In de winter van 1938 arriveerde een bijzondere wetenschapper in Gent, Erwin Schrödinger. De Oostenrijkse natuurkundige en Nobelprijswinnaar moest zijn thuisland ontvluchten na de Anschluss met nazi-Duitsland, en vond tijdelijk onderdak aan de Gentse universiteit.
‘Er is een nieuwe hoogleraar aangekomen in Gent. De arme man moest in het holst van de nacht en met niet meer dan enkele kleine reiskoffers op de meest geniepige manier vluchten uit Oostenrijk.’
De destijds twaalfjarige Frans Cerulus vertelt het mij alsof het gisteren was. Hij citeert zijn moeder Hélène, in het jaar 1938, net voor Kerstmis. Zijn vader Armand Cerulus was hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Gent, en zijn moeder ging regelmatig naar het theekransje van de professorenvrouwen. Daar had ze het nieuws over de komst van de ietwat vreemde Oostenrijker opgevangen. Frans Cerulus, intussen 98 jaar, besefte pas later dat zijn moeder en vader het over Erwin Schrödinger hadden. Cerulus had nooit contact met Erwin Schrödinger, maar hij is misschien wel de laatste getuige die nog levendige herinneringen heeft aan zijn passage in Gent. ‘Na het afronden van mijn kandidatuur in 1949 werkte ik een tijd aan het Laboratorium voor Experimentele Natuurkunde van de Rijksuniversiteit Gent. Als zogenaamde menselijke computer bestudeerde ik de levensduur van mangaan. Het laboratorium werd toen geleid door Julien Verhaeghe (1905-1972). Hij werd op zijn beurt opgeleid door Jules-Émile Verschaffelt (1870-1955), de natuurkundige die Schrödinger naar Gent haalde.’
Waarom het kleine Gent?
Cerulus herinnert zich nog een eigenaardige tafel die hem werd toegewezen om zijn berekeningen uit te voeren. ‘Het was een ordinaire keukentafel waarvan de voorpoten voor een stuk waren afgezaagd, waardoor het tafelblad in een helling stond. Er werd me verteld dat de tafel op vraag van Schrödinger was aangepast omdat hij gewend was aan een hellende Schreibtisch. We noemden deze ook ‘de tafel van Schrödinger’.’
Schrödingers aanwezigheid in Gent was te danken aan Jules-Émile Verschaffelt, een zeer ambitieuze natuurkundige die de meest moderne fysica naar Gent bracht. Voor zijn periode in Gent (1923-1940) werkte hij aan het laboratorium van Kamerlingh Onnes in Leiden samen met Johannes van der Waals, die in 1910 de Nobelprijs voor Natuurkunde won, Jacobus van ‘t Hoff, winnaar van de eerste Nobelprijs voor Scheikunde (1901) en Hendrik Lorentz, die in 1902 de Nobelprijs voor Natuurkunde ontving. Verschaffelt was ook actief betrokken bij de organisatie van de Solvay-conferenties in Brussel. Op de groepsfoto van 1927 poseren Verschaffelt en Schrödinger broederlijk naast elkaar. Ook Albert Einstein, Marie Curie en Max Planck waren op die editie aanwezig.


Het spreekt voor zich dat een man met zoveel grote namen in zijn adressenboekje graag enkele gerenommeerde fysici naar het kleine Gent wilde halen. Hij keek daarvoor aanvankelijk vooral richting Duitsland. Door de opkomst van Adolf Hitler verlieten vele intellectuelen het land. Verschaffelt probeerde op die leegloop in te spelen, aanvankelijk zonder succes. Hij kon uiteindelijk, net voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, Erwin Schrödinger overtuigen om een klein jaar aan de Gentse universiteit te komen werken.
Schrödinger moest zijn geboorteland Oostenrijk na de Anschluss in 1938 ontvluchten. Hij werd door de nazi’s als ‘politiek onbetrouwbaar’ beschouwd omdat hij in 1933 als protest tegen de nazi’s ontslag had genomen aan de Universiteit van Berlijn. Schrödinger en zijn vrouw Anny reisden, vermomd als toeristen, via Italië naar Oxford en vervolgens naar Gent. De passage in Gent zou sowieso van korte duur zijn, want eigenlijk zat Schrödinger vol ongeduld te wachten op zijn aanstelling als directeur van het Institute for Advanced Studies in Dublin, Ierland.
‘Vermoedelijk werd Schrödinger naar Gent gelokt door de vooruitstrevende atoomspectroscopie die hier werd beoefend’, zegt Cerulus. ‘Ik herinner me dat er enkele apparaten die Schrödinger had gekocht, waaronder spectrografen, in de kelder stof stonden te vergaren. Na de Tweede Wereldoorlog verschoof de focus van atoomspectrografie naar quantumfysica, waardoor die toestellen uit het lab verdwenen.’
