Het zenuwstelsel in onze darmen detecteert niet alleen voedingsstoffen, maar maakt ook een onderscheid tussen verschillende types.
Foto: microscopisch beeld van het enterisch zenuwstelsel.
Neuronen in onze darmwand reageren niet zomaar op de rek of druk die het voedsel er veroorzaakt. Het zenuwstelsel in de darm kan ook een onderscheid maken tussen suikers, eiwitten en vetten. Dat blijkt uit nieuw onderzoek uitgevoerd onder leiding van biomedische wetenschappers van TARGID, een onderzoekscentrum voor gastro-enterologische aandoeningen aan de KU Leuven.
Voor de detectie van de verschillende voedingsstoffen speelt het epitheel – het oppervlakteweefsel aan de binnenkant van de darm - een centrale rol. De onderzoekers bestudeerden dat weefsel bij muizen. Professor Pieter Vanden Berghe van de onderzoeksgroep LENS die gespecialiseerd is in lichtmicroscopie voor beeldvorming in levende cellen en weefsels, gebruikte fluorescerende merkers om de zenuwcellen die actief werden letterlijk te laten stralen.
Intelligentie
Uit het onderzoek bleek dat elke voedingsstof een eigen neurochemisch netwerk activeert met reacties van specifieke zenuwcellen. Volgens postdoctoraal onderzoeker Candice Fung, de eerste auteur van de studie, bewijst de precisie waarmee het zenuwstelsel verschillende types van voedingsstoffen van elkaar kan onderscheiden, hoe verfijnd en intelligent het spijsverteringsstelsel – dat over een autonoom (enterisch) zenuwstelsel beschikt en zo’n honderd miljoen zenuwcellen bevat – werkt. ‘Wat we zien is dat dit zenuwstelsel veel gerichter functioneert naargelang de specifieke voedingsstoffen in de darm’, vertelt ze.
‘Dat darmcellen het onderscheid kunnen maken tussen voedingsstoffen, toont een zekere vorm van intelligentie in de darm aan’, vertelt Vanden Berghe. ‘Om die reden spreken mensen ook wel eens van het ‘tweede brein’, maar wat mij betreft is het enterisch zenuwstelsel te belangrijk en gesofisticeerd om als ‘kleine broer’ te beschouwen.’