Wandeling brengt Brusselse dataverzameling in kaart: ‘Ook deelstepbedrijven verkopen massaal hun data’

Camera's, geluidsbakens en zelfs deelfietsen: steden zitten vol met technologieën die data over ons verzamelen. Het Brusselse onderzoeksinstituut FARI organiseert sinds kort datawandelingen waarbij je die virtuele laag van de stad ontdekt. Eos wandelde mee. ‘Niet alle dataverzameling is noodzakelijk slecht.’

‘Moh, echt?’ We staan in het centrum van Brussel in een bushokje, voor een reclamebord. Aan de reclame valt weinig op te merken, gewoon een licht bevuilde parfumadvertentie. De schok die door de groep gaat, verwijst naar wat er in het bord verwerkt zit: een camera.

Enkele jaren geleden plaatste het reclamebedrijf Clear Channel camera's in sommige van de reclameborden die je overal in het straatbeeld ziet. Die camera's namen de gezichten op van voorbijgangers. Die werden op hun beurt via artificiële intelligentie (AI) geanalyseerd. Zo kon het systeem de emoties van voorbijgangers in kaart brengen wanneer ze naar de reclame keken: nuttige data voor de reclamebedrijven.

De actie werd al snel illegaal verklaard. In 2017 stelde de Belgische Privacycommissie dat het bedrijf de videobeelden niet mocht gebruiken. De camera's zijn intussen niet maar actief, maar ze zitten nog wel in de borden, als stille getuigen van hoe we in de stad steeds vaker bespioneerd worden.

Wanneer een geluidsbaken verheven stemmen detecteert, springen de camera’s aan om te zien wat er aan de hand is

Dit soort methoden van dataverzameling wil het Brusselse FARI onder de aandacht brengen. Het instituut, een samenwerking tussen de VUB en ULB, richt zich op thema's als data, robotica en AI. Sinds kort doet het dat ook in de vorm van datawandelingen. Bedrijven, overheden en scholen krijgen een rondleiding door Brussel en ontdekken waar er data van hen wordt verzameld.

‘We willen bewustzijn verhogen, maar niet enkel over privacy’, stelt Emilie Maccarini, FARI Services Hub Coördinator en begeleider van de wandelingen. ‘Het gaat over de virtuele stad. We willen ervoor zorgen dat burgers genoeg kennis hebben om een gefundeerde mening te vormen over hoe die eruit moet zien. Welke grenzen willen we stellen, en welke mogelijkheden zijn er?’

FARI is een samenwerking tussen de VUB en ULB dat zicht richt op thema's als data, robotica en AI. Credit: Jean Cosyn

Gezichtsherkenning

De wandeling begint aan het Centraal Station van Brussel, waar ook FARI zelf gelegen is. Het is over de koppen lopen wanneer een groep laatstejaarsstudenten uit Eeklo aan de wandeling begint.

‘Wanneer we starten, vraag ik altijd aan de deelnemers om alle dataverzamelmethoden die ze in het straatbeeld zien aan te duiden’, legt Maccarini uit. ‘Meestal missen ze er enkele. Denk maar aan telecomantennes voor GSM-signalen, wifi-routers of bluetoothzenders. Die zijn niet altijd even zichtbaar en mensen zijn er zich niet altijd bewust van dat zulke zaken hun data verzamelen.’

Als je in het station rondkijkt, zie je nog meer tracking-technologieën. Aan de ingang vind je steevast camera's, die hun focus kunnen verplaatsen naar specifieke punten in de omgeving. Technisch gezien kunnen ze ook gezichten herkennen, waarbij een AI-systeem gezichtseigenschappen van mensen in kaart brengt en aan een identiteit koppelt. Maar tot dusver mogen de autoriteiten dat enkel gebruiken in gevallen zoals terrorisme. Het wordt niet standaard toegepast.

