Zeven vragen en antwoorden over aseksualiteit

Ze hebben een laag libido, of een seksueel probleem, ze leven celibatair en hebben vast nog nooit seks gehad. Dat zijn enkele vooroordelen over aseksuele mensen die niet kloppen. Maar wat is aseksualiteit dan wel?

Beeld: De Pride-vlag voor aseksualiteit.

Wat is aseksualiteit?

‘Aseksualiteit is een seksuele oriëntatie’, vertelt Paul Enzlin, hoogleraar seksuologie verbonden aan het Interfacultair Instituut voor Familiale en Seksuologische Wetenschappen van de KU Leuven. ‘Op basis van het onderzoek dat een doctoraatsstudente bij mij een paar jaar geleden heeft gedaan en de literatuur erover, was dat onze conclusie. Je hebt heteroseksuele mensen, die zich aangetrokken voelen tot het andere geslacht. Homoseksuele mensen voelen zich aangetrokken tot hetzelfde geslacht en biseksuelen tot beide geslachten. Zij voelen zich allemaal aangetrokken tot iemand en zijn seksueel actief met als doel seksuele bevrediging te vinden. Er zijn ook mensen die parafile interesses hebben en zich dus aangetrokken voelen tot objecten of niet-normatieve handelingen die anderen vreemd vinden. Aseksuele mensen voelen zich tot niets of niemand seksueel aangetrokken. Seksueel actief zijn leidt bij hen niet tot die seksuele bevrediging die vaak centraal staat en ze hebben niets met seksualiteit.’

‘In de wetenschap werd lang gedacht dat er andere mogelijke verklaringen waren voor aseksualiteit. Is aseksualiteit niet gewoon een vorm van heel weinig zin hebben in seks? Zouden deze mensen een stoornis in het seksuele verlangen hebben? Nogal wat mensen die een diagnose kregen binnen het ASS-spectrum zijn ook aseksueel. Heeft dat er dan iets mee te maken? Dat waren belangrijke vragen. Er is dus wel geprobeerd om andere verklaringen te vinden, maar in het algemeen is het toch zo dat meer en meer mensen ervan overtuigd zijn dat het een seksuele oriëntatie is.’

Hoeveel mensen zijn aseksueel?

‘Grootschalig Brits onderzoek in 2004 heeft uitgewezen dat ongeveer één procent van de bevolking aseksueel isEen juiste inschatting, want ook andere onderzoeken kwamen uit op ongeveer één procent. Het zou kunnen dat als we op dit moment zo’n prevalentieonderzoek zouden doen er meer mensen voor durven uitkomen dat ze aseksueel zijn, door het sterke maatschappelijke debat waarin er meer aandacht voor diversiteit wordt gevraagd. Dan zou dat percentage nog weleens kunnen stijgen, maar dat is nog even koffiedik kijken.’

Hebben aseksuele mensen seks?

‘Men denkt vaak dat aseksuele mensen gewoon geen relatie aangaan en zich zo niets hoeven aan te trekken van seksualiteit. Dat klopt niet. Sommige aseksuele mensen hebben seks om tegemoet te komen aan de seksuele noden van hun partner. Dan zullen ze wel zeker nooit masturberen, is de redenering vaak. Maar toch zien we dat aseksuele mensen bijna evenveel masturberen als mensen die wel seksueel zijn. Ze geven er gewoon een andere betekenis aan. Ze doen het om slaperig te worden of spanning los te laten, bijvoorbeeld. Er zijn ook aseksuele mensen die seks hebben om het toch maar eens te proberen. Om toch eens te kijken of het iets voor hen is. Maar dan merken ze gaandeweg dat het niet werkt.’

Hebben aseksuele mensen een afkeer van seks?