Brief aan Einstein
Zowel de toestellen als de tafel van Schrödinger lijken inmiddels spoorloos. Dirk Ryckbosch, emeritus professor natuurkunde aan de Universiteit Gent, verwijst me door naar het Gents Universitair Museum (GUM), al schat hij de kans dat ik daar iets vind laag in: ‘Ik heb nooit gehoord van het bestaan van zaken gelinkt aan Schrödinger.’ Marjan Doom, directeur van het GUM, bevestigt dat vermoeden. Zij heeft enkel weet van een notitieboekje waarin Verschaffelt aantekeningen maakte tijdens de gastlessen van Schrödinger over Wellenmechanik, of ‘golfmechanica’, de door Schrödinger geprefereerde naam voor de quantumfysica. Het lijkt de enige tastbare herinnering aan Schrödingers passage in Gent.
In de hoop om meer te vinden, neem ik contact op met Leonhard Braunizer, kleinzoon van Erwin Schrödinger en huidig vertegenwoordiger van de familie. Zo kom ik terecht bij Christof Capellaro, die als archivaris van de Universiteit van Wenen het gedigitaliseerde archief van Erwin Schrödinger beheert. Hij heeft goed nieuws voor mij: ‘In de jaren 1980 heeft een medewerker van onze bibliotheek, wijlen Auguste Dick, onderzoek gedaan naar het verblijf van Schrödinger in België. De historica bundelde onder andere publicaties en brieven uit die periode.’ Capellaro bezorgt mij onder andere de decembereditie uit 1938 van het vakblad Nature. Daarin wordt de aanstelling van Schrödinger aan de Gentse universiteit aangekondigd: ‘Prof. ERWIN SCHRÖDINGER is door de Fondation Francqui aangesteld als gasthoogleraar voor de komende zes maanden in een Chaire Francqui aan de Universiteit van Gent, België. Zijn adres is: Laboratorium voor Natuurkunde, Plateaustraat 22, Gent, België.’ De verwijzing naar de Francqui-Stichting, een Belgische organisatie die tot op vandaag wetenschappelijk onderzoek in ons land bevordert door beurzen en prijzen toe te kennen, levert helaas niets op. Woordvoerster Am-Lien Nguyen laat me weten dat de naam Erwin Schrödinger niet te vinden is in de lijst van de internationale Francqui-professoren. Ook de naam Jules Verschaffelt, die Schrödinger naar Gent haalde, staat niet in het archief vermeld.

‘Het is hier aan de geliefde Belgische kust, bij de lieve, kinderlijke en vrolijke mensen, eigenlijk ongelofelijk goed’
De archivaris van de Universiteit van Wenen bezorgt me nog een reeks documenten, waaronder een document dat me tijdens het lezen kippenvel bezorgt: een brief van Schrödinger aan Albert Einstein. Het voelt alsof ik over de schouder van Einstein mee lees wat zijn vriend Schrödinger te vertellen heeft. Hij opent met excuses: ‘Het is onvriendelijk van mij dat ik je nog niet bedankte voor je brief van november (over Kottler). Helaas ben ik er niet achter gekomen wat er met de arme man is gebeurd.’ Hij had het meer dan waarschijnlijk over Friedrich Kottler, een Oostenrijkse theoretisch natuurkundige die in 1938, na de Anschluss, zijn geboorteland moest ontvluchten vanwege zijn Joodse afkomst. Als je benieuwd bent wat er met de arme man is gebeurd: Kottler emigreerde met de hulp van Albert Einstein en Wolfgang Pauli naar New York, waar hij voor de rest van zijn carrière werkte aan het Eastman Kodak Research Laboratory.
Mooie tijd aan de kust
De verzenddatum van de brief van Schrödinger aan Einstein is 19 juli 1939, het afzendadres: La Panne (België), 7, Sentier des Lapins. Op het adres, Konijnenweg 7, staat vandaag een klein appartementsgebouw dat veel recenter is gebouwd dan in 1939. In de stadsarchieven van De Panne is er helaas geen spoor van Erwin Schrödinger. Geert Vanthuyne, teamlead Cultuur in De Panne: ‘Tijdens onze werkzaamheden van de afgelopen twintig jaar zijn we Schrödinger nooit in enig dossier tegengekomen. Ondertussen informeerden we ook bij de collega’s van Burgerzaken. Erwin Schrödinger werd nooit in het bevolkingsregister ingeschreven en komt ook niet voor in de fiches als toerist. Gezien de context misschien ook niet onlogisch.’