‘We proberen mensen bewust te maken’, stelt Maccarini. ‘We vestigen hun aandacht op de plekken waar data worden verzameld. We gaan dieper in op de technologie, en hoe die werkt. We leggen uit om wat voor data het gaat en wat het privacy-aspect daarvan is. Daarna bekijken we wat mag met die data, en wat de wetgeving erover zegt.’

Naast de camera's vind je ook een geluidsbaken, die veel minder zichtbaar is. In het station ziet het eruit als een kleine, witte antenne die boven de ingang hangt. Die antenne helpt de camera tellen hoeveel mensen er in het station voorbijkomen, maar volgt ook de geluiden die in het station weerklinken. Wanneer het bijvoorbeeld verheven stemmen detecteert, wat duidt op een mogelijk gevecht, kan dat ervoor zorgen dat de camera’s aan springen om een kijkje te nemen.

Brussel gebruikt slimme camera's om bepaalde wagens wel of niet in sommige zones toe te laten via verkeerspaaltjes.

Deepfake deurbel

Niet alleen overheden en bedrijven verzamelen data over ons. Ook burgers doen dat. De Beenhouwersstraat in het centrum van Brussel is een van de drukst bewandelde straten van de hoofdstad, die volloopt met toeristen. Het is ook de plek waar een huiseigenaar nietsvermoedend iets illegaals deed.

Aan de deur van het huis hangt een deurbel met camera, die recht op de straat gericht staat. Dat mag niet volgens de wet. Een private camera mag slechts voor 30 procent de publieke ruimte filmen en niet 100 procent, zoals deze. Technisch gezien kan dat een boete opleveren, al wordt de regel niet altijd even streng gehandhaafd.

‘Het is belangrijk dat we als maatschappij grenzen kunnen trekken’

De fout is niet zo onschuldig als je weet dat techbedrijven, zoals het Amerikaanse Ring, steeds meer 'slimme' deurbellen verkopen. Daarmee kan je niet enkel zelf zien wie er aan je voordeur staat, er zit ook gezichtsherkenning in verwerkt. Je kan de deurbel zelfs foto's geven van je vrienden en familie, zodat de deur automatisch voor hen opengaat. Dat valt natuurlijk te hacken: Amerikaanse kunstenaars slaagden er al in om met deepfakes, via AI-gegenereerde beelden van mensen, de deuren open te maken.

Iets verder, in het Delirium Café, zien we opnieuw iets illegaals. Verschillende private camera's van de omliggende cafés houden de straat in de gaten. Opnieuw een overtreding, maar er heerst een gedoogbeleid bij de Brusselse politie. Dit is namelijk een uitgaansbuurt. Wanneer er hier iets voorvalt, een gevecht of diefstal, dan is het altijd handig dat ze de beelden kan opvragen. Lokale cafés kunnen hun gang gaan.

Lage-emissiezone

Opvallend veel data worden verzameld in het verkeer. Zogenaamde ANPR-camera's (Automatic Number Plate Recognition camera's) volgen nauwgezet op wie er rondrijdt in het centrum. Die camera's kunnen, opnieuw via AI, objecten herkennen, en worden vooral gebruikt om nummerplaten te lezen en te volgen. Brussel gebruikt ze bijvoorbeeld om bepaalde wagens wel of niet in sommige zones toe te laten via verkeerspaaltjes, zoals taxi's, of om de lage-emissiezone te handhaven. Als een nummerplaat gekoppeld aan een oude, vervuilende wagen wordt gezien in de stad, kan dat een stevige boete opleveren.

Zelfs laadpalen verzamelen data. Tegenwoordig slaat een elektrische wagen enorm veel gegevens op: over je rijgedrag, het energieverbruik en zelfs over de muziek waarnaar je luistert. Sommige auto's geven zulke data tijdens het opladen door.

