In Portugal, Oregon en British Columbia is het bezit van (sommige) drugs niet strafbaar. Vallen er daardoor meer of net minder drugsdoden? En krijgen de ziekenhuizen meer mensen binnen na een bad trip, of net minder? Het beeld is niet eenduidig. ‘Als we dit in België zouden doen, vrees ik voor een explosieve toename aan psychoses’, zegt Kirsten Catthoor van de Vlaamse Vereniging voor Psychiatrie.
In Portugal zijn illegale drugs al gedecriminaliseerd sinds 2001. Dat betekent in de praktijk dat je, als je betrapt wordt met een kleine hoeveelheid drugs, kunt kiezen tussen een boete, gemeenschapsdienst of een gezondheidscheck. In 2020 volgde de Amerikaanse staat Oregon en in 2023 de Canadese provincie British Columbia – die laatste deed dat alleen voor de drugs die daar het meest problemen veroorzaken: opioïden, cocaïne, crystal meth en MDMA.
Psychiater en verslavingsexpert John Kelly (Harvard Medical School, VS) houdt in een artikel in het vakblad JAMA Psychiatry nu de drie regio’s tegen het licht. Centrale vraag: ‘Wat zijn de gevolgen van de decriminalisering van drugs voor de volksgezondheid?’. Hij baseert zich daarvoor onder meer op een recente Canadese studie, die de situatie in British Columbia analyseert. Het interessante daaraan is dat de situatie in de provincie wordt vergeleken met de rest van Canada. Een erg vergelijkbare context, dus. Daaruit blijkt dat er geen verschil op te tekenen valt als het gaat over drugsdoden of ziekenhuisopnames door drugsgerelateerde gezondheidsproblemen. Niet minder problemen dus. Maar ook niet meer.
Kelly merkt op dat er in Oregon na de wetswijziging méér drugsdoden vielen, en dat de wet sindsdien is gewijzigd. Maar hier valt de kanttekening te maken dat niet duidelijk is of die stijging te wijten was aan de decriminalisering, want ook in andere Amerikaanse staten stijgt het aantal drugsdoden, voornamelijk door de opkomst van het erg sterke en schadelijke opioïde fentanyl. In Portugal lijkt de decriminalisering succesvoller. Er vielen in de eerste jaren een pak minder drugsdoden dan voordien, en ook de besmettingen met het aidsvirus verminderden sterk.
Koppeling aan hulpverlening
Waarom lukt in Portugal wel waar Oregon en British Columbia niet in slagen? Kelly ziet enkele mogelijke verklaringen voor de stabiele cijfers in British Columbia. De wetswijziging is nog recent, en het effect is maar onderzocht tot een jaar nadien, wat mogelijk te kort is voor echte effecten. Ook wijst hij erop dat enkel het bezit van drugs geen juridische gevolgen meer heeft, maar dat de drugsproductie en -handel nog steeds illegaal zijn, en dus niet gecontroleerd. Daardoor kunnen drugs vervuild zijn, bijvoorbeeld met fentanyl. De problemen met fentanyl spelen in Portugal – en in heel Europa – (voorlopig) veel minder.
Een veel wezenlijker verschil ziet Kelly echter in de hulpverlening voor verslaafden.
‘Gebruikersruimtes lossen de problemen van toenemende dakloosheid, armoede, verslaving en een slechte toegang tot zorg niet op’
In Canada geeft de politie informatie over gezondheidszorg en hulpverlening als ze iemand met drugs betrapt, en er is vanuit de overheid geen uitbreiding van die hulpverlening voorzien. Een vrij passieve houding dus, concludeert Kelly. ‘Er moet een verbeterde beschikbaarheid en toegankelijkheid zijn van kwalitatieve zorgverlening, en een meer assertieve doorverwijzing’, stelt hij in het artikel. ‘Decriminalisering vermindert het aantal arrestaties en het stigma op drugsgebruik, maar het is onvoldoende om de ziekenhuisopnames en het aantal drugsdoden te doen dalen.’ Ook in Oregon, stelt Kelly, rezen vragen over de handhaving van de wetgeving, die mensen richting hulpverlening moest sturen, en de beschikbaarheid van zorg.
Hoe zat dat dan in Portugal? Daar was de focus op volksgezondheid van bij aanvang groter, stelt Kelly, en de doorverwijzing naar de hulpverlening was strikter. Dat wierp zijn vruchten af. Terwijl er in 2000 nog tachtig tot honderd drugsdoden per jaar vielen, halveerde dat in de jaren daarna tot twintig à dertig – bij de laagste cijfers in Europa.
Psychoses
Maar ook in Portugal is de decriminalisering geen eenzijdig hoera-verhaal. Want sinds 2014 stijgt het aantal drugsdoden opnieuw, tot het in 2023 opnieuw op tachtig zat, waarbij vooral cocaïne en opiaten (zoals heroïne, opioïden, methadon) de boosdoeners waren. Ook zit het cannabisgebruik sinds 2014 in de lift. ‘Maar het meest in het oog springend’, schrijft de Portugese psychiater Manuel Goncalves-Pinho (Universiteit van Porto) in een reactie op Kelly’s artikel, ‘is dat er een grote toename was in het aandeel mensen dat met een psychose in het ziekenhuis wordt opgenomen na cannabisgebruik. Dat nam toe van 0,87 procent in 2000 tot 10,60 procent in 2015’.
