Kinderen slim noemen verleidt hen tot valsspelen

02 oktober 2017 door MV

Zelfs kleuters doen hun best om hun reputatie te bevestigen.

Complimentjes gaan bij kinderen niet zomaar het ene oor in en het andere weer uit. Chinese en Amerikaanse psychologen ontdekten tijdens twee experimenten dat kinderen sneller vals spelen als de onderzoeker hen slim noemt.

60% gluurt

De onderzoekers testten honderdvijftig driejarigen en evenveel vijfjarigen. Experiment nummer één bestond uit een kaartspelletje, waarbij de kinderen moesten raden of het nummer op de volgende kaart  groter of kleiner zou zijn dan zes. Tijdens de eerste ronden van het spel, vertelde de onderzoeker sommige kinderen dat ze ‘heel slim’ waren. Anderen kregen het compliment: ‘dat heb je goed gedaan deze keer!’.  Een derde groep kreeg geen compliment.

Voor het raden van de laatste kaart verliet de onderzoeker de kamer, nadat hij waarschuwde niet in de kaarten te gluren. Een camera filmde dat velen die raadgeving in de wind sloegen. Veertig procent van de driejarigen die geen compliment kregen of te horen kregen dat ze ‘het goed gedaan hadden’, speelde vals en keek stiekem in de kaarten. Van de kinderen die de onderzoeker ‘slim’ noemde, beschaamde zestig procent het vertrouwen. De cijfers voor de vijfjarigen waren gelijkaardig, maar iets lager.

Reputatie

Tijdens het tweede experiment, speelden 323 drie- en vijfjarigen hetzelfde kaartspel. ‘Volgens de juf en de andere kindjes in de klas ben je heel slim’, kregen kleuters uit de eerste testgroep te horen.  Kinderen uit de tweede groep zouden geroemd zijn voor hun netheid, kinderen uit de derde groep kregen geen informatie over hun reputatie. Ook tijdens dit experiment speelden de ‘slimme’ kinderen vaker vals.

‘Ik had niet gedacht dat het de moeite waard zou zijn om het experiment te doen met zo’n jonge kinderen, die nog een vaag begrip hebben van wat “slim zijn” betekent’, zegt onderzoekster Gail Heyman. Volgens haar kan je beter specifieke complimenten maken – ‘Die oplossing heb je goed bedacht!’ – en de nadruk leggen op het proces – ‘Hoe ben je daarbij gekomen?’.