Denisovagrot nog lang niet uitverteld

In de Denisovagrot werden eerder al resten gevonden van de denisovamens en de neanderthaler. Nieuw onderzoek bevestigt ook de aanwezigheid van fossiel DNA van de moderne mens. Zijn de drie menssoorten elkaar daar ooit tegen het lijf gelopen?

Diep in het zuiden van Siberië ligt een plek die van onschatbare waarde is voor het begrijpen van onze geschiedenis als mens. De Denisovagrot, waar archeologen in 2008 een vingerkootje van een meisje vonden dat onze evolutionaire stamboom hertekende. Een analyse van het DNA uit dit botfragment bracht het bestaan van een tot dan toe onbekende menssoort aan het licht. De denisovamens maakte zijn intrede in onze evolutionaire stamboom.

Eerdere fossiele vondsten bevestigden de aanwezigheid van neanderthalers, terwijl artefacten uit jongere lagen deden vermoeden dat er ook moderne mensen gewoond hebben. Dat maakt van de Denisovagrot de enige plek waar mogelijk zowel de denisovamens, neanderthalers als moderne mensen zich hebben opgehouden.

Beeld bijgesteld

Een site met een sleutelrol, maar toch is het verhaal van de Denisovagrot slechts gebouwd op een handvol botfragmenten en voorwerpen. Recent onderzoek reikt echter een geheel nieuwe laag informatie aan. Nieuwe ontwikkelingen in de archeogenetica – de studie van fossiel DNA – maken het mogelijk om menselijk DNA uit bodem in kaart te brengen.

Dat is precies wat  Elena Zavala, PhD-kandidaat verbonden aan het Max Planck Instituut voor Evolutionaire Antropologie, en haar team deden. Ze namen 728 bodemstalen uit de verschillende lagen van de grot, en zochten naar de aanwezigheid van mensachtig en dierlijk DNA. 'Eerlijk gezegd, ik wist niet wat te verwachten,' verteld Zavala. 'De technologie is gloednieuw, en werd nog maar weinig toegepast. De omstandigheden in de Denisovagrot met een haast constante lage temperatuur zijn erg gunstig, dus we hoopten wel op een goed resultaat. De eerste gegevens, die van het dierlijk fossiel DNA, lieten al meteen zien dat het goed zat met de datering van onze staalnames.'

Zenobia Jacobs, Bo Li en Kieran O'Gorman verzamelen monsters in de Zuidelijke Kamer. (Credit: Dr. Richard G. Roberts)

Uiteindelijk bleken 175 stalen mitochondriaal DNA afkomstig van een van de drie soorten mensachtigen te bevatten. Dit type DNA komt niet uit de celkern, maar uit de mitochondriën van onze cellen, en is eenvoudiger op te sporen. 'We hadden op basis van eerdere vondsten al een ruwe schets van de bewoningsgeschiedenis van de Denisovagrot. Dat beeld is nu een stuk preciezer,' vertelt Zavala. 'Wat de denisovamensen en de neanderthalers betreft ligt de data in lijn met de fossiele vondsten, maar we weten nu wel beter wie er zich wanneer in het grottencomplex heeft opgehouden.'

De fossiele botfragmenten, hoe belangrijk ook, tonen slecht een deel van het verhaal. Op basis van gevonden artefacten vermoedde men al langer dat ook de moderne mens de Denisovagrot heeft aangedaan. Het fossiel DNA bevestigt hun aanwezigheid, aldus Zavala. 'Archeologisch materiaal uit de jongere lagen wees al in die richting, maar nu weten we met zekerheid dat er omtrent 45 000 jaar geleden de eerste moderne mensen opdoken, een stuk vroeger dan gedacht.'

Contactzone tussen oost en west

Omgekeerd geeft het DNA uit de bodemmonsters ook meer zekerheid over wie de makers van de artefacten uit de verschillende lagen precies waren, verduidelijkt Zavala. 'Twee elementen springen eruit. Van de artefacten gevonden in de middel-paleolitische laag (250 000 tot 170 000 jaar geleden) kunnen we nu zeggen dat ze hoofdzakelijk door de denisovamens gemaakt werden, al is dat pas zeker als vondsten op andere sites dat bevestigen. Over de vondsten in de jongere lagen is minder met zekerheid te zeggen, maar ze vallen samen met de komst van de moderne mens. Dat suggereert op zijn minst dat zij het waren die de technologie meebrachten.'

In die jongste lagen is DNA van zowel moderne mensen als van neanderthalers en denisovamensen gevonden. Zijn deze drie types mens elkaar ook ooit tegen het lijf gelopen? Een fascinerende vraag, maar eentje die voorlopig onbeantwoord blijft, aldus Zavala. 'De tijdspanne die zo'n laag omspant is behoorlijk groot. Misschien hielden ze zich er in verschillende seizoenen op, misschien zaten er honderden jaren tussen. Om daarover uitsluitsel te geven heb je toch botfragmenten of DNA uit de celkern nodig. Het enige wat we met zekerheid kunnen zeggen is dat die mogelijkheid bestaan heeft.'

In onderstaande video zie je hoe de grot er van binnen uitziet.