‘Decriminalisering zal leiden tot meer gebruik. We hebben vooral een goede beschikbaarheid van hulpverlening nodig’
Dat kan komen doordat er, vooral onder jongeren, meer problematische gebruikers zijn. Maar het kan zeker ook deels verklaard worden doordat cannabis steeds meer THC bevat. Die verslavende stof zorgt ervoor dat je high raakt van blowen, maar kan ook paranoia en psychoses opwekken. Wereldwijd ziet men het THC-gehalte in cannabis stijgen.
‘Ik schrok van die stijgende ziekenhuisopnames’, zegt Kirsten Catthoor. Zij werkt als psychiater onder meer met mensen met psychosegevoeligheid en verslaving, en is voorzitter van de Vlaamse Vereniging voor Psychiatrie (VVP). Ook bij ons, in België, lijken de ziekenhuisopnames na drugsgebruik te stijgen. Vooral als het over psychoses gaat. Catthoor: ‘Dat komt vooral door het wijdverspreide gebruik van cannabis.’ Bij mensen die daar gevoelig voor zijn, kan cannabis een psychose uitlokken, en dat risico is vandaag nog groter dan vroeger door dat gestegen THC-gehalte. ‘Meer dan de helft van de opnames voor psychoses heeft te maken met drugs’, maakt Catthoor zich sterk. Overigens kan ook cocaïne of speed een psychose in de hand werken.
Gebruikersruimtes in België
In België is cannabisgebruik de facto gedecriminaliseerd sinds 2003. Sindsdien heeft het bezit van een kleine hoeveelheid cannabis de laagste vervolgingsprioriteit. ‘De politiek heeft ervoor gekozen om niet meer op te treden, wat impliciet de boodschap geeft dat het niet zo schadelijk is. Dat is voor jongeren een trigger om het uit te proberen. En niet optreden betekent ook een gemiste kans om gericht door te verwijzen naar hulpverlening.’
Er is in België animo om ook andere drugs te decriminaliseren en te reguleren. In 2018 werd de burgerbeweging SMART on Drugs opgericht, onder impuls van onder meer criminoloog Tom Decorte (Universiteit Gent). Ook experts uit de zorg, zoals Tino Ruyters, directeur van de Free Clinic in Antwerpen, sloten zich erbij aan.
In de wetgeving is sindsdien niets veranderd, maar Luik en Brussel hebben sinds enige jaren wel een gebruikersruimte. Daar kunnen mensen – vaak zijn dat daklozen – in een veilige ruimte en onder toezicht gebruiken. Uit eerste resultaten van een onderzoek van de universiteiten van Luik, Gent en Louvain-la-neuve blijkt dat die het gebruik op straat verminderen, maar dat de overlast daarom niet weg is. ‘Gebruikers worden na hun bezoek niet voldoende uitgenodigd om er te blijven en dus belanden ze onder invloed op straat’, zei onderzoeker Sophie André daarover in 2024 op de Brusselse nieuwswebsite BRUZZ. Veilig gebruiken, dat wel dus, maar het blijkt geen route naar gedegen hulpverlening.
‘Ik denk eerlijk gezegd niet dat te weinig gebruikersruimtes ons grootste maatschappelijk probleem is’, zegt Kirsten Catthoor. ‘Het aantal spuiten op straat zal daardoor verminderen. Maar de problemen van toenemende dakloosheid, armoede, verslaving en een slechte toegang tot zorg zijn daarmee niet opgelost.’
Straathoekwerkers
Volledig decriminaliseren dan? Daarvoor is Catthoor niet te vinden, al benadrukt ze dat ‘alleen vervolgen zonder hulp aanbieden’ ‘nutteloos’ is. En met dat vervolgen gaat het trouwens niet hard. ‘Voor drugsgebruik alleen word je in België niet gearresteerd en al helemaal niet in de gevangenis gegooid. Het gaat dan altijd om de combinatie met dealen, overlast of geweld.’
Voor Catthoor moeten justitiële acties tegen drugs altijd gecombineerd worden met aanklampende zorg. ‘Scheld een boete kwijt als een drugsverslaafde kiest voor doorgedreven hulpverlening, bijvoorbeeld in een programma met controle van gebruik en een gestructureerde dagbesteding.’ Een alternatief voor boetes – misschien dus toch een vorm van decriminalisering …? ‘Nee, want decriminalisering zal leiden tot meer gebruik. We hebben vooral de juiste vorm van zorg, en een goede beschikbaarheid van hulpverlening nodig’, vervolgt ze. ‘Mensen met een verslaving moeten opgevangen worden door buurtwerkers, hun huisarts, het OCMW, het CAW – mensen die dicht bij hen staan, en kunnen doorverwijzen naar goede zorgverlening. Ik betreur het dat Gent heeft beslist om zijn straathoek- en buurtwerkers weg te saneren (in Antwerpen werd het straathoekwerk tien jaar geleden al significant afgebouwd, red.). En soms jaagt het beleid mensen zelfs weg van die nabije hulpverleners die er wel nog zijn. In het Vlaamse en federale regeerakkoord staat dat zwangere vrouwen met een verslaving gedwongen kunnen worden opgenomen om af te kicken. Welke vrouw zal dan nog anderen in vertrouwen nemen om te vertellen over haar drugsprobleem? En ook de wooncrisis moeten we aanpakken. Op straat leven is niet goed voor een mens. Je zou ervan beginnen drugs te gebruiken.’