Duurzame buurt

In plaats van huizen te ‘vergroenen’, worden hele huizenblokken aangepakt en omgevormd tot een duurzaam en efficiënt geheel.

 

De laatste tien jaar heeft bouwen en renoveren met oog voor energie en watergebruik een hoge vlucht genomen. Maar duurzaam bouwen wordt nog interessanter als je in een moeite meerdere gebouwen tegelijk aanpakt. Grondstoffen en infrastructuur delen bespaart afval. En: een renovatie kan kostenbesparingen en moderne technologie brengen naar minder gegoede wijken, die zulke kansen doorgaans niet krijgen. De planning is complexer, maar een aanpak op buurtniveau biedt mogelijkheden die de eengezinswoning overstijgen.

Die schaalvoordelen zien we ook in EcoBlock, het project dat ik in Oakland leid met professor architectuur en stedenbouw Harrison Fraker (UC Berkeley). Het is een multidisciplinaire onderneming met inbreng van stedenbouwkundigen, ingenieurs, sociale wetenschappers en beleidsdeskundigen van overheden, de academische wereld, de privésector, non-profitorganisaties en burgergroepen.

Het concept staat al stevig in de figuurlijke steigers. We willen een dertigtal oude rijhuizen in een buurt met lage inkomens en middenklassers onder handen nemen. Doel is het gebruik van fossiele brandstoffen, het waterverbruik en de broeikasgasuitstoot drastisch terugdringen. De verbouwingskosten zullen naar verwachting snel terugverdiend zijn dankzij het lagere verbruik, en het project wil een comfortabele en veilige thuisomgeving bieden.

Zonnepanelen sluizen energie naar een slim micronet, en het teveel wordt opgeslagen. Er komen ook elektrische deelauto’s met een 25-tal laadstations in de buurt. Dat zou het jaarlijkse elektriciteitsverbruik met ruim de helft moeten doen dalen, en de CO2-uitstoot tot nul herleiden. Dat is de moeite waard, zeker als je weet dat huishoudens verantwoordelijk zijn voor meer dan een kwart van de broeikasgasemissies in de Verenigde Staten.

In Californië is ook water een bijzonder heikel punt. In EcoBlock gaat regenwater naar de toiletten en wasmachines, en wordt afvalwater gebruikt voor de irrigatie van tuinen. Dat verlaagt het gebruik van drinkwater met tot 70 procent. Vast afval wordt behandeld en verwerkt tot compost. Het project zal banen scheppen in de bouw en de stad nieuw leven inblazen. Als het onze verwachtingen inlost, zou het model veel navolging kunnen krijgen. De interesse vanuit Europa, Noord-Afrika en Azië bewijst dat na de individuele woning nu ook de bredere buurt aan verduurzaming toe is.