In zijn brief aan Einstein vertelt Schrödinger wel over zijn verblijf in De Panne: ‘Het is hier aan de geliefde Belgische kust, bij de lieve, kinderlijke en vrolijke mensen, eigenlijk ongelofelijk goed. Als ik alleen maar iets zorgelozer zou kunnen zijn en minder zou denken aan wat er van mezelf terechtkomt. Vakantie is fijn, maar een vakantie waarvan je het einde niet kunt voorzien, is een vreemde zaak.’

Ook in zijn handgeschreven autobiografie uit 1960 getuigt Schrödinger over De Panne: ‘Een erg leuke tijd, op de vele kwallen na dan.’ Volgens zijn aantekeningen verbleef Schrödinger van juni tot september 1939 in De Panne met zijn vrouw Annemarie (Anny) Schrödinger, zijn maîtresse Hilde March en hun vijfjarige buitenechtelijke dochter Ruth. Hilde was de vrouw van zijn assistent Arthur March. Ruth wist toen nog niet dat Schrödinger haar biologische vader was. Schrödinger was berucht om zijn talrijke buitenechtelijke escapades. Zijn complexe familiesituatie was ook een van de redenen waarom Schrödinger in Gent verzeild was geraakt. Hij had in de jaren 1930 al contact gehad met de Universiteit van Oxford, maar dat draaide op niets uit. De Engelse academici voelden zich beledigd omdat Schrödinger geen poging had gedaan om zijn losbandige levensstijl te verbergen, integendeel zelfs, hij was trots op zijn vele vrouwelijke veroveringen en hij verdedigde dat ook zijn vrouw Anny haar eigen minnaars had en gelukkig was.
Oversteek richting Dublin
Ook na zijn vlucht uit Oostenrijk in 1938 had hij het eerst in Oxford geprobeerd. In zijn brief aan Albert Einstein schreef hij: ‘De eerste tien maanden van mijn emigratie heb ik vrij goed doorgebracht, hoewel enigszins zwervend: eerst in Oxford, daarna in Gent. Momenteel zit ik een beetje in een moeilijke situatie. Niet zozeer dat ik je expliciet wil vragen iets voor mij te doen, maar ik wil je wel informeren. Ik wacht namelijk, sinds een berichtje dat in maart of april vorig jaar in Graz bij mij werd binnengesmokkeld, op een positie die De Valera mij beloofd heeft aan een nieuw op te richten Institute of Advanced Studies in Dublin.’

Éamon de Valera, waarnaar Schrödinger in zijn brief verwijst, was de toenmalige premier van Ierland. Hij probeerde, net zoals Jules Verschaffelt in Gent, voor de nazi’s vluchtende genieën binnen te halen. De Valera had al jaren plannen voor een geavanceerd instituut in Dublin, naar het voorbeeld van een instituut in Princeton, Verenigde Staten, waar Albert Einstein aan het hoofd stond. Schrödinger en De Valera hadden nog nooit met elkaar gesproken, maar via een reeks geheime tussenpersonen kwam de uitnodiging aan bij Schrödinger, die een ‘Ja, ik kom’ terug naar Ierland liet communiceren.
De effectieve overtocht liet wel nog even op zich wachten. Te lang volgens Schrödinger, vermoed ik op basis van de frustraties in zijn brief. De Valera was misschien iets te voorbarig geweest. Ook in het conservatieve Ierland klonk er tegenwind omwille van Schrödingers persoon. Uiteindelijk forceerde het begin van de oorlog de overtocht, omdat het leven van Schrödinger op het vasteland in gevaar was. Hij en zijn metgezellen reisden als oorlogsvluchtelingen naar Dublin. Daar woonde Schrödinger met zijn twee vrouwen en zijn vijfjarige dochter Ruth in een twee-onder-een-kapwoning. Het vrije liefdesleven bleef een publiek geheim.
Tijdens zijn zomer in De Panne publiceerde Schrödinger wel nog verschillende wetenschappelijke artikels, zoals Nature of the Nebular Red-Shift in het vakblad Nature en The proper vibrations of the expanding universe in Physica. Daarnaast stuurde hij in die periode zijn verhandeling De algemene relativiteitstheorie en golfmechanica naar het Wis- en natuurkundig tijdschrift.
