Waarom de Wereldzadenbank cruciaal is voor onze voedselzekerheid

Smeltend poolijs veroorzaakte overstromingen bij de Wereldzadenbank op het Noorse eiland Spitsbergen. Nochtans wordt de Svalbard Wereldzadenbank beschouwd als een onverwoestbaar bolwerk.

Het is bittere ironie dat net dit gebouw wordt bedreigd door de opwarming van de aarde, een van de belangrijkste bedreigingen waar het ons voor zou moeten beschermen.

Geschat wordt dat we onze voedselproductie moeten verhogen met 70 procent tegen 2050.  En dit ondanks veranderende weerpatronen en de verspreiding van nieuwe gewasziektes, die toe te schrijven zijn aan de opwarming van de aarde. De hoge opbrengstgewassen waar we momenteel afhankelijk van zijn, werden ontwikkeld om zo veel als mogelijk te produceren onder de ideale omstandigheden, niet om weerbaar te zijn als de omstandigheden minder goed zijn, zoals bij overstromingen of droogte.

In de natuur passen soorten zich aan de veranderende omstandigheden aan door middel van natuurlijke selectie, door verschillen tussen individuele organismen. Gewasveredelaars hebben ook variatie nodig om hun werk te kunnen doen. En zo werden ook verschillende graan- en rijstsoorten geproduceerd tijdens de Groene Revolutie (die voedselproductie verdrievoudigde in de derde wereld): ziekteresistentie van bepaalde variëteiten werden samengebracht met variëteiten die kortere, sterkere stengels hadden, etcetera.

De wereld voeden

We moeten nu nieuwe generaties gewassen produceren die wel geschikt zijn voor een veranderende wereld. Zadenbanken en andere opslagplekken van plantendiversiteit zijn cruciaal voor het behouden van de reeks karakterisieken die we nodig hebben om de wereld te kunnen voeden.

Boeren in China illustreren goed het aandeel van diversiteit aan voedselzekerheid. Zij telen vaak traditionele types rijst en mais naast moderne hoge opbrengstgewassen als een verzekering tegen slechte groeiomstandigheden. In sommige jaren overleefden traditionele variëteiten droogtes die de moderne planten om zeep hielpen. De zaden van deze boeren zijn nu gebruikt in een kruisingsprogramma die zes nieuwe maissoorten heeft voortgebracht. Ze gebruikten daarvoor de beste kwaliteiten van tweehonderd traditionele en nieuwere variaties.

In een ander geval werden traditionele rijsttypes van Orissa in India gekruist met moderne hoge opbrengst rijstvariëteiten om ze een overstroming te kunnen laten overleven die het gewas eerder zou hebben verwoest.

Een gen voor resistentie tegen de aardappelziekte (fytoftora), de schimmelinfectie die verantwoordelijk was voor de grote hongersnood in Ierland (1845-1850), werd gevonden in een wilde aardappel van de graslanden in Argentinië. Het gen werd gebruikt om de commerciële aardappelsoort Desiree resistent te maken voor infecties.

Wilde en traditionele gewasvariëteiten kunnen zelfs leiden tot de meest hoogstaande technieken voor gewasverbetering. De genbewerkingstechnologie CRISPR-Cas9 wordt gebruikt om tomaten te maken met vertakkingspatronen die meer vruchten produceren, door gebruik te maken van een gen uit een van zijn wilde familieleden.

Er zijn ongeveer 1.700 zadenbanken wereldwijd die deze plantendiversiteit verzamelen en beschermen, variërend van kleine bewaarplaatsen van zaden die worden gerund door lokale gemeenschappen tot grotere faciliteiten zoals netwerken gerund door het Russische Vavilov Instituut en de Kew’s Millennium Zadenbank in Sussex (VK). In België beheert de Plantentuin Meise een collectie zaden.

In gevaar

Twee zadenbanken in Afghanistan werden geplunderd voor de plastic containers waarin de zaden werden bewaard, een van het Vavilov Instituut leed onder een overstroming en een andere zadenbank in de Filipijnen werd vernietigd door tyfoon Xangsane.

Omdat zadenbanken verdwijnen door deze bedreigingen – om het niet te hebben over meer mondaine redenen zoals een verlies van financiering – werd de Svalbard Zadenbank opgericht als een wereldwijde opslagruimte en internationale hulpbron voor gewasveredelaars. En hij heeft zijn dienst al bewezen. De zadenbank International Center for Agricultural Research in the Dry Areas (ICARDA) in Syrië is verwoest door het conflict sinds 2012.

De bank bevatte veel gewasvariëteiten die waren veredeld voor dorre gebieden en hun wilde familieleden uit de regio’s waar landbouw begon, in Egypte en Mesopotamië. Gelukkig werden deze voorraden ‘gebackupt’ bij Svalbard en ICARDA was in staat om zaden af te nemen om een vervang-zadenbank op te richten in Libanon.

Zaden zijn een goede manier om plantencollecties te bewaren, want onder de juiste omstandigheden kunnen ze heel erg lang ‘schijndood’ gehouden worden. Het oudste ontkiemde zaadje, van een koekoeksbloem, werd langer dan 30.000 jaar geleden begraven in de Siberische toendra. De vorige recordhouder was een 2.000-jaar oude dadelpalmzaad die werd gevonden in het oude Joodse fort van Massada.

Dit illustreert hoe kou en droogte helpen om zaden te bewaren. Grotere zadenbank volgen de Verenigde Naties FAO-richtlijnen die lage temperaturen en luchtvochtigheden specifiëren voor het bewaren van zaden. De Wereldzadenbank is in Svalbard gesitueerd omdat de natuurlijke omstandigheden daar koud en droog zijn. De Svalbard zadenbank gebruikt wel koeling om de temperatuur van -18 °C te behouden, maar er werd gedacht dat diep in de bergen van Spitsbergen en omgeven door permafrost de zaden die er worden bewaard ook bevroren zouden blijven als er geen stroom is. Zelfs als onze hele beschaving zou instorten.

Gelukkig zijn er geen zaden verloren gegaan door de overstroming bij de Wereldzadenbank en zijn er andere erg goed beschermde opslagplekken – Kew’s Millenium zadenbank is gesitueerd in een nucleaire bunker. De ingang van Svalbard die overstroomde zal nu waterproef gemaakt worden. Hoewel binnenstromend water nog altijd bergop moet stromen om de opslagruimte te bereiken, die in elk geval onder 0 °C is, wat betekent dat het water eerst zou bevriezen.

En zelfs als het water de zaden zou bereiken, dan zijn ze nog beschermd met folieverpakking om de lage luchtvochtigheid te behouden. Toch is het verontrustend. De opwarming van de aarde beïnvloedt de Zuid- en Noordpool meer dan de rest van de wereld. De temperatuur onder de grond bij Svalbard is met meer dan 2 °C gestegen sinds 1998 en blijft stijgen. Men had niet gedacht dat het overgestroomde deel waterproef hoefde te zijn.

Ondanks de opwarming van de aarde zal Svalbard een goede plaats blijven om zaden te herbergen en een van de beste om een doemscenario te overleven waarbij de koeling weg zou vallen. Hoe dan ook, met het oog op klimaatverandering, zou het toch niet zo veilig kunnen zijn als we hadden gehoopt.

 

Vertaling: Marieke van Schoonhoven