Ecologisch beheer, met weinig impact op gezondheid en biodiversiteit. Dat was het doel van een nieuwe studie naar de bestrijding van de eikenprocessierups. Het resultaat? Concrete adviezen voor steden en gemeenten. ‘We moeten de beestjes gaan zien als een onderdeel van ons ecosysteem.’
Beeld: De grote poppenrover kan worden ingezet om de rupsen te bestrijden.
Iedereen die ooit in de buurt kwam van de eikenprocessierups vergeet ze nooit. De brandharen waarmee de beestjes zijn bezaaid kunnen bij contact met de huid of met de luchtwegen ernstige huiduitslag, jeuk en irritatie van de luchtwegen veroorzaken.
Omdat de traditionele beheermethoden vaak niet volstaan om die overlast te voorkomen, zeker in de maanden mei, juni en juli waarin de rupsen het meest actief zijn, gingen onderzoekers van het Belgisch-Nederlandse project LIFE Eikenprocessierups de voorbije vijf jaar op zoek naar natuurlijke manieren om hen onder controle te houden. De onderzoekers streefden daarbij naar de meest ecologische vorm van beheer, waarbij de impact op de gezondheid tot een minimum wordt beperkt en de biodiversiteit behouden blijft.

Meer biodiversiteit
Uit het onderzoek blijkt dat een combinatie van meer biodiversiteit en een gedragsverandering aangewezen is om het aantal rupsen onder controle te houden. ‘Tijdens proeven in het lab en op het veld leerden we dat er verschillende manieren zijn om het de rupsen moeilijker te maken’, vertelt Johan Neegers, projectcoördinator bij provincie Antwerpen. ‘Zo kunnen we de natuurlijke vijanden van de eikenprocessierups meer kansen geven door bijvoorbeeld nestkastjes op te hangen die kool- en pimpelmezen aantrekken, omdat jonge mezen tot wel 800 rupsen kunnen verorberen. Ook kruid- en bloemrijke bermen aanleggen kan helpen omdat dat sluipwespen en sluipvliegen aantrekt die hun eitjes in de nesten van de rupsen leggen. Het meest verrassend was dat ook klimop laten groeien op eikenbomen het aantal eikenprocessierupsen duidelijk doet afnemen, terwijl andere rupsen in de boom hier minder last van lijken te ondervinden.’

In de labs van het Provinciaal Natuurcentrum van de provincie Limburg werden meer dan vijfhonderd rupsennesten bestudeerd om te onderzoeken welke parasieten en natuurlijke vijanden kunnen helpen om de rupsen onder controle te houden. Bovendien kweekten de onderzoekers er de grote poppenrover op, de grootste natuurlijke vijand van de eikenprocessierups. Die kever zou in de toekomst een extra wapen kunnen vormen voor een natuurvriendelijker beheer van de eiken- en de dennenprocessierups, waardoor we minder afhankelijk zijn van chemische bestrijdingsmethoden.
De onderzoekers vertaalden de resultaten van hun onderzoek in een aantal concrete adviezen en goten die in korte filmpjes zodat lokale besturen er snel mee aan de slag kunnen. Om hen te begeleiden bij hun beheerkeuze, verschijnt dit najaar een leidraad met een praktische beslisboom die verschillende maatregelen voorstelt, afhankelijk van de plaagdruk en de lokale aanwezigheid van mensen, dieren en zomereiken. Is een actief beheer van de rupsen toch nodig, bijvoorbeeld op publieke plaatsen waar kinderen spelen, dan kunnen steden en gemeenten de rupsen nog altijd laten wegzuigen of wegplukken en in uiterste nood zelfs bestrijden met biociden.
Zeg nooit meer ‘vervelende jeukrupsen’
Omdat het ultieme doel van de onderzoekers erin bestaat om uiteindelijk bijna geen biociden meer te gebruiken bij het beheer van de eikenprocessierups, is er volgens Neegers ook een andere perceptie nodig. ‘We kunnen niet blijven spreken over ‘vervelende jeukrupsen’, maar moeten de beestjes gaan zien als een onderdeel van ons ecosysteem en van onze biodiversiteit’, vertelt hij.

Om die perceptie te helpen veranderen, werd documentairemaker Rik van der Linden gecontacteerd. Samen met ecoloog en filosoof Matthijs Schouten trok hij de natuur in om te reflecteren over onze positie als mens tegenover de natuur. Dit resulteerde in een natuurdocumentaire die dit najaar in première gaat tijdens het Wildlife Film Festival in Rotterdam en vanaf 2026 te zien zal zijn op verschillende locaties in Vlaanderen en Nederland.
Het project LIFE Eikenprocessierups is een samenwerking van de provincies Antwerpen, Belgisch Limburg, Gelderland en Noord-Brabant, de gemeente Sittard-Geleen en het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek INBO.