DIY

'Antwerpse intellectuelen namen wellicht oranje wortels mee naar het noorden'

Gezocht: kunstliefhebbers die in de naam der wetenschap internationale musea afschuimen. Ive De Smet (VIB-UGent) en David Vergauwen (Amarant) reconstrueren de geschiedenis van groenten, fruit en granen aan de hand van schilderkunst. ‘Vooral moeilijk toegankelijke schilderijen helpen ons verder.’

Dit is een artikel van:
Eos Wetenschap

Twee vrienden, een plantenbioloog en een kunsthistoricus, liepen een museum binnen. Dat is niet het begin van een flauwe mop, maar van een uit de hand gelopen hobby. Op reis stelde het schilderij van een opvallend bleke watermeloen hen voor een raadsel. ‘Een slechte schilder?’ opperde plantkundige Ive De Smet. ‘Dat is Frans Snyders, beter vind je ze niet’, luidde het antwoord van kunsthistoricus David Vergauwen. Zo begon een kunstzinnige speurtocht naar oude varianten van fruit, groenten en granen. Via platformen als Iedereen Wetenschapper kregen de twee geregeld hulp bij het zoeken. Nu hun project klaar is voor een internationale aanpak, doen De Smet en Vergauwen een oproep via het vakblad Trends in Plant Science

Plantkundige Ive De Smet kunsthistoricus David Vergauwen.

Wat doen jullie precies? 

Vergauwen: ‘Wij volgen de methode van een Nederlander die in de jaren ’50 de musea afzocht naar afbeeldingen van oranje wortels. Oorspronkelijk zijn er ook paarse en rode wortels, maar na 1600 zijn de meeste geschilderde wortels plots oranje. Zijn conclusie was dat de oranje wortel uit Nederland kwam. Daarna is men zijn artikel blijven citeren, maar heeft niemand de resultaten ooit gecontroleerd. Zelf zagen we in musea dat de Antwerpse meesters al vanaf 1550 die oranje wortels tonen. Die zijn dus misschien niet populair geworden in Utrecht, maar in Antwerpen en Brussel. Na de val van Antwerpen trokken de intellectuelen naar het noorden en namen ze die wortels wellicht mee. Dan zie je plots ook oranje wortels in de Nederlandse schilderkunst.’  

Frans Snyders, 'Fruitkraam', 1618-1621.

Leveren de burgerwetenschappers goed werk? 

De Smet: ‘Ja, we krijgen effectief mails met nieuw materiaal. Maar voorlopig is het nog een vrij lokaal project. Op basis van de informatie die we de afgelopen jaren verzamelden en na de cursussen die we gaven bij Amarant, stellen we nu vast dat er een aantal gaten zitten in onze kennis. Er zijn veel plaatsen waar schilderijen verborgen kunnen blijven, zoals in kleine musea en landhuizen. Bovendien kunnen we niet overal zelf naar op reis gaan. Daarom proberen we het nu wereldwijd te lanceren. Daarom hebben we in onze publicatie de benadering samengevat en de methode voor citizen science uitgelegd.’

Vergauwen: Als er in een Spaans klooster een interessant schilderij in de eetkamer hangt, dan krijgen wij dat nooit te zien. Dat soort moeilijk toegankelijk materiaal levert soms verrassingen op. Werken die voor ons nuttig zijn, komen soms uit een heel beperkte periode, bijvoorbeeld de tien jaar rond het moment waarop de tomaat naar Spanje komt. 

Welke uitdagingen zijn er? 

Vergauwen: ‘Nagaan in welke mate een schilderij de werkelijkheid weerspiegelt. Dat kun je inschatten door te controleren of andere voorwerpen op het schilderij overeenkomen met de werkelijkheid. Gebouwen of muziekinstrumenten die vandaag nog bestaan. Als die realistisch zijn, waarom zou de schilder dan een uitzondering maken voor een stuk fruit? Soms moet je ook weten welke informatie bruikbaar is. Jeroen Bosch schildert een aardbei die even groot is als een mens, maar de vorm en kleur kloppen wel. De schilder is eigenlijk een prisma waar die objecten doorheen passeren.’

Jeroen Bosch, 'Tuin der Lusten', 1503–1515, detail.

De Smet: ‘We dromen van een app, die het allemaal wat vergemakkelijkt. Idealiter iets dat lijkt op de app van Natuurpunt, die insecten en planten identificeert (ObsIdentify, red.). Zo kunnen we ook meer burgerwetenschappers erbij betrekken. Maar daar is financiering voor nodig. Die is er voorlopig niet; het is meer een hobby waar we in onze vrije tijd aan werken.’

Weten jullie intussen wat er met die watermeloen aan de hand was? 

De Smet: ‘We zijn er nog niet volledig uit. De wit-rozige watermeloen van Snyders staat ook op een schilderij van Stanchi, dat een paar jaar geleden geveild werd. De discussie flakkerde toen op: is dit een bleke variant van de watermeloen, of een onrijp exemplaar? Aan de donkere zaden zie je echter dat de geschilderde meloenen op beide schilderijen rijp waren. Vermoedelijk ging het om een bleke variant met een genetisch defect, die minder rode kleurstof, lycopeen, opstapelde.’ 

Giovanni Stanchi, 'Watermeloenen, perziken, peren en ander fruit in een landschap', Circa 1645 –1672.

Vergauwen: ‘We gaan door tot we het weten!’

De Smet: ‘We weten in ieder geval dat de rode watermeloen er al was in het oude Egypte. Niet alleen omdat er oudere afbeeldingen bestaan van meloenen met donkerrood vlees, maar ook op basis van genetische data. In het graf van een farao bleef een stukje blad van een watermeloen bewaard. Daar analyseerde men onlangs het genoom van, waaruit bleek dat die meloen 3500 jaar geleden al rood en zoet was. Ze bezat immers het gen voor de rode kleur en het gen dat zorgt voor bitterheid, was gemuteerd en niet meer functioneel. Het is leuk dat we die link kunnen leggen tussen hoe iets eruit ziet en de onderliggende genetische informatie.’ 

Zo doe je mee

Neem foto's van het volledige werk, het plakkaat met informatie (naam van het werk, kunstenaar, datum) en relevante details van de afgebeelde plantaardige voeding. Stuur die op naar Artgeneticsdavidive@gmail.com