'Meer marketing dan oplossing'

14 juni 2016 door DDC

Minister van Volksgezondheid Maggie De Block wil dat we tegen 2017 vijf procent minder calorieën eten in vergelijking met 2012. Ze sloot daarom een Convenant Evenwichtige Voeding af met de voedings- en retailsector.

Minister van Volksgezondheid Maggie De Block wil dat we tegen 2017 vijf procent minder calorieën eten, in vergelijking met 2012. Ze sloot daarom een Convenant Evenwichtige Voeding af met de voedingssector (FEVIA) en de retailsector (COMEOS).

De voedingsbedrijven engageren zich om bijvoorbeeld het suiker- en vetgehalte in hun producten te verlagen, de samenstelling te verbeteren, bijvoorbeeld door vezels toe te voegen of het aandeel verzadigde vetten te verminderen, en kleinere porties aan te bieden. Chris Moris, directeur-generaal van FEVIA wijst op het succes van het soortgelijke zout-convenant. ‘Daarmee zorgden we ervoor dat de zoutconsumptie daalde met tien procent. De uitdaging om de energie-inname te reduceren is wellicht nog groter. Maar met die engagement nemen we onze verantwoordelijkheid om consumenten te helpen een gezonde en evenwichtige levensstijl na te streven.’

Voedingsdeskundige Patrick Mullie (VUB) is zeer sceptisch. ‘Het is niet duidelijk hoe men het effect van dit vrijblijvende initiatief wil meten’, zegt Mullie. Vijf procent minder calorieën eten lijkt weinig, maar kan op zich wel effectief zijn, legt Mullie uit. ‘Veel mensen worden te dik door lange tijd een beetje te veel te eten. Op een dagelijkse behoefte van 2000 kcal komt die vijf procent overeen met 100 kcal. Dat zijn op jaarbasis 36.000 kcal of ongeveer 5 kilogram vet.’

‘Maar het is erg onwaarschijnlijk dat mensen door dit plan effectief vijf procent minder calorieën zullen binnenkrijgen’, aldus Mullie. ‘Dat bewijzen de lightproducten: maak iets een beetje gezonder en mensen eten er meer van.’

De vergelijking met de succesvolle zoutreductie gaat volgens Mullie niet op. ‘Het zoutgehalte kan je verminderen zonder aan de kern van de voedingsindustrie te raken: winst. Die winst kan de industrie vooral maken door goedkope grondstoffen zoals suiker en vet te gebruiken, en dat is net de bron van het probleem. Daaraan raken ligt moeilijker. Het zou effectiever zijn om suiker als grondstof duurder te maken. Dit plan lijkt mij meer marketing dan een oplossing voor het obesitasprobleem.’

Ook voedingsdeskundige Christophe Matthys (KU Leuven) heeft zijn twijfels. 'Zelfregulatie is niet altijd een onverdeeld succes. Denk maar aan reclame voor voeding gericht op kinderen. Daar zijn ook regels rond, maar als kinderen naar Nickelodeon kijken, zien ze toch reclame voor Kellogg's - en niet voor All Bran. Ik ben voorstander van meer transparantie over de samenstelling van producten, bijvoorbeeld over toegevoegde suikers. Al zal dat niet volstaan om mensen hun gedrag te laten veranderen.' Matthys vraagt zich af wie zal garanderen dat alle spelers hun engagement nakomen. 'Een soortgelijk convenant in het Verenigd Koninkrijk was geen succes.'

Bij het Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie en Ziektepreventie (VIGEZ), dat de voedingsdriehoek opstelt, zien ze wel een voordeel van het plan. 'We zijn gewoon geraakt aan zoet en zout. Door het suikergehalte geleidelijk aan te passen, kan de consument wennen aan een minder zoete smaak', zegt woordvoerster Liese Weemaels. Maar die aanpak heeft zijn beperkingen. 'Het gaat hier vooral om bewerkte producten zoals koekjes en frisdranken. Die worden minder ongezond, maar blijven overbodig. Het promoten en betaalbaarder maken van onbewerkte voeding blijft prioritair.'