Proefmuizen hebben het te koud

18 april 2016 door Eos-redactie

En dat kan de resultaten van de proeven vertekenen.

Proefmuizen hebben het vaak te koud in het lab. En dat kan de resultaten van de proeven vertekenen.

Als het aan de muizen lag, dan was het in de laboratoria waar ze moeten werken 30 graden Celsius. Toch staat de thermostaat in de meeste labs ingesteld op 20 tot 26 graden Celsius. Dat komt omdat onderzoekers die een labjas, een haarnetje en handschoenen moeten dragen dat aangenamer vinden. En omdat ze bij wat lagere temperaturen minder last hebben van de geur die proefdieren met zich mee brengen.

Een paar jaar geleden ontdekten onderzoekers van het Roswell Park Cancer Institute dat hun labmuizen er beter in slaagden tegen kanker te vechten wanneer ze het lekker warm hadden. Hun tumoren groeiden trager, zaaiden minder snel uit en de chemotherapie werkte er beter op in.

Deze bevinding zette de onderzoekers ertoe aan om uit te vlooien wat daarvan aan de basis lag. Ze ontdekten dat veel muizen het in laboratoria te koud hebben en dat ze meer energie verbruiken dan normaal om hun normale lichaamstemperatuur te behouden. De diertjes lijden zelfs aan koudestress: de koude beïnvloedt hun hartslag en metabolisme en de ze eten meer omdat ze meer nood hebben aan energie. Volgens de onderzoekers is het mogelijk dat deze koudestress de resultaten van tal van onderzoeken heeft vertekend.

De onderzoekers benadrukken dat er geen ideale temperatuur bestaat voor laboratoria, maar dat wetenschappers zich bewust moeten zijn van de invloed die temperatuur kan hebben op hun resultaten. Ze raden hen aan hun tests bij verschillende temperaturen uit te voeren of voldoende nestmateriaal te voorzien zodat muizen die het te koud hebben zich kunnen opwarmen in hun nest, zoals ze dat in de vrije natuur doen. (ev)