Als we haar wortels voeden, bloesemt de wetenschap

Het is aanlokkelijk om radicaal te kiezen voor onmiddellijk toepasbaar onderzoek. Maar als we echt vruchten willen plukken van de wetenschap, dan moeten we vooral haar wortels voeden.

Een marshmallowsnoepje niet meteen opeten, als je weet dat je er dan twee krijgt. Terwijl de meeste kleuters ervoor falen, slaagt het merendeel van de volwassen wel voor deze test. Gelukkig maar, want zelfbeheersing is een mooie deugd. Niet alleen in het dagelijkse leven, ook als het over wetenschapsbeleid gaat. Er ligt namelijk altijd een onweerstaanbaar snoepje voor de neus van onze beleidsmakers. Het is aanlokkelijk om radicaal te kiezen voor onmiddellijk toepasbaar onderzoek: voluit inzetten op innovatie en faculteiten sluiten als ze dat niet kunnen bieden. Wat er mis is met deze aanpak probeerde ik, samen met illustrator Lina Kusaite, uit te leggen in dit animatiefilmpje. De video is opgebouwd rond een aloud symbool voor kennis en wetenschap: de boom.

Voor mij is de hele boom waardevol, het hele jaar rond. Maar de aandacht van beleidsmakers gaat vooral naar de vruchten. Die staan symbool voor de toepassingen van wetenschap, zoals ledlampen, biosensoren en zelfrijdende auto’s.

Zelfs als je enkel de vruchten wil plukken, kan je de wetenschap daar niet toe verengen. Want wat is er nodig voor een goede oogst? Alles begint bij de wortels: zij staan voor fundamenteel onderzoek, dat zoekt naar dieper inzicht. Om die wortels gezond te houden, moeten we voor een goede bodem zorgen. We moeten het grondwater peilen en waar nodig aanvullen. Dat betekent dat we financiering voorzien voor fundamenteel onderzoek, waar toepassingen op steunen.

Voor sommige beleidsmakers kan het niet snel genoeg gaan. Zij zien wetenschap als een intensieve plantage. Wetenschap is meer dan dat, je hebt ook een duurzame boomgaard nodig. Een plek waarin onderzoekers de hele ruimte aan mogelijkheden vrij kunnen exploreren, zonder extern opgelegde doelen of performantie-indicatoren. Om naar de maan te reiken (een zogenoemd moonshot) moeten de wortels dieper doordringen. Daar laven ze zich aan natuurlijke bronnen: passie, nieuwsgierigheid, collectieve verbeelding en dromen. Ja, wetenschap wortelt deels in magie. Dingen die kinderlijk lijken, zijn ook nodig voor het ecosysteem.

Voor sommige beleidsmakers kan het niet snel genoeg gaan. Zij zien wetenschap als een intensieve plantage

Een boomgaard lijkt zelfregulerend, maar de ruimte ervoor staat onder druk. Als we een gezonde balans willen behouden tussen plantage en boomgaard, dan moeten we zorgen dat er vrije ruimte overblijft en dat niet één kant al het grondwater opslorpt. Als we enkel de efficiënte productie van grote, sappige sinaasappels voor ogen houden, dan lijkt diversiteit overbodig. Zouden we daar niet beter een monocultuur van maken? Maar wat als er een ziekte uitbreekt en er geen bestuivers meer komen? Of als er een behoefte ontstaat aan iets anders dan sinaasappels? Dan is het goed om een buffer te hebben van wilde variëteiten.

Stel je eens voor dat we zouden zorgen voor de bodem en geduld uitoefenen. Dat zou niet enkel de oogst ten goede komen. Aandacht voor het proces leert ons de waarde van nieuwsgierigheid en helderheid. Het opent deuren naar nieuwe perspectieven – een kettingreactie aan nieuwe ideeën, waarvan de uitkomst niet te voorzien is. Meer dan ooit hebben we zo’n boom nodig midden in onze samenleving: een schaduwrijke plek om rustig na te denken. Ja, om technologie te oogsten, maar ook om te reflecteren over wat die technologie met ons doet en waar we echt naartoe willen. Als we haar wortels voeden, bloesemt de wetenschap en zal ze vruchten dragen voor onze en de volgende generaties.

We leven in tijden van agendagedreven onderzoek. Dat kan de bodem eroderen en de boom ontwortelen. Op langere termijn legt het de bronnen voor innovatie droog. Het is bijna paradoxaal: een goed beleid laat tijd en ruimte voor vrij onderzoek. Ik denk dat die wetenschappelijke vrijheid niet altijd goed wordt begrepen. Het is niet iets vrijblijvend. Daarom sluit ik graag af met twee regels, van Jan Terlouw, Nederlands wetenschapper, politicus en auteur, uit zijn gedicht over vrijheid: ‘Je bent echt vrij wanneer je ongedwongen / naar eigen keuze kunt doen wat je moet.’