‘Dit virus zette een vergrootglas op wat eerder al fout liep’

Welke lessen kunnen we trekken uit de pandemie die de wereld al bijna twee jaar in een wurggreep houdt? Samen met een transdisciplinair team formuleert epidemioloog Anne-Mieke Vandamme daar een antwoord op. ‘We kijken veel verder dan de lichamelijke gezondheid van de bevolking.’

Het is begin 2020 en de wereld weet niet wat haar overkomt. Een Chinees coronavirus is de aardbol rond voor je het woord ‘quarantaine’ kan uitspreken. De gevolgen van de pandemie vliegen ons met de snelheid van een supersonische jet rond de oren, en geen mens op aarde heeft een handleiding voor het remsysteem. ‘Kan beter’, staat er op het tussentijds rapport van het Leuvense Institute for the Future, een onderzoeksincubator mede opgericht door epidemioloog Anne-Mieke Vandamme (KU Leuven). ‘Het wordt tijd dat we lessen trekken voor de toekomst.’

Anne-Mieke Vandamme

Prof. Dr. Anne-Mieke Vandamme is biochemicus, en richtte aan het Rega Instituut (KU Leuven) met Prof. Van Ranst de afdeling Klinische en Epidemiologische Virologie op. Zij is medeoprichtster van het "Institute for the Future", een transdisciplinaire onderzoeksincubator.

 

 

 

 

 

Wat is er zo speciaal aan deze pandemie?

‘De supersnelle verspreiding. De vorige wereldwijde virusuitbraak waar ik als onderzoeker nauw bij betrokken was, was hiv. Die ging veel trager. Grieppandemieën verspreiden zich sowieso snel. Maar in het recente verleden was er geen uitbraak met zo’n groot effect op de gezondheidszorg. De Mexicaanse griep ontwrichtte de maatschappij nooit zo erg als covid. We hebben toen ook niet dezelfde maatregelen genomen als nu.’

Waarom worden er wereldwijd zoveel mensen ziek door dit virus?

‘Mensen zijn tegenwoordig heel mobiel. Je kan heel snel veel individuen van het ene naar het andere continent vervoeren. We wonen in een globaal dorp. Voor we het wisten was het coronavirus over de hele wereld verspreid.'

'Dat het virus dan zo’n grote medische impact heeft, is deels te verklaren doordat de hele bevolking er op hetzelfde moment voor de eerste keer mee in contact kwam. De klassieke verkoudheden krijg je allemaal in je kindertijd. Zo bouw je langzaam een weerstand op. Het virus groeit mee met de bevolking. Mochten alleen de jonge kinderen het coronavirus moeten doorstaan, dan zou het waarschijnlijk niet zulke gevolgen hebben. Zij hebben over het algemeen niet zulke erge symptomen.’

‘Een pandemie is iets waarop je de hele maatschappij moet voorbereiden. Je moet alle lagen van de bevolking erbij betrekken’

‘Dat het virus nieuw is, verklaart de rest. Hoewel de Mexicaanse griep ook ernstige symptomen met zich meebracht, bleef er een kruisimmuniteit bestaan. Veel mensen hadden er een bepaalde weerstand tegen doordat hun lichaam getraind was door andere griepvirussen. Bij het huidige coronavirus is er een hele kleine kruisimmuniteit met de coronaverkoudheidsvirussen, maar die had nauwelijks effect op het klinisch beeld en op de verspreiding.’

Als epidemioloog onderzocht u virussen. Nu bestudeert u de maatschappelijke crisis. Vanwaar de omslag?

‘Wereldwijd zijn al veel competente mensen bezig met het virus zelf. Ik vond het nuttiger om me toe te spitsen op iets wat niemand onderzoekt. Ik was begin 2020 op een vergadering van de Wereldgezondheidsorganisatie, en zag dat daar vooral wordt ingezet op medische en epidemiologische zaken. Terwijl de pandemie toch niet alleen op klinisch vlak leeft.’

‘Ik besloot een transdisciplinair team op te richten om het brede plaatje te bekijken. Met Institute for the Future beantwoorden we vragen als: wat ging er mis en welke lessen kan je daaruit trekken? Hoe kan je ervoor zorgen dat we de volgende keer beter voorbereid zijn? Hoe adviseer en informeer je de burgers? Wat moet en mag de overheid doen?’