‘Dat is vrijwel nooit het geval. Wat je vooral merkt, is dat het seksuele voor hen geen positieve betekenis heeft. Veel mensen vrijen omdat ze seksuele bevrediging willen en omdat het voor hen een fijne ervaring is. Aseksuele mensen hebben geen zin in seks omdat ze geen seksuele aantrekking voelen. Ze hebben geen problemen met hun seksuele functie, zoals erectieproblemen of vaginisme. Ze zijn seksueel functioneel en kunnen ook een orgasme krijgen. Veel mensen vrijen ook om zich meer verbonden te voelen met hun partner. Dat is iets wat aseksuele mensen niet herkennen. Bij hen helpt vrijen niet om zich dichter bij hun partner te voelen.’

‘Iemand die aseksueel is kan ook niet opeens seksueel worden. De vraag alleen al stellen verraadt het vooroordeel van veel mensen dat seksueel zijn normaal is en dat aseksuele mensen wel kunnen herstellen. We moeten accepteren dat het een seksuele oriëntatie is en het loslaten. Als iemand zich als aseksueel identificeert, is dat goed. Dan moeten we kijken hoe dat hun leven zal beïnvloeden en hoe ze ermee om kunnen gaan.’

Wat is het verschil tussen aseksueel en aromantisch?

‘Je kan je enerzijds seksueel aangetrokken tot iemand voelen, maar anderzijds ook romantisch. Iemand die zich romantisch aangetrokken voelt tot iemand wil zich emotioneel verbinden met die persoon. In ons onderzoek wilde tachtig procent van de aseksuele mensen zich emotioneel verbinden met iemand. Ze willen een affectieve, warme relatie zoals de meeste mensen. Alleen dan zonder seks. Er zijn mensen die aseksueel en aromantisch zijn, dat zijn mensen die graag alleen leven en niet de behoefte hebben om een liefdesrelatie aan te gaan. Er zijn ook mensen die aseksueel en romantisch zijn, zij willen zich emotioneel verbinden met iemand, maar ze hebben niets met seks. Je hebt seksuele aromantische mensen, zij zijn juist erg geïnteresseerd in dat seksuele maar willen geen emotionele connectie. En je hebt mensen die seksueel en romantisch zijn, zij willen zowel seks als een emotionele connectie.’

Wat is het verschil tussen aseksueel, demiseksueel en grey-seksueel?

‘Dan spreken we over het seksueel spectrum, waarin je mensen hebt met helemaal geen seksueel verlangen, mensen met een verminderd seksueel verlangen en mensen die juist hyperseksueel zijn. Aseksuele mensen staan dan uiterst links op dat spectrum, ze voelen helemaal geen seksueel verlangen. De demiseksuelen kunnen na verloop van tijd seksueel verlangen ontwikkelen eens ze een erg diepgaande, emotionele band hebben opgebouwd met iemand. En de grey-seksuelen zijn mensen die soms toch een heel klein beetje seksueel verlangen kunnen voelen, maar eigenlijk heel weinig. Dat zijn de drie grote vormen binnen aseksualiteit.’

Kan een relatie tussen een aseksuele persoon en een seksuele persoon werken?

‘Idealiter vinden twee aseksuele partners elkaar. Dat is de makkelijkste optie. Want dat betekent dat die twee mensen niets met seks hebben, maar zich wel emotioneel willen verbinden. Daar kan dan iets moois groeien. Een relatie tussen een aseksuele persoon en een seksuele persoon zal ongetwijfeld moeilijk zijn. Want je vaart op een schip waarin dat de ene een bepaalde richting uit wil en de ander juist de andere richting. Veel aseksuele mensen zullen niet de stap zetten naar de hulpverlening, omdat ze zich verzoend hebben met hun aseksualiteit. Vaak zoeken aseksuelen hulp omdat ze in een relatie zitten met een seksueel iemand. Het is daarbij belangrijk om te kijken wat de grenzen zijn binnen een relatie en wat kan en niet kan. Sommige mensen voelen zich erg emotioneel verbonden met hun aseksuele partner maar hebben zelf toch meer nood aan seksualiteit. Zij zetten dan misschien de stap naar een open relatie. Maar dat hangt echt van koppel tot koppel af. Het thema moet sowieso bespreekbaar zijn zodat mensen kunnen leren onderhandelen over de grenzen die er zijn.’