Bedreigen asteroïden onze planeet?

Vandaag is het Asteroid Day. Jaarlijks op 30 juni lanceert een internationaal collectief van wetenschappers, astronauten en artiesten een bewustwordingscampagne over de gevaren van asteroïden. Eos sprak met ruimtevaartingenieur Stijn Ilsen.  

Volgens de bezielers van Asteroid Day, waaronder Queen-gitarist en astrofysicus Brian May, moeten we dringend fondsen oprichten om onderzoek naar asteroïden te stimuleren.

Dat dat geld absoluut nodig is, bevestigt ruimtevaartingenieur Stijn Ilsen. Tot voor kort werkte hij mee aan een asteroïdenproject van de NASA en het ESA. De zogeheten AIDA-missie omvat twee satellieten: de DART-satelliet (NASA) moet een asteroïde uit haar baan brengen door ertegen te botsen, terwijl de AIM-satelliet (ESA) vanop een afstandje metingen verricht. Het uiteindelijke doel: vermijden dat een asteroïde op de aarde neerploft en een hele stad wegvaagt. Alleen staat het werk van het ESA momenteel on hold.

Hoe komt dat?

Stijn Ilsen: ‘Europa voorziet te weinig funding voor de missie. Nochtans is het AIM-project een low-cost-operatie, en waren we er al twee jaar volop voor aan het werk. De volledige missie was al begroot, en de bouwplannen voor de satelliet lagen klaar. Veel hadden we al vrij gedetailleerd uitgewerkt: we wisten hoeveel brandstof we nodig hadden voor de lancering, hoeveel wetenschappelijke instrumenten we konden meenemen aan boord, enzovoort. Gelukkig kan de NASA wel nog doorwerken aan zijn DART-satelliet.’   

Wat was uw taak binnen de AIM-missie?

‘Ik was operationeel ingenieur. Mijn focus lag op het gedrag van de satelliet, zowel op vaste grond als zwevend door de ruimte. Ik moest uitvogelen hoe we het toestel vanop aarde zouden besturen en hoe we de baan ervan zouden bepalen. Daarvoor hield ik me voornamelijk bezig met software, maar ik besliste bijvoorbeeld ook mee over welke antennes we op de satelliet zouden plaatsen.’

Waarom zat er zo’n vaart achter de missie?

‘In 2022 komt een binair asteroïdensysteem genaamd Didymos tot op 11 miljoen kilometer van de aarde. Dat is niet zo ver: het is ongeveer dertig keer de afstand tussen de aarde en de maan. Daarmee bevinden de twee asteroïden zich nog net dicht genoeg om onze DART-satelliet met een zekere precisie tegen één ervan te doen botsen. Wil de NASA daar op tijd geraken, dan het zijn satelliet in 2020 lanceren.

Los van die timing willen we ons zo snel mogelijk voorbereiden op een scenario waarbij een asteroïde werkelijk op de aarde afstevent. Volgens berekeningen van de NASA is dat risico heel erg laag. Maar als het gebeurt, staan we machteloos.’

De NASA beschouwt asteroïden met een diameter van 150 meter of meer als gevaarlijk. In 2013 ontplofte een asteroïde boven het Russische Oeralgebied. Ze had een diameter van amper 17 meter. Toch vielen er 1.491 gewonden.

‘Bij de explosie kwam een energie vrij die dertig keer groter was dan de bom op Hiroshima. Was de asteroïde boven Londen ontploft, dan had ze allicht een dodelijke tol geëist. Toch brengt de NASA projectielen van die grootteorde niet actief in kaart. De organisatie volgt een andere strategie: eerst brengen we alle grote gevaren in kaart, en pas daarna beginnen we aan de kleinere. Die kleine asteroïden zijn ook gewoon moeilijk te spotten met een telescoop.’

Vormen asteroïden een levensbedreigend gevaar?

‘Elk jaar vallen dertig à veertig kleine asteroïden neer op aarde. Het is niet de vraag of, maar wanneer we worden geconfronteerd met een groter projectiel. Als we niet tijdig voorbereiden, kan het te laat zijn.’

 

Lees het volledige interview met Stijn Ilsen en andere experts in het volgende nummer van Eos. Uit op 17 augustus.