‘Besmetting vermijden door fysieke afstandsmaatregelen mag niet ten koste gaan van menselijk contact’

‘We zijn gaan observeren waar de gaten zitten, en uit die bevindingen hebben we een document gedestilleerd voor de parlementaire coronacommissie. Waar we uiteindelijk op uitkwamen, is dat een pandemie iets is waarop je de hele maatschappij moet voorbereiden. Je moet alle lagen van de bevolking erbij betrekken. We zagen daarin parallellen met de klimaatverandering en kwamen tot de conclusie dat we nood hadden aan iets als de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling, maar dan voor pandemieën.’

Globale doelstellingen tegen pandemieën, legt u dat eens uit?

‘De pandemie heeft aangetoond dat je tijdens een acute crisissituatie maar kan werken met wat je al ter beschikking hebt. Ze heeft in feite een vergrootglas gezet op dingen die voordien al niet goed gingen, die we in de toekomst anders moeten aanpakken. Daar willen we nu aan beginnen.’

‘Samen met vertegenwoordigers van de hele wereldbevolking willen we die problemen benoemen, en de manier om ze op te lossen omzetten in zogeheten pandemische paraatheidsdoelstellingen.’

‘Daarvoor moet je tijdens onderhandelingen een kader opbouwen, en alle maatschappelijke aspecten van zo’n pandemie naast elkaar leggen. Daaruit komen globale doelstellingen, met deeldoelen, meetbare stappen met een tijdschema erbij. Je formuleert ook indicatoren om het doelbereik te meten, die tonen je of je op schema zit en op de juiste weg bent.’

Het Institute for the Future heeft ondertussen de eerste stappen gezet naar zulke doelstellingen.

‘Dat klopt. We organiseerden cocreatieve workshops, interviews en gesprekken met mensen uit allerlei beroepsgroepen, met vertegenwoordigers uit de media en de politiek, met studenten en ouderen. Op basis daarvan hebben we een eerste voorstel geformuleerd voor doelstellingen. Het opvallende was dat we telkens op dezelfde grote thema’s uitkwamen, ongeacht de gesprekspartners.’

‘Uiteindelijk hebben we zeven wenselijke toekomstbeelden geformuleerd. We moeten de verspreiding van het pathogeen beperken, lichaam, geest en sociale interacties geïntegreerd gezond houden, maatschappelijke waarden beschermen, efficiënt beleid voeren, goed communiceren, het aanpassingsvermogen verhogen door onderwijs en levenslang leren, en ervoor zorgen dat de maatschappij blijft functioneren.’

Bewoners van een gesloten Nederlands woonzorgcentrum mogen tijdens de eerste lockdown geen bezoek ontvangen. Raamvisite via een hoogwerker biedt een alternatief.

‘Alleen het eerste en een deel van het tweede thema zijn gericht op de lichamelijke gezondheid van de bevolking. Enkel daarbij gaat het dus over behandeling, vaccins, ziektebeelden en duidelijke plannen om te vermijden dat we elkaar besmetten.’

Dan hebt u het bijvoorbeeld over social distancing?

‘Nee, je moet er juist voor zorgen dat mensen hun sociale contacten zoveel mogelijk kunnen behouden. Als het echt nodig is, willen wij inzetten op louter physical distancing. Besmetting vermijden door fysieke afstandsmaatregelen mag niet ten koste gaan van menselijk contact. Daarover moeten we op voorhand nadenken. Alleen op een eiland overleeft niemand lang.’

‘We hebben een diepteonderzoek gedaan naar de situatie van ouderen, en daaruit werd duidelijk dat zij mentale en fysieke stress ervaarden door gebrek aan sociaal contact. Er zijn individuen die in enkele maanden tijd een aftakeling doormaakten die onder andere omstandigheden jaren zou hebben geduurd. Maar sociale contacten zijn niet alleen belangrijk voor ouderen. Wij denken ook aan tieners. Op hun leeftijd bouwen ze bruggen voor de rest van hun leven. Probeer maar eens een lief op te doen tijdens een lockdown.’

