Kan dieet autisme voorkomen?

25 juni 2014 door Eos-redactie

Het is mogelijk om met een dieet processen in de hersenen te beïnvloeden.

Kinderen met autisme hebben relatief vaak darmproblemen, maar of er sprake is van een relatie tussen de darmen en de hersenen bij autisme, was tot nog toe onduidelijk.

Uit promotieonderzoek van Caroline de Theije van de Universiteit Utrecht blijkt dat er wel degelijk een overtuigend verband bestaat tussen darmproblemen en afwijkingen in de hersenen. En dat bij muizen die autistisch gedrag vertonen en waarbij de werking van de darmen is verstoord, een dieet met speciale voedingsstoffen het immuunsysteem in de darmen kan normaliseren en veranderingen in de hersenen en het gedrag kan teweegbrengen.

De Theije toonde aan dat mannelijke muizen die autistisch gedrag vertonen een ontsteking hebben in de dunne darm, dat de samenstelling van de bacteriepopulaties in hun darmen is veranderd en dat deze afwijkingen overeenkomen met de afwijkingen die bij veel autistische kinderen worden gevonden.

Verder toonde ze aan dat darm-herseninteracties ook optreden als het immuunsysteem in de darmen geactiveerd wordt door een voedselallergie: muizen die voedsel kregen waarvoor ze allergisch waren, gedroegen zich minder sociaal, vertoonden meer repetitief gedrag en hadden minder leervermogen. Dit ging gepaard met veranderingen in hersengebieden die relevant zijn voor sociaal gedrag.

De Theije onderzocht het effect van een dieet dat specifieke voedingsstoffen bevatte die bevorderlijk zijn voor zowel het immuunsysteem in de darmen als het centrale zenuwstelsel. Ze gaf het tijdens de zwangerschap en in de eerste periode na de geboorte van de muizen die autistisch gedrag vertonen. De nakomelingen die het dieet hadden gekregen, hadden geen darmproblemen en vertoonden geen gedrag dat lijkt op autisme. Een vergelijkbaar effect werd gevonden op het verstoorde gedrag van muizen met een voedselallergie.

Een mogelijke wetenschappelijke verklaring voor de relatie tussen autisme-gerelateerde gedragsveranderingen en darmproblemen is dat in de darmen en hersenen van de muizen die autistisch gedrag vertonen ook de concentraties van bepaalde neurotransmitters afwijkend zijn. Neurotransmitters - zoals serotonine en dopamine - spelen een belangrijke rol in de hersenen bij sociaal en emotioneel gedrag en in de darmen bij bijvoorbeeld het reguleren van ontstekingen. ‘Mogelijk gaat bij deze muizen tijdens hun ontwikkeling iets mis in de productie en afbraak van deze neurotransmitters’, vertelt De Theije. ‘Dit leidt dan tot afwijkingen in zowel de hersenen als de darmen en kennelijk kunnen bepaalde voedingsstoffen dit probleem deels voorkomen.’ (ev)