Bioritme bepaalt (mee) infectiegraad

17 augustus 2016 door Eos-redactie

Volgens wetenschappers is het geen oudewijvenpraat: het tijdstip waarop je besmet raakt met een microbe blijkt een rol te spleen in hoe ziek je ervan wordt.

Volgens wetenschappers is het geen oudewijvenpraat: het tijdstip waarop je besmet raakt met een microbe blijkt een rol te spleen in hoe ziek je ervan wordt.

Bij muizen blijkt de biologische klok, die zelfs geen daglicht nodig heeft om het 24-uursritme te volgen, alvast een belangrijke rol te spelen. Proefdieren die in de ochtend met het herpesvirus werden besmet bleken de ziekmaker in veel grotere mate in hun lichaam te verspreiden dan hun collega’s die later op de dag in contact waren gekomen met de viruspartikels. Bij sommige van die laatste muizen was de concentratie aan virusdeeltjes zelfs een factor tien groter.

Volgens de onderzoekers (Britse) die het experiment deden is de biologische klok verantwoordelijk voor de uiteenlopende immuunreacties. Ergens is dat wel logisch: het is goed geweten dat onze interne klok (die mensen en muizen tikt die min of meer hetzelfde) naast de slaap- en waakcyclus ook nog andere processen zoals sommige facetten van het immuunsysteem regelt.

De proef moet natuurlijk nog worden overgedaan bij mensen. Of een ethische commissie daar ooit groen licht voor zal geven, valt echter nog te bezien. Met een onschuldig virus zou het natuurlijk zomaar kunnen, maar wordt ons immuunsysteem daar wel voldoende mee uitgedaagd?

Volgens de vorsers herstelt ons immuunsysteem zich gedurende de dag, waardoor het later op de dag veel beter bestand is tegen invasies van kwaadaardige microben. Toen ze in een vervolgexperiment een gen uitschakelden dat het circadiaanse bioritme bij de muizen regelt bekwamen ze zelfs diertjes waarbij op elk tijdstip van de dag (en de nacht) de infectiegraad hoog lag.

Het ligt voor de hand de resultaten van de studie door te trekken naar observaties bij bijvoorbeeld mensen die ’s nachts werken of in ploegen – wiens bioritme grondig verstoord is. Het lijkt erop dat die mensen inderdaad gevoeliger zijn voor sommige types van infecties. (sst)

Bron: Akhilesh Reddy, University of Cambridge, VK in PNAS