Leven met een dissociatieve stoornis: 'Wie ben ik zélf?'

Robin Plücken (26) getuigt over haar dissociatieve stoornis en PTSS.

Ik was vastgelopen in het middelbaar onderwijs. Daarom ben ik hulp gaan zoeken. Ik was heel instabiel, blowde en dronk te veel, raakte depressief. Op mijn twintigste rookte ik overdag minstens drie joints, en ’s avonds dronk ik drie flinke glazen whisky. Aanvankelijk dacht de psycholoog aan borderline. Maar ik had en heb veel last van stemmingswisselingen. Mijn gemoed schommelt van de ene op de andere maand. En dat past niet echt bij borderline, dan heb je stemmingswisselingen gedurende de dag. Omdat ik niet goed wist wie ik was, is er ook gedacht aan een identiteitsstoornis. Pas is uit tests gebleken dat ik een dissociatieve stoornis heb. We zijn aan het zoeken welke precies. Daar kan mijn therapie dan op worden afgestemd, want medicatie tegen dissociaties is er niet.

Bij een dissociatie raak je in een ander soort bewustzijnstoestand. Bij mijn lichtere dissociaties heb ik het idee dat ik van een afstandje naar mezelf kijk. Ik weet niet meer wat echt is en wat niet. Na mijn heftigste dissociaties herinner ik me echt niet meer wat ik heb gedaan. Ik verlies de controle. Dan regeert het boze deel van mijn persoonlijkheid en snijd ik mezelf ook in mijn armen en benen. Die zelfbeschadiging voel ik op het moment zelf niet. De vrijkomende adrenaline tijdens de dissociaties werkt verdovend. Pijn voel ik pas als ik bijkom in het ziekenhuis en het resultaat zie. Dan komt er ook veel verdriet naar boven.

Mijn vat met emoties is vol. Er hoeft niet veel te gebeuren of het loopt over

Waar die boosheid vandaan komt? Als kind ben ik emotioneel het een en ander tekortgekomen. Emoties duwde ik weg, ik moest altijd het goede voorbeeld geven. Ik kan of mag nooit boos op iemand zijn. Dat vind ik nog steeds moeilijk. Ik ben sterk geneigd mezelf weg te cijferen. Op mijn vijftiende, zeventiende, eenentwintigste en vijfentwintigste ben ik seksueel misbruikt, de laatste keer onder bedreiging. Door het misbruik heb ik een posttraumatische stressstoornis (PTSS) ontwikkeld. Voor mijn trauma’s ben ik behandeld met EMDR (een therapie waarbij je trauma’s verwerkt door ze opnieuw te beleven terwijl je met je ogen focust op de vinger van de therapeut, die van links naar rechts beweegt, red.). De angstige gevoelens zijn daardoor wat gedempt, maar het laatste trauma is te heftig om alleen met EMDR te behandelen. Tegen mijn klachten slik ik al jaren een antipsychoticum en een stemmingsstabilisator. Die helpen goed tegen herbelevingen. Maar van het antidepressivum dat ik slik, wil ik graag af, vooral vanwege bijwerkingen als gewichtstoename en droge mond.

Mijn vat met emoties is vol. Er hoeft niet veel te gebeuren of het loopt over en ik schiet in een dissociatie. Voorheen voelde ik mijn dissociaties aankomen, sinds vorig jaar niet meer. Ik accepteer inmiddels dat dissociaties bij mijn leven horen. Maar niet de zelfbeschadiging. Dat moet echt ophouden! Ik zou mijn littekens kunnen bedekken, maar daar heb ik vooral mezelf mee. Natuurlijk vragen mensen ernaar. Soms vertel ik er iets over, soms zeg ik dat ik het er niet over wil hebben. Ze moeten een plek krijgen, daar werk ik hard aan.

Dat ik aanvankelijk de diagnose borderline kreeg, vond ik heel frustrerend. Het enige positieve was dat ik daardoor een huis heb gekregen in een begeleid-wonen-project. De diagnoses PTSS en dissociatieve stoornis ervaar ik als een opluchting. Die geven me veel meer duidelijkheid. Het is bekend dat PTSS een dissociatieve stoornis kan veroorzaken. Dissociaties verschillen nogal qua heftigheid en beleving. Ze kunnen zich onverwacht aandienen. Dat maakt ze beangstigend: je hebt er geen controle over. In jezelf snijden doe je niet omdat je dat zelf echt wilt. Het is al gebeurd dat ik in een dissociatie met de auto naar een tankstation reed voor scheermesjes en paracetamol. Dan reageer ik dus normaal op situaties op de weg, terwijl ik in een totaal andere bewustzijnstoestand verkeer omdat ik mezelf wil snijden of een overdosis wil nemen. Ja, wie ben ik zélf? Die vraag is heel lastig te beantwoorden.

In het kader van de 10-daagse van de Geestelijke Gezondheid verschijnt er vanaf dinsdag 1 oktober iedere dag een getuigenis over een psychische stoornis. Deze getuigenis is afkomstig uit What’s Wrong With Me – Faces of the DSM van auteur Vittorio Busato. Daarmee wil hij psychische stoornissen uit de DSM, de ‘diagnosebijbel’ van de psychiatrie, een gezicht geven.