AI-systeem herkent personen in een auto. Credit: Jean Cosyn

Ook over de zachte weggebruikers worden gegevens verzameld. ‘Deelstep- of deelfietsbedrijven verkopen massaal hun data, onder andere aan overheden die werken rond mobiliteit’, stelt Maccarini. ‘Dat geeft veel diepgaande informatie over verkeersveiligheid van kwetsbare weggebruikers. Als zulke steps en fietsen steeds weer abrupt remmen op dezelfde plaats, dan kan een speler zoals het Brusselse Gewest knelpunten voor de zachte weggebruiker in kaart brengen. Dat is iets dat voordien erg moeilijk te meten viel.’

Big Brother?

Dataverzameling zit dus diep in de stad ingebed. De tieners in de groep lijken niet echt onder de indruk, maar Maccarini zag al uiteenlopende reacties. ‘Soms denken mensen dat dataverzameling veel verder gaat dan wat in de realiteit gebeurt. Maar op andere momenten zien we ze echt schrikken: ze begrijpen niet dat zoiets kan.’

Toch wil FARI met de wandeling niet enkel kritiek uiten. Ook de kansen worden uitgebreid belicht. Verkeersdata kunnen ons verkeer veiliger maken, en camera's kunnen ook helpen bij het aanpakken van criminaliteit. ‘Er valt enorm veel te leren van stedelijke data', zegt Maccarini. ‘Het gaat er vooral over om mensen bewust te maken, en te tonen dat er risico's én kansen zijn.’

De reacties van de groepen variëren: ‘Sommigen denken dat dataverzameling verder gaat dan in de realiteit.’ Credit: Jean Cosyn

Dat zag je ook bij de groep studenten uit Eeklo. Voor de start van de wandeling moesten de leerlingen op een as aanduiden of ze vonden dat dataverzameling onze huidige maatschappij wel of niet vooruit hielp. De meeste bevonden zich in het midden. Na de wandeling toonden verschillende studenten zich opvallend genoeg positiever over de mogelijkheden van dataverzameling dan voor de wandeling. De boodschap is dus niet enkel ‘Big Brother is watching you’, het toont evengoed dat data ons kunnen helpen om een betere stad te bouwen.

‘Digitale technologie gaat razendsnel vooruit’, stelt Maccarini. ‘Daarom is het zo belangrijk dat we als maatschappij ook grenzen kunnen trekken.’

Big data

De informatie waarop de wandeling steunt, komt voort uit het wetenschappelijke onderzoek van de universiteiten waarmee FARI verbonden is. Dat is logisch, het is namelijk enorm moeilijk om elke camera, telecomantenne en andere dataverzamelingsmethode in kaart te brengen zonder de hulp van experten. ‘FARI vertegenwoordigt tien verschillende onderzoeksgroepen’, stelt Maccarini. ‘Heel wat van onze informatie komt van onderzoekers die er hun passie en werk van maken om dit soort zaken op te volgen. Zij weten heel veel over technologie, privacy en de maatschappelijke gevolgen daarvan. Zij geven ons enorm veel kennis mee.’

De wandelingen zijn geïnspireerd door een wetenschappelijk project van de KU Leuven en de VUB dat werd gefinancierd door het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek. ‘De wandeling vloeide voort uit het SPECTRE-project’, stelt Maccarini. ‘Daar confronteerden privacy-onderzoekers burgers met dataverzameling. FARI bouwde samen met het Kenniscentrum Data & Maatschappij op dat onderzoek voort. We hebben de wandeling uitgebreid, en blijven burgers bewust maken van de rol die dataverzameling in onze maatschappij speelt.’

De wandeling laat duidelijk zien hoe omvangrijk dataverzameling in de stad is. Daar moeten we als burgers over leren nadenken. ‘We zijn de laatste jaren als maatschappij grote hoeveelheden data beginnen te verzamelen’, besluit Maccarini. ‘Woorden als big data doken op, en we verzamelden er maar op los. Maar wat nu? Persoonlijk vind ik dat data verzamelen niet per se fout is, het gaat erover wat je ermee doet. Daar knelt het schoentje. We begrijpen als maatschappij niet goed wat er met die data wordt gedaan.’