John Gribbin schreef in zijn biografie van Schrödinger uit 2012 dat Schrödinger tijdens zijn verblijf in België ook contact had met Georges Lemaître, een van de grootste Belgische wetenschappers aller tijden, bekend als de grondlegger van de oerknaltheorie. Frans Cerulus betwijfelt dat. Hij was een jonge docent theoretische natuurkunde aan de Katholieke Universiteit Leuven tijdens de laatste levensjaren van Lemaître (die stierf in 1966). ‘Er was natuurlijk een leeftijdskloof, maar ik heb hem toch vaak gesproken. Hij heeft me nooit iets over Schrödinger verteld, en ik heb ook geen weet van een document waaruit dat zou blijken.’ Navraag bij auteur John Gribbin helpt me niet verder. ‘Het spijt me dat ik je niet kan helpen. Ik heb de neiging om mijn bronnen niet te bewaren zodra een boek is gepubliceerd.’
Toxisch gedrag
De reactie van Gribbin is het zoveelste doodlopende spoor in mijn zoektocht, die stilaan de geheimzinnigheid van Schrödingers kat begint te evenaren. In zijn beroemde gedachte-experiment is een kat in een gesloten doos tegelijkertijd zowel levend als dood. Schrödinger wilde daarmee een principe uit de quantummechanica illustreren: objecten kunnen zich tegelijkertijd in verschillende toestanden bevinden die elkaar eigenlijk uitsluiten, een fenomeen dat ‘superpositie’ wordt genoemd. In lijn met de kat was Schrödinger tegelijk wel en niet in De Panne, sprak wel en niet met Lemaître, werd hij wel en niet betaald door de Francqui-Stichting. Over een andere, verontrustende tegenstelling, moet ik het ook nog hebben: Schrödinger was tegelijkertijd dromer en pragmaticus, tegelijkertijd romanticus en misbruiker, tegelijkertijd geniaal en toxisch. ‘Schrödinger is de laatste jaren omwille van zijn persoonlijkheid toch wat van zijn voetstuk gevallen’, vertelt Karel Van Acoleyen, fysicus aan de UGent. ‘Ik vond hem aanvankelijk een rock-’n-roll-figuur, maar intussen is die indruk getemperd. Schrödinger was een opportunist. In zijn houding tegenover het fascistisch regime in Duitsland boog hij met de wind. In een ultieme poging om een positie in Oostenrijk te kunnen blijven betrekken, schreef Schrödinger een boetebrief waarin hij ‘plooit’ en de Anschluss goedkeurt. Achteraf is het uiteraard makkelijk om hier kritiek op te geven, maar bijvoorbeeld Albert Einstein, die zich consequent en openlijk tegen de Eerste Wereldoorlog uitsprak, durfde wel tegen de stroom ingaan. En ook privé had hij bedenkelijke opvattingen. Over zijn vele minderjarige vrouwelijke veroveringen zei hij bijvoorbeeld: ik ben een genie, dus ik heb er recht op. Hij verleidde hen vanuit een machtsrelatie.’

In een artikel uit 2021 in The Irish Times werd Schrödinger beschuldigd van herhaald seksueel misbruik en omschreven als iemand met kenmerken van een pedofiel. Schrödinger maakte geen geheim van zijn fascinatie voor jonge meisjes. Hij hield ook een verslag bij van zijn seksuele contacten in een dagboek dat hij Ephemeridae (de Latijnse benaming voor eendagsvliegen) noemde. In het dagboek verklaarde hij zijn voorliefde voor tienermeisjes ‘omdat hun onschuld de ideale match was voor zijn natuurlijke begaafdheid.’ Door de beschuldigingen in The Irish Times besloot de natuurkunde-afdeling van Trinity College Dublin in januari 2022 om een collegezaal die zijn naam droeg te hernoemen, zijn foto te verwijderen en een gelijknamige reeks colleges mogelijk een andere naam te geven.
Op 29 september 1939 schrijft Schrödinger een afscheidsbrief waarin hij de Gentse universiteit bedankt voor haar gastvrijheid. Schrödinger blijft in Dublin tot aan zijn pensioen in 1955. Daarna keert hij terug naar zijn geboortestad Wenen, waar hij op 73-jarige leeftijd overlijdt aan de gevolgen van tuberculose. Hij ligt begraven in een onooglijk klein dorpje in Tirol, Alpbach, waar een congrescentrum werd gebouwd en een conferentiezaal naar hem vernoemd. Zijn familieleden wonen nog steeds in Alpbach.
Bijzondere dank aan Karel Van Acoleyen voor de inspiratie en het leggen van contacten voor deze zoektocht.
Meer lezen over quantumwetenschap? In de nieuwe Eos-special tonen we hoe quantumwetenschap onze visie op de werkelijkheid fundamenteel veranderde. Bestel online via tijdschriftenwinkel.be