Leven zonder reukzin is geen rozengeur en manenschijn

Het leven is ingewikkeld als je geen geuren kunt waarnemen: je geniet minder van eten, het beïnvloedt seksuele relaties en ook andere sociale contacten lijden eronder. Dat kan tot schaamte, woede en soms zelfs depressie leiden.

Anosmie, problemen met de reukzin, komt in verschillende vormen voor. Er zijn mensen die de volledige reukzin verliezen, bij sommigen verandert de aard van de geur en anderen nemen zelfs geuren waar die er niet zijn. Net zoals er verschillende vormen zijn, zijn er ook verschillende oorzaken: van infecties en letsels tot neurologische ziekten zoals alzheimer en bijwerkingen van bepaalde medicatie. Wat al die mensen wel gemeenschappelijk hebben, is dat anosmie hun leven drastisch beïnvloedt. 

Verlies van eetlust

Onderzoekers van de Universiteit van East Anglia bekeken op welke manier anosmie het leven kan veranderen. Ze onderzochten dat bij zo’n 71 mensen van 31 tot 80 jaar oud. Dat deden ze door de patiënten, die eerder het geur- en smaakcentrum van James Paget University Hospital contacteerden over hun anosmie, te bevragen.

Ten eerste leidt anosmie tot het verlies van eetlust. De reukzin beïnvloedt namelijk de smaakbeleving van het voedsel.  Als gevolg hiervan genieten patiënten niet van een maaltijd, eten ze minder en verliezen ze gewicht. 

Mensen met anosmie kunnen wel een bittere smaak waarnemen, maar niet proeven of ze spruiten of witloof eten

Dr. Claus Bachert, hoofd van de afdeling rhinologie en het Upper Airways Research Laboratory aan UZ Gent, verklaart het verlies aan eetlust: ‘Geuren komen niet alleen via ingeademde lucht rechtstreeks onze neus binnnen, dat kan ook via de mond. Wanneer we eten, komen geurstoffen vrij en die worden via de neus-keelholte doorgestuurd naar het reukorgaan. Zonder reukzin kan je alleen nog bitter, zoet, zuur en zout onderscheiden, deze basissmaken worden immers via de smaakpapillen op de tong waargenomen. Het signaal van de mond naar de hersenen wordt zonder problemen doorgestuurd, maar dat van de neus naar de hersenen werkt bij mensen met anosmie niet optimaal. Je hebt beide nodig om complexe smaken te onderscheiden.’ Dat betekent dat mensen zonder reukzin wel een bittere smaak waarnemen, maar niet proeven of ze bijvoorbeeld spruiten of witloof eten.

Gevaarherkennning

De geur van bedorven voedsel is een waarschuwing, want we kunnen er ziek van worden. Mensen met anosmie krijgen die waarschuwing niet. Dat is niet het enige gevaar: ze nemen ook de geur van gas en rook niet waar. De reukzin is een belangrijk hulpmiddel voor gevaarherkenning. Verschillende patiënten uit het onderzoek beaamden dat ze door hun anosmie met bedreigende situaties in contact waren gekomen.

Herinneringen

Geuren zijn niet alleen levensreddend, ze kunnen het leven ook mooier maken. Geuren worden vaak gelinkt aan fijne herinneringen: zo hebben mensen in je omgeving hun eigen, unieke geur en laat de geur van een kampvuur je misschien denken aan de leuke jaren in de jeugdbeweging.

‘Geuren kunnen hele oude en levendige herinneringen oproepen dankzij korte en duurzame verbindingen tussen gebieden in het brein die geuren verwerken en gebieden die emoties en herinneringen verwerken’, zegt sociaalpsycholoog Jasper de Groot (Universiteit Utrecht). ‘Deze herinneringen zijn voor elke persoon anders en hebben meestal een speciale betekenis. Je mist iets als je deze herinneringen niet kan opslaan omdat je een niet-functionerend reukvermogen hebt.’

Schaamte

Persoonlijke hygiëne blijkt een grote boosdoener voor angststoornissen en schaamte bij mensen zonder reukzin, omdat zij hun eigen lichaamsgeur niet kunnen vaststellen. Ouders van jonge kinderen ruiken niet wanneer ze de vuile luier van hun kind moeten verschonen, wat leidt tot een gevoel van mislukking. De deelnemers van het onderzoek vertelden hoe het gebrek aan reukzin hun relaties, zowel platonisch als relationeel, in de weg staat. Ze kunnen niet samen met anderen van een maaltijd genieten en ook seks is minder plezierig. 

Luisterend oor

Dit alles wekt een heleboel emoties op bij de patiënten. Ze zijn boos, beschaamd en verdrietig. Ze isoleren zich en voelen zich onzeker. Sommigen leden zelfs aan een depressie. Het gebrek aan aandacht voor deze aandoening helpt ook niet: veel patiënten bevestigen dat sommige dokters hen niet serieus namen.

Rhinoloog Carl Philpott (Norwich Medical School) benadrukt dat vooral een luisterend oor belangrijk is. ‘De patïenten appreciëren begrip en advies, ook als de aandoening niet te genezen is.’