‘Sommige ouderen maakten in enkele maanden tijd een aftakeling door die onder andere omstandigheden jaren zou hebben geduurd’

U noemde ook maatschappelijke waarden, het functioneren van onze maatschappij, en beleid.

‘Dat zijn dingen die nauw samenhangen, maar die op heel verschillende vlakken een rol spelen. Ten eerste zijn er de mensenrechten. Democratische processen moeten blijven lopen. Maar hoe bewaak je de waarden van een maatschappij tijdens een crisis? Veel maatregelen gaan in tegen een aantal vrijheden. Hoe maak je de afweging? Dat doe je beter niet tijdens de crisis zelf.’

‘Verder heb je procedures nodig die ervoor zorgen dat onze maatschappij blijft functioneren. Stel dat alle grenzen gesloten worden. Kunnen wij dan overleven?  Wat zijn de aanvoerketens van onze levensnoodzakelijke producten? Hoe kan je de economie in korte tijd omgooien? Welke functies moet je zeker behouden in de maatschappij, en hoe bereid je voor dat die mogelijk blijven?’

‘De derde doelstelling gaat over hoe het beleid en de overheid zich moeten voorbereiden op een pandemie. Dan spreek ik onder andere over wetten: die moeten op voorhand bestaan, zodat ze op een volledig democratische manier worden gestemd. Maar ik heb het evengoed over een adviesraad als de Gems. De leden zijn opgeroepen tijdens de crisis, terwijl de samenstelling van zo’n orgaan eigenlijk op voorhand moet vastliggen. Wie moet daarin zitten? Niet per se diegene die de luidste stem heeft in de media op dat moment. Welke disciplines hebben we daarin nodig? Daarover moeten we nu al goed nadenken.’

Verder stellen jullie doelstellingen voor rond communicatie en onderwijs.

‘De pandemie werd gekenmerkt door een overvloed aan communicatie. Tegelijk was er veel onduidelijkheid over het virus, de vaccins en maatregelen. Bij veel mensen heeft dat verwarring gecreëerd. Goede afspraken zijn nodig over wie communiceert en hoe dat gebeurt. Communicatie moet iedereen bereiken en de hele maatschappij moet zich aangesproken voelen. Sociale media mogen daarin niet over het hoofd worden gezien.’

‘In ons onderwijs en de opvoeding is het naar mijn mening heel belangrijk dat we een cultuur krijgen van leren uit fouten in het verleden. Dat moeten we van jongs af leren doen: aanvaarden dat je fouten maakt en eruit leren. Vergelijk het met een brandoefening voor maatschappelijke crisissen.’

‘Op school en in opleidingen zouden mensen ook moeten leren omgaan met complexiteit. Er moeten transdisciplinaire vakken komen en ervaring moet ook worden beschouwd als kennis. Nu wordt de hele wereld uit elkaar getrokken en in vakjes gestopt, zonder het grote geheel te bekijken. Terwijl de wereld complex is en je haar niet kan verklaren met een optelsom van onafhankelijke bouwstenen.’

Achteraf is het misschien gemakkelijk gezegd, maar: dat zijn toch allemaal logische dingen, die een maatschappij tot een maatschappij maken?

‘We zitten te zeer in een ratrace om ons daarvan bewust te zijn. Geld, promotie, verkiezingen: er hangt te veel af van blijven meedraaien. De crisis heeft ons wel doen beseffen dat er iets moet veranderen, maar er is nog niet voldoende tijd geweest om daar werk van te maken.’

‘Wij hebben het Institute for the Future opgericht om anders met problemen om te gaan. We zetten eerst mensen samen, vooraleer we het onderzoeksonderwerp bepalen. Als je op voorhand een hypothese hebt, dan zoek je de mensen die passen in je kraam. Terwijl deze problemen zo complex zijn dat iemand uit één discipline nooit in zijn eentje kan bepalen wat er allemaal nodig is om ze op te lossen.’

‘Ik hoop op ingrijpende veranderingen, maar die voer je niet door van de ene dag op de andere. Ooit komt er een omslagpunt, met voldoende individuen die tegengas geven. De vraag is alleen wanneer dat komt en hoe groot de schade tegen dan is.’