorden met een zelfde idee van pesten. Daarom lazen we bij de start van elk meetmoment de definitie voor die het vaakst gebruikt wordt binnen onderzoek naar pesten. In deze definitie van pesten staan drie kenmerken centraal:

  • Pesten gebeurt telkens opnieuw/herhaaldelijk.
  • Pesten gebeurt met opzet/is bedoeld om een ander persoon pijn te doen.
  • Bij pesten is er sprake van ongelijkheid/een machtsverschil tussen een kind dat pest en gepest wordt (in fysieke kracht of sociale status).

Pesten onder leerlingen

Allereerst gaf aan het begin van het schooljaar 21 procent van de leerlingen in onze studie aan gepest te worden. Minder dan vijf procent van de leerlingen gaf aan dat zij pestten aan het begin van het schooljaar. Gelukkig namen gedurende het schooljaar zowel pesten als victimisatie (= gepest worden) af. Het valt op dat het grote verschil tussen gepest worden en zelf pesten wel blijft. Dit kan een aantal dingen betekenen:

  • Een beperkt aantal leerlingen pest meerdere kinderen;
  • Leerlingen die pesten hebben niet altijd door dat hun gedrag pesten is (ondanks de voorgelezen definitie);
  • Er speelt sociale wenselijkheid, waardoor leerlingen niet eerlijk (durven) aangeven dat zij pesten.

Vanwege de hoge percentages aan het begin van het schooljaar, lijkt het goed om vanaf de start van het schooljaar aandacht te besteden aan het voorkomen en verminderen van pesten. De eerste weken van een schooljaar worden in dat verband ook wel de gouden weken genoemd. In die periode wordt de sfeer van een klas bepaald door het vormen van klasnormen en sociale relaties binnen de klas.

Ook klasgenoten konden aangeven wie er in hun klas werd gepest of anderen pestte. Op het eerste tijdstip was volgens de leerlingen 9% van hun medeleerlingen slachtoffer en 12% pester. Als we de antwoorden van leerlingen over zichzelf (zelfrapportage) vergelijken met de antwoorden van leerlingen over elkaar (rapportage door klasgenoten), zien we dat deze cijfers niet overeenkomen. Hier zijn een aantal mogelijke verklaringen voor. Ten eerste blijkt het voor kinderen lastig om te herkennen wat pesten is. Daarnaast kunnen meerdere leerlingen afzonderlijk kleine vervelende dingen doen, die voor hen niet aanvoelen als pesten. Opgeteld kunnen deze kleine dingen samen wel zwaar wegen voor het slachtoffer. Pesten heeft dus met de beleving van het slachtoffer te maken. Ieder kind heeft zijn/haar eigen subjectieve grens vanaf waar vervelend gedrag aanvoelt als pesten. Het is daarom belangrijk om uit te gaan van de ervaring van het kind dat gepest wordt. Als een leerling zelf aangeeft gepest te worden, is het nodig om deze leerling hulp te bieden.

In de antwoorden van leerlingen over zichzelf zagen we verschillen tussen jongens en meisjes. Op alle tijdstippen gaven meer jongens dan meisjes aan dat zij pestten. Op tijdstip 2 en 3 gaven meer meisjes dan jongens aan dat zij zelf gepest werden.

Op het laatste tijdstip gaf één op de vijf gepeste leerlingen aan niemand over het pesten te vertellen. De leerlingen die dit wel deden, vertelden dit het vaakst aan hun ouders (70% van de leerlingen die wel over het pesten vertelde). Bijna 40% vertelde het aan hun leerkracht. Het is belangrijk om als leerkracht alert te zijn op signalen van pesten in de klas, om te voorkomen dat pesten onopgemerkt blijft.

Rol van leerkrachten

We vroegen leerlingen hoeveel leerkrachten kunnen doen om pesten op school te verminderen. De leerlingen zien een grote rol voor hun leerkracht. Ruim drie kwart van de leerlingen (77%) gaf namelijk aan dat leerkrachten (heel) veel kunnen doen om pesten op school te verminderen. Enerzijds is het positief dat leerlingen veel vertrouwen hebben in hun leerkrachten om pesten te verminderen. Anderzijds moeten we oppassen dat leerlingen niet afhankelijk worden van hun leerkracht, maar ook in zichzelf geloven om het pesten (mee) op te lossen.

Iets minder dan de helft van de leerlingen (46%) gaf aan dat hun leerkracht vaak of altijd goed reageert op pesten. Toch gaf ook 36% van de leerlingen aan dat hun leerkracht (bijna) nooit goed reageert.

Zowel leerlingen als leerkrachten werden bevraagd over hun idee van de reacties van leerkrachten bij pesten. Over de verschillende meetmomenten heen pasten leerkrachten volgens hun leerlingen het vaakst bemiddeling toe. Daarbij helpt de  leerkracht  de betrokken leerlingen om het pesten op te lossen. Leerkrachten zelf gaven aan dat zij het vaakst disciplinaire maatregelen toepasten, bijvoorbeeld door maatregelen te nemen tegen de pester. Leerkrachten gaven voor alle reacties aan deze vaker toe te passen dan dat leerlingen aangaven.

Over het algemeen voelden leerkrachten zich gesteund in hun omgang met pesten door anderen. Zij voelden zich het meest gesteund door hun directe collega’s en hun directie. Op tijdstip 3 gaf 77% van de leerkrachten aan enigszins vertrouwen in zichzelf te hebben om met succes met pesten om te gaan en 19% had veel vertrouwen in zichzelf. Het valt op dat het grootste deel van de leerkrachten (enigszins) vertrouwen heeft in zichzelf, terwijl toch meer dan één op de drie leerlingen aangaf dat hun leerkracht (bijna) nooit goed reageert op pestsituaties. Op basis van deze resultaten zouden we dus kunnen stellen dat het belangrijk is om leerkrachten goed op te leiden om adequaat om te gaan met pesten in het (lager) onderwijs.

Komend schooljaar zal in het kader van een Rode Neuzen studie door onderzoekers uit onze groep het effect van een leerkrachttraining rond pesten worden nagegaan. We hopen op die manier ook bij te kunnen dragen aan het opleiden van leerkrachten om pesten op school te voorkomen en verminderen.

Wij hopen dat deze beschrijvende bevindingen u inzicht hebben kunnen geven over pesten op Vlaamse lagere scholen. In het komende jaar zal ons onderzoeksteam nog verder aan de slag gaan met de verzamelde gegevens. Zo zullen er onder meer verbanden tussen enerzijds kind- en leerkrachtkenmerken en anderzijds pestprocessen onderzocht worden. Daarnaast zal binnenkort een blogbericht verschijnen met resultaten van een experiment omtrent reacties van leerkrachten op pestincidenten. Op deze manier hopen we steeds meer te weten te komen over de rol van leerkrachten bij pesten, zodat zij kunnen helpen om pesten terug te dringen en leerlingen zoals Lotte een fijne schooltijd kunnen hebben.

Heeft u nog vragen over onze studie of wilt u het (gehele) onderzoeksrapport ontvangen, dan kunt u ons mailen: teachers4victims@kuleuven.be.

Blog geschreven door Fleur van Gils, Karlien Demol, Isabel ten Bokkel, Karine Verschueren en Hilde Colpin van de onderzoekseenheid Schoolpsychologie en Ontwikkeling in Context, KU Leuven