Natuur & Milieu

Walvis dan toch geen klimaatheld

Walvissen zijn dan toch niet dé oplossing voor de klimaatcrisis. Ze slaan weliswaar grote hoeveelheden CO2 op in hun lichaam en bevorderen de groei van plankton, maar hun aandeel in de strijd tegen de klimaatverandering is kleiner dan sommige milieuorganisaties beweren.

Walvissen kwamen de afgelopen jaren regelmatig in de media als redders van de klimaatcrisis. Ook milieuorganisaties als WWF en Greenpeace zetten artikelen hierover op hun websites.

De zeezoogdieren halen volgens die berichten grote hoeveelheden CO2 uit de atmosfeer en slaan die dan op in hun lichaam. Wanneer een walvis sterft en naar de oceaanbodem zinkt, wordt die opgeslagen CO2 samen met het walvisskelet begraven onder een laagje sediment. De CO2 blijft hierdoor nog eeuwen uit de atmosfeer.

Bovendien zijn de uitwerpselen van walvissen rijk aan voedingsstoffen. Daarmee voedt het fytoplankton zich. Deze microscopisch kleine organismen fytoplankton doen aan fotosynthese en nemen dus CO2 op en produceren zuurstof.

Hoe groot is de rol van de walvis nu echt? Mariene wetenschappers van de Griffith University in Australië brachten cijfers uit eerdere onderzoeken bij elkaar.

Dat walvissen een vitaal onderdeel voor een gezond marien ecosysteem vormen, bevestigt ook het nieuwe onderzoek. Maar het brengt ook problemen in de eerdere studies naar voren. Er is namelijk een gebrek aan exacte cijfers over de impact van walvissen. De studies hielden bovendien geen rekening met het feit dat walvissen zelf ook CO2 uitstoten door te ademen. ‘Als we de rol van walvissen in het voorkomen en terugdringen van klimaatverandering overdrijven, gaat er onterecht minder aandacht naar methoden om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen die wel bewezen effectief zijn’, zegt hoofdonderzoeker Olaf Meynecke.

Hoeveel melk drinkt een walvisbaby per dag?

Lees hier het antwoord

Gerelateerde artikels

Klimaatverandering is een feit! Evolutie schiet te hulp

Klimaatverandering is een feit! Evolutie schiet te hulp

De aanpassing van het leven op aarde aan veranderende omgevingen is mogelijk  door natuurlijke selectie op basis van individuele verschillen. Deze (genetische) diversiteit binnen soorten staat echter onder druk. Het blijkt dat we als mensen onze strategieën moeten aanpassen om deze verschillen te monitoren, en zo onze biologische hulpbronnen optimaal te beheren.  Als we willen blijven profiteren van de diensten van de natuur, kunnen we maar beter deze grondstoffen van natuurlijke evolutie in de gaten houden zodat soorten zich kunnen blijven aanpassen aan veranderingen in hun omgeving.