Antilichaam dwarsboomt HIV-virus

05 mei 2016 door Eos-redactie

Een bij HIV-patiënten toegediend antilichaam dat zich hecht aan het HIV-virus, zorgt ervoor dat er minder virussen circuleren. Ook kan het mogelijk een inactief virus vinden en vernielen.

Een bij HIV-patiënten toegediend antilichaam dat zich hecht aan het HIV-virus, zorgt ervoor dat er in de eerste 6 maanden na behandeling aanzienlijk minder virussen circuleren. Nog beter nieuws lijkt dat het antilichaam mogelijk ook een inactief virus kan vinden en vernielen. Dat rapporteren wetenschappers van twee afzonderlijke studies deze week in Science.

Met medicijnencocktails kan het HIV-virus tegenwoordig vrij lang in bedwang worden gehouden. Door problemen met de toelevering van die medicijnen in ontwikkelingslanden, en het feit dat het volgen van zo'n kuur voor mensen niet altijd vanzelfsprekend is, duiken er echter stilaan virussen op die resistent zijn tegen belangrijke antivirale middelen.

Bovendien is genezing nog steeds onmogelijk. Dat komt vooral omdat inactieve virussen erin slagen om zich in onze cellen verborgen te houden, zowel voor de medicijnen als voor ons afweersysteem. Dus wordt er volop gezocht naar nieuwe manieren om het virus klein te krijgen.

In Science rapporteren wetenschappers deze week de veelbelovende resultaten van twee afzonderlijke studies waarin HIV-patiënten een antilichaam toegediend kregen dat zich specifiek aan het HIV-virus vasthecht. Daardoor hindert het niet alleen de bewegingsvrijheid van het virus, maar het zorgt er bovendien voor dat het virus in het vizier komt van onze witte bloedcellen.

Uit de studies blijkt dat er bij de meeste patiënten in de eerste zes maanden na behandeling aanzienlijk minder virussen circuleren. Nadien leek het virus er echter weer bovenop te komen. Hoe dat komt is nog onduidelijk, maar een combinatie van deze en andere behandelingen lijkt dus de moeite waard.

Nog beter nieuws is dat de resultaten van de tweede studie suggereren dat het antilichaam niet alleen de eliminatie van virussen in bloedbaan bevordert, maar er ook voor zorgt dat besmette cellen worden afgebroken. Mogelijk kan het dus de schuilplaats van het virus vinden en vernielen. (tv)