Vijf reden waarom het gras bij de buren altijd groener lijkt

Hoe tevreden je bent, hangt voor een deel af van hoe anderen het voor elkaar (lijken te) hebben. Hoe komt dat toch?

Alles wat je zélf niet hebt, lijkt mooier

Geertje Stomp, psycholoog en eigenaresse Healthy Minds: “Wanneer we iets willen, dan zijn mensen vaak geneigd om het geluk wat we hiervan (denken te krijgen) nogal te idealiseren. Het is heel simpel: van alles dat je al wel hebt (of dit nu materie of een fijne relatie is), weet je hoe je je erbij voelt. Dit maakt dat je dit realistischer inschat. Deze selectieve aandacht zorgt ervoor dat we vooral de positieve eigenschappen van dat wat een ander heeft, opmerken. De negatieve eigenschappen merken we niet op, of onderschatten we chronisch.”

 

Waarderen wat je zelf hebt, is erg moeilijk

“Van nature legt de mens meer focus op dingen die negatief zijn, dan op dingen waar je dankbaar voor kunt zijn”, vervolgt Greetje. “Dit heeft een belangrijke functie: zo blijven we onszelf continu ontwikkelen en staan we niet stil. Hierdoor is de mens waarschijnlijk ook zo sterk geëvolueerd. Door ons vermogen om dingen te willen veranderen, heeft er meer ontwikkeling plaatsgevonden. Daarnaast treedt er bij dingen die we al kennen vaak ook gewenning op, waardoor we er uiteindelijk minder geluk uit halen.” Hierbij kun je bijvoorbeeld denken aan het ontstaan van buitenechtelijke relaties: een ‘nieuwe’ man of vrouw is áltijd spannender dan wat je al hebt en kent. Oftewel: een oneerlijke wedstrijd.  

 

We willen altijd meer

‘Het altijd meer willen dan je al hebt, is eigenlijk een mechanisme dat is ontstaan in de jager-verzamelaars tijd (dit was uit het tijdperk van de eerste mens: waarin een jager-verzamelaar zich in leven hield door middel van de jacht en/of het verzamelen van eetbare dingen. Het jagen en verzamelen als overlevingsmethode is sinds de neolithische revolutie zo goed als overal vervangen door landbouw, red.). Dit mechanisme is nog steeds sterk aanwezig in onze samenleving. Door telkens meer te willen, houden we onze overleving in stand. Vroeger betekende meer spullen meer aanzien in de groep en dus een grotere overlevingskans”, stelt psycholoog Greetje.

 

Als we naar een ander kijken, hoeven we niet naar onszelf te kijken

Jezelf vergelijken met anderen is een bekende afleidingsstrategie waardoor de problemen of de sleur van alledag minder aandacht krijgen. Greetje beaamt: “We kunnen ons even verliezen in een droomwereld waarin alles perfect lijkt. Dat we eigenlijk een paar kilo’s te veel meedragen, en hiervoor eigenlijk best eens naar de sportschool mogen, verdwijnt lekker naar de achtergrond als je niet naar jezelf kijkt.”

 

Perspectief speelt een belangrijke rol

“Hoe we onze sociale contacten ervaren, heeft ook te maken met ons perspectief”, aldus Geertje. Ze sluit af: “Dit verklaart ook waarom sommige mensen zich in een groep nog steeds eenzaam kunnen voelen. Dit heeft namelijk onder andere te maken met de beleving: worden in dit sociale contact onze behoeften eigenlijk wel gezien en nog belangrijker: vervuld?” Volgens de sociale vergelijkingstheorie van Leon Festinger (1954) wordt ons zelfbeeld bepaald door de manier waarop we onszelf vergelijken met anderen: mensen kijken continu of ze het beter of slechter doen dan anderen. Volgens hem is de reden dat mensen zich met anderen vergelijken, het ontbreken van objectieve informatie.

Hierdoor wordt er gekeken naar de norm in de groep. In deze theorie houdt in dat je twee varianten hebt: dit kan upward zijn – wat inhoudt dat je jezelf als de ‘mindere’ ziet. Maar dit kan ook downward zijn: jezelf als de betere zien. Vrouwen zijn over het algemeen meer geneigd om zichzelf als de underdog te zien, terwijl mannen zichzelf juist als de bovenliggende partij beschouwen.