Eos Blogs

Toppredator Homo sapiens in actie

Elk jaar wordt er op de idyllische Faeröer Eilanden in september een traditionele jacht georganiseerd op walvissen en dolfijnen: de Grindadráp. Oceanograaf Jan Stel wijdt een blog aan de jacht van dit jaar: 'Een roedel van 1428 dolfijnen, het hoogste aantal ooit, werd in een bloedige orgie van geweld de dood in gejaagd'. 

Op zondag 12 september vond er op de idyllische Faeröer Eilanden de jaarlijkse Grindadráp, of Griendenjacht, plaats. Het is een traditionele jacht op dolfijnen die met de Vikingen mee is gekomen toen ze de eilanden vanaf 825 koloniseerden. De griend, Globicephala melas of G. melaena, is een walvisachtige, die ook wel de gewone of zwarte griend wordt genoemd. Deze in de oceanische ruimte levende dieren zijn groter dan de meeste andere dolfijnsoorten en zijn nauw verwant aan de orka’s, een toppredator in de oceaan, die soms walvissen aanvalt om de lever ervan op te eten.

Nadat een grote groep grienden voor de kust was ontdekt, trok de traditionele kreet 'Grindabođ', wat in de lokale taal ’walvissen gezien’, betekent, door de dorpen. Al snel vertrokken kleine boten, speedboten en jet-ski‘s naar zee. Ze omsingelden de griendengroep en dreven die meedogenloos naar de ondiepe kustwateren van de fjord. Met snelheden tot 45 kilometer per uur, draaiden ze met hun lawaaierige, knetterende motoren om de kudde heen. Zo leidden ze de opgeschrikte en gedoemde dieren naar het strand van het anders zo vredige dorp Skálabotnur.

Aan het strand werden ze opgewacht door de dorpsbewoners van het district. Gewapend met priemen en grote messen stond men klaar om de dieren de keel door te snijden. Maar eerst werden ze met een touw om de staart in het water op hun rug gelegd. Het water kleurde ondertussen dieprood van al het bloed. De angstige dieren spartelden uiteraard tegen, waardoor er soms drie potige manen nodig waren om de klus te klaren. Uiteindelijk ligt het tegenspartelende dier in de juiste positie. Eén van hen snijdt het de keel door, waarna het leegbloedend het strand wordt opgetrokken. De mannen lopen door het bloederige water naar hun volgend slachtoffer.

De oogst. © Sea Sheppard.

Tegen de avond ligt het strand vol met de karkassen van de in hun wereld – de oceanische ruimte – zo sierlijke en hoog intelligente dieren. Deze waanzin raakt me diep. De beelden zijn triest en aangrijpend. Dit moet stopen of op zijn minst beter worden gereguleerd, want het blijkt al snel dat deze wrede activiteit cultureel erfgoed is. Tja. Ik besluit er een blog over te schrijven

De internationale verontwaardiging, aangewakkerd door de schokkende beelden van Sea Shepherd, is terecht groot. Ook de overheid van de Faeröer Eilanden beseft dat deze slachting uit de hand is gelopen. De medewerking van Sea Shepherd verliep heel vlot. Ze stuurden me een media reel van ruim twintig minuten en een reeks foto’s. Alle beelden in deze blog zijn door hen beschikbaar gesteld. Na het zien van de video ben ik ons balkon opgelopen. Anno 2021, en dan nog steeds een dergelijke orgie van geweld tegen deze koningen van de zee. Ik heb er maar één woord voor: krankzinnig!

Een traditioneel bloedbad. © Sea Shepherd.

Vikingen

Ruim duizend jaar geleden was er in Europa ook een klimaatverandering aan de gang. Deze markeert het begin van de Warme Middeleeuwse Periode. Grofweg begon die tijd met de Vikingexpansie rond 800 en eindigde met de, volgens de bekende, Amerikaanse historica Barbara Tuchman in de Waanzinnige veertiende eeuw. Haar boek werd overigens een bestseller. Die veertiende eeuw markeert ook weer een natuurlijke klimaatverandering, waarin afkoeling plaatsvond.

Het waren de Noorse Vikingen die hun aanvallen vooral op Engeland, Schotland en Ierland uitvoerden. Door de handel wisten ze heel goed waar ze moesten zijn om een rijke buit en mooie vrouwen te vinden waren. De buit maakte hen rijk en de slaven werden, via een internationaal handelsnetwerk, verkocht in Arabische landen.

Uiteindelijk koloniseerden ze delen van wat we nu het Verenigd Koninkrijk noemen en Ierland. In 825 vestigden ze zich op de toen onbewoonde Faeröer Eilanden. Deze groep van achttien eilanden ligt precies in het midden van de driehoek IJsland, Noorwegen en Groot-Brittannië. Het enige wat ze er aantroffen waren schapen, die door eerdere bewoners zoals Ierse monniken waren achtergelaten.

De naam Faeröer betekent in het oud-Noors zeer waarschijnlijk Schapeneiland. Ook nu is er op elke inwoner tenminste één schaap. Het aantal inwoners is ruim 50.000 op een oppervlakte van 3500km2.

Ondanks de visserij en de intensieve zeeviskwekerij is de traditionele Grindadráp niet weg te slaan uit het leven van de vissers

Rond 880 arriveerden er grote aantallen Noorse vluchtelingen die het regime van koning Harald Veelhaar of Harald I van Noorwegen (c.850 -c.932) ontvluchtten. Harald was de eerste koning van Noorwegen dat hij met harde hand veroverde. Het was maar twee dagen varen van Noorwegen naar de Faeröer. De meeste informatie over de kolonisatie kregen we door archeologisch onderzoek van een langhuis, een gemeenschappelijke boerderij of leefruimte. Hierin werd aardewerk aangetroffen dat op een nauwe band met Noorwegen wijst. DNA-onderzoek laat zien dat 87 procent van de mannelijke bevolking Scandinavische voorouders heeft, terwijl 84 procent van de vrouwen van Britse of Ierse origine is.

De landbouw, schapen, enorme stormvogelkolonies en de visserij leverden voldoende voedsel op. Er ontwikkelde zich een zelfvoorzienende economie, waarbinnen de meeste goederen door de eilandbewoners zelf worden geconsumeerd. In die context werd er ook op walvissen gejaagd, met de middelen van die tijd. Tegenwoordig is de visserij (o. a. wijting, kabeljauw, schelvis, koolvis) en de intensieve zeeviskwekerij (zalm en forel) een belangrijk exportproduct. Toch is de traditionele Grindadráp niet weg te slaan uit het leven van de vissers.

Licence to kill

De antropologen Wylie en Margolin beschrijven in 1981 de vijf stadia van deze griendenjacht. De jacht begint met de waarneming (Grindabođ), waarna de achtervolging (Grindarakstur), de slachting zelf (Grindadráp), de dans (Grindadansur), en tenslotte het uitsnijden en verspreiden van de vangst (Grindabỷti) volgen. Tijdens de Grindadansur zongen de vrouwen traditionele Faeröerse en Deense balladen en werden middeleeuwse ringdansen uitgevoerd om warm te blijven terwijl het vlees werd gekookt. Vroeger werd de kreet ‘Grindabođ’ van dorp tot dorp verspreid door hardlopers of vreugdevuren. Dat gebeurt nu per telefoon en de roeibootjes zijn vervangen door speedboten en jet-ski’s.

‘Collateral damage’ door een scheepsschroef. © Sea Sheppard.

Deelname aan de jacht is vrijwillig, maar eigenlijk doet iedere lichamelijk – over de geestelijke gezondheid hebben we het even niet – gezonde man eraan mee. De jacht wordt gecoördineerd door de plaatselijke politiechef die ook toeziet op de verdeling van de vangst. Verkoop ervan is in principe niet toegestaan. Vrouwen deden in principe niet mee aan de jacht, maar wel aan de slacht en verdeling van de buit. Vroeger mochten zwangere vrouwen niet eens naar de jacht kijken omdat men dacht de grienden dan direct zouden omkeren en de vrijheid van de zee weer op zouden zoeken. Het lijkt wel of men dacht dat de dieren zich ‘vrijwillig’ lieten afslachten. Maar ja, er zijn nu eenmaal veel verhalen en tradities onder de vissers.

Door de internationale kritiek is de Grindadráp tegenwoordig strenger gereguleerd. Men heeft een ‘licence’ nodig om eraan te kunnen deelnemen. Ook wordt er minder gedanst, omdat de mensen nu met de auto naar hun dorp terugkeren, zich omkleden in warme kleren en wachten op hun deel van de buit. Er hebben zich, volgens Sea Shepherd, onregelmatigheden voorgedaan. Zo was de jacht niet geautoriseerd, hebben mensen zonder licentie eraan deelgenomen en zijn grienden verwond door scheepsschroeven.

Er is al jarenlang kritiek op de Grindadráp, die in de huidige wereld geen plaats meer heeft. De overheid en de koningin van Denemarken, waartoe de Faeröer Eilanden nog steeds behoren, reageren niet. Die van de eilanden zelf wijst steevast op het traditionele karakter ervan. Ook verwijst men naar de industriële veehouderij waarin jaarlijks miljoenen dieren worden omgebracht. Wat maakt dan die griendenjacht nog uit, vraagt men zich af. Het is waar dat we twee maten meten, maar wat veel belangrijker is: beide dienen te veranderen. Onze verhouding met de natuur, waarvan we slechts een onderdeel zijn, is in beide gevallen volledig zoek. En ja, het is ook waar dat de griend (nog) niet op de rode lijst van de IUNC staat. Maar hou toch eindelijk op met die idiotie!

Terug naar zondag 12 september. Het was in de ogen van de deelnemers een geslaagde jacht. En de buit was dit jaar ongezien. De grootste ooit. 1428 grienden werden een afschuwelijke wijze afgeslacht, omdat ‘de traditie dat vereist’. Dogmatischer kan het niet. Vermoedelijk is er zoveel vlees dat het niet eens kan worden opgegeten. Ook niet in het traditionele gerecht Tvøst og spik, dat uit griendenvlees (zwart), blubber (midden), gedroogde vis (links) en aardappelen bestaat.

EET SMAKELIJK!

Tvøst og spik. © Wikipedia Commons.