Psychische stoornis vergroot kans op een tweede

Dat blijkt uit een Deense studie met bijna 6 miljoen deelnemers.

Wie kampt met psychische problemen, heeft een grote kans om ook een tweede psychische stoornis te ontwikkelen. Dat vermoedden bestond al langer. Uit een grote studie, met ruim 5,9 miljoen Denen, komt nu naar voren dat dit inderdaad klopt.

Het team van Deense wetenschappers, onder meer van de Aarhus University, onderzochten met behulp van gezondheidsregisters wie van de 6 miljoen deelnemers ooit met een stoornis was gediagnosticeerd. De wetenschappers keken naar alle stoornissen die volgens International Classification of Diseases (ICD) bestaan: gedragsstoornis, ontwikkelingsstoornis, verstandelijke beperking, persoonlijkheidsstoornis, eetstoornis, neurose, stemmingsstoornis, schizofrenie, middelenmisbuik en een organische stoornis (een stoornis die wordt veroorzaakt door een beschadiging in de hersenen). Alle deelnemers werden ook voor een langere tijd gevolgd, gemiddeld veertien jaar per deelnemer.

De deelnemers die ooit in hun leven een psychische stoornissen hadden gehad, hadden een grotere kans op het krijgen van een tweede diagnose. In het jaar na de eerste diagnose was de kans daarop het grootste.

De wetenschappers zochten specifiek per leeftijdsklasse, geslacht en stoornis uit hoe groot het risico op het krijgen van elke andere stoornis zou zijn. Zo bleek dat bijvoorbeeld 10,7 procent van de mannen en 10,4 procent van de vrouwen met een stemmingsstoornis, ook een neurose ontwikkelt, vaak al een maand na de eerste diagnose.

Nu er per stoornis een overzicht is van de risico’s op het krijgen van een tweede, kunnen artsen en behandelaars in de toekomst meer rekening houden met de ontwikkeling van die tweede stoornis.

De bevindingen zijn gepubliceerd in het vakblad JAMA